Archieven

22 Jan Coenen en Jacop Haenen schepenen tuigen en certificeren voor de gerichte waerheijt dat wij daarbij vuer en aen geweest sijn daer Henrick Wolffs den heren ende capittelaenen in der geistcameren getelt ende verhantreijckt heeft 50 gouden guldens het stuk ad 28 stuivers geëstimeert, waarmede hij gelost heeft en gequeten alzulke 3 goltguldens tjaars als hij den rector van St Rochusaltaar binnen de voorschreven kerk tot desen dagen toe gegolden heeft, op conditie oft sich bevonde in toecomende tijeden dat die los grooter en swaerder waer, sal die voorschreven Henrick oft sijn erven den heren van den Capittele inden tijt, altijts noch daar op geven en die somme der lossinge te vollen te betalen en soe men gheene erfbrief of losbrief van leste voorschreven rente en heeft connen vijnden, sijn wij schepenen voorscheven der versoeck van dien versocht geweest hierbij te wesen ende over te staen. Orkonden der waerheijt hebben wij schepenen boven genaempt onse segelen hieraen gehangen.