Archieven

29 Jenneke Hendrica Gubbels, geassisteerd met Jan Roelants en Jan Peters Mulder, als momboiren volgens akte van 07.03.1720, verkopen aan Anthonij Aben en zijn vrouw Nisken Thoonen, een huis met schuur, moeshof, bouw- en weiland, groot circa 3 kleine morgen, gelegen te Oploo. Oostwaarts grenzend aan de gemeene Straat, in het zuiden aan Peter Reuvers, ten westen aan Gerrit de Kleijne en ten noorden aan Jan Roelants, voor een bedrag van 300 gulden.

30 Lamert Zelten en zijn vrouw Gerritje Jans; Willem Croeff en Gerrit Jacobs als momboiren van Gerritje Aerts, Peter en Jan Peters; Derck Ebben en Sijmon Jans als momboiren van Marja, Aertje en Caatje Peters; allen volgens akte van respectievelijk 15.11.1720 en 26.11.1720, verkopen aan Peter Aerts en Gerritje Aerts 2/3 deel van 7/4 deel in een weikamp gelegen te Oploo en grenzend aan Derck Ebben en Bastiaan Jacobs, voor een bedrag van 133 gulden, 6 stuivers en 10 2/3 penningen. Nadat het recht van de 40e penning is voldaan, wordt de verkoop, inclusief andere percelen aan de Sambeekse Hoek, gesloten voor een totaalbedrag van 533 gulden, 6 stuivers en 10 2/3 penning.

31 Peerken Reijnen, weduwe van Hendrik Peters, geassisteerd met haar twee meerderjarige zonen Lamert en Reijn Hendrickx, aangesteld als momboirs volgens akte van 26.10.1721; Gerrit Tillemans gehuwd met Aeltje Jans; Reijn Thijssen, Peter Cremers en Willem van den Hoek als momboirs van Beelken en Aelken Aerts, volgens akte van 28.10.1721; Reijn Gossens; allen als erfgenamen van wijlen Marija Loije en haar man Derk Reijnen, verkopen onroerende goederen. Het betreft een huis met schuur, schop, moeshof en ongeveer 5 kleine morgen bouwland, grenzend in het oosten aan de gemeente, ten westen aan Peter Reuvers, ten zuiden aan Jan Derx en ten noorden aan Spanjers. Verder een perceel bouw- en weiland, groot 3 morgen, grenzend in het oosten aan de Heer van Bree, ten westen aan Peter Theunissen, ten zuiden aan Spanjers en ten noorden aan Jan Jans van den Broek. Alsmede 2½ morgen bouwland, in het oosten grenzend aan de verkopers, het westen aan Peter Aert Peters, in het zuiden aan Hermen Kusters en ten noorden aan Peter de Wert. Het geheel is groot 11 kleine morgen en wordt verkocht voor een bedrag van 845 gulden aan Bernard Hermens.

32 Gossen Reijnen en zijn vrouw Barbara Otto uit Sint Anthonis, verklaren 150 gulden schuldig te zijn aan de kapel van Oploo, tegen 3½ % rente en Peter Deenen stelt zich als borg. Dit kapitaal is in 1730 afgelegd aan baronesse Lucretia van der Noot, vrouwe van Heumen.