Archieven

1 Voor de schepenen van de hoofdbank te Cuijk is verschenen Arnoldina Bruns weduwe van Roelof van Lith, geassisteerd met Abraham Gerardus Rink, zij machtigt haar stiefdochter Gertruijd van Lith om voor het gericht van Oss namens haar te verkopen een huis en hof een halve mergen groot onder Oss.

2 Marten Jans weduwnaar van Willemina Cornelissen, wonende te St. Anthonis. Hij heeft samen met de verdere kinderen van Cornelis Jordens, in 1e en in 2e huwelijk met Geertruijd Jans en Willemina Meeuwissen op 16 augustus 1788 verkocht aan Hendrik Reijnen voor de ene helft en aan Cornelis Tillemans c.s. voor andere helft een bouwhof op de Lamperen onder Wanroij voor f. 1400,-. Marten Jans en zijn vrouw waren daarin voor een negende part gerechtigd. Zijn vrouw is op 20 oktober overleden nalatende twee minderjarige kinderen, waardoor de verkoop niet zonder voogden voor deze kinderen kon doorgaan. De schepenen van de hoofdbank benoemen Johannes Cornelissen en Arnoldus Cornelissen, beiden te Wanroij en ooms maternel van de kinderen als voogd, met last de verkoop te autoriseren en boedelschulden te vereffenen, alles ten voordele van de kinderen.

3 Verzoek van Johanna van der Ven vrouw van Marcelis Vissers wonend te Mill als moeder en voogdesse over haar twee minderjarige kinderen met name Johanna en Adriaan Tillemans uit haar vorig huwelijk met Hendrik Tillemans. Peter Tillemans is overleden en laat na een huisje en moeshof onder Wanroij. De gezamenlijke erfgenamen, waaronder zij en haar minderjarige kinderen zijn daarin gerechtigd willen deze verkopen. De schepenen van de hoofdbank benoemen als voogd voor de twee kinderen Antoon Tillemans en Paul van Tienen, beiden wonende te Wanroij, om namens de kinderen de goederen te transporteren en de gelden voor de kinderen goed te besteden.

4 Verzoek van Hendrikus Peeters en zijn vrouw Johanna Francissen en Christina Jacobussen meerderjarige dochter wonende te Mill, kinderen van Petronella Kerstens uit het eerste huwelijk met Peeter Hendrix en in 2e huwelijk met Jacobus Tijssen. Zij zijn voor een zevende gedeelte gerechtigd in de boedel door het overlijden van de grootouders maternel met name Kersten Jans en Marie Hendrix, mede te Mill woonachtig, waarin ook gerechtigd is de minderjarige zoon van de overleden broer Geurt Peeters uit zijn huwelijk met Johanna Cornelissen, met name Peter Geurts. De ambtman gaat akkoord en stelt als voogden aan Hendricus Peeters en Gerardus Arnoldussen, oom en oud-oom van de minderjarige.