Archieven

25 Peeter Jans, oud 82 jaar, Hermen Aben, 65 jaar, Albert van den Biesen, oud 60 jaar en Cornelis Arts, 76 jaar, de drie eerstgemelden geboren te Oeffelt de laatste te Haps. Alle wonende te Oeffelt. Zij verklaren onder ede dat de Geijstersche Tienden geheven worden van G. Roijards te Huijssen. Zij weten zeker dat onder de clomp of bloktienden sedert meer dan 40 keren, ja zelfs zolang hun geheugen strekt geen bouwland in weijland is veranderd, behalve een zekere kamp groot een hollandse morgen, tegenwoordig in eigendom van Huijbert Haerkens.

26 Jan Graat en Andries Grutters verklaren onder ede op verzoek van Peeter Haerkens, dat zij in de vergadering van 11 november 1803 voor de bank van Oeffelt present zijn geweest en gezien en gehoord hebben dat door Peeter Haerkens aan C. van Wijlick, zwager van G. Roijards en procureur J. de Bruijn als gevolmachtigde van G. Roijards een schikking is voorgesteld aangaande de achterstallige schattingen van de Geijstersche Tienden dat daarop door C. van Wijlijck is geantwoord “daar zal geen bliksemse duit worden betaald of gij moet het met recht halen”.

27 Jacob Rutten, oud 50 jaar, Huijbert Haerkens oud 61 jaar, beide wonende te Oeffelt, verklaren onder ede op verzoek van Peeter Haerkens en Gerardus Mooren burgemeester van deze gemeente, dat 27 of 28 jaar geleden met genoemde moeder voor gebruik is overeengekomen dat voor de jaarlijkse korentiend zal worden betaald twee rijksdaalders per hollandse morgen en dat enige jaren de zogenaamde Geijstersche Tiend door Jacob Rutten in plaats van zijn moeder aan Cornelis van Erpers is betaald. Dat thans door zijn zwager Huijbert Haerkens het bouwland tot weijland zal veranderd worden en dat.in plaats van de korentienden door hem f. 3,- aan G. Roijards is voldaan.

28 FH. van Ackeren, pastoor te Oeffelt, Peeter Jansen, Jacobus Rutten, Herbertus Dinnesen, Jacobus Graat, Ard Mooren, Cornelis Arts en Gerardus Laerackers, verklaren onder ede dat op de geërfden dag van 25 september 1793 onenigheid en discussie is ontstaan en dat toen besloten was dat al hetgeen op deze dag is behandeld voor niet gedaan te houden en op een nieuwe dag nader zou worden gedelibereerd.