Archieven

96 Mathijske van Broekum, wonende te Beugen legateert aan Jan Arts en Marijke Jans, echtelieden, wonende te Beugen zestig gulden voor trouwe dienst en oppassing gedurende lange tijd; aan haar stiefmoeder Mechelina Hendrikx weduwe van haar vader Gradus van Broekum, de opkomst en revenuen van haar na te laten goederen; Na het overlijden van haar stiefmoeder zullen enige en universele erfgenamen zijn de vijf kinderen van voornoemde stiefmoeder in huwelijk door haar vader verwekt.

97 Christina Dekkers weduwe van Godefridus van de Borggraaff, wonende te Vierlingsbeek verklaart tot haar enige en universele erfgenamen de gezamenlijke kinderen van Petronella Dekkers in huwelijk bij H. Heijligers, met namen Catharina Heijligers, Heijliger Heijligers, Maria Heiligers en Johanna Heijligers, de kinderen van Theodora Dekkers in huwelijk bij Marten Martens, met namen Gerardus Martens, Maria Martens en Anna Martens en laatstelijk het kind van Mechelina Dekkers in huwelijk bij Johannes van Gellekom, met name Mathias van Gellekom; verder zal bij vooroverlijden van een van de genoemde erfgenamen het erfdeel overgaan op eventuele na te laten kinderen.

98 Jorden Jans, wonende te Wanroij legateert aan de armen van Wanroij duizend gulden uit te keren door zijn hierna te noemen erfgenamen op de eerste Maria Lichtmis na het overlijden van de comparant; Verder wil hij dat vier weken na zijn overlijden aan de thuis zittende armen van Wanroij vijf en twintig gulden en twee malder rogge zal worden uitgekeerd; Voorts nomineert hij tot zijn universele erfgenamen de gezamenlijke kinderen van zijn twee zusters met de namen Helena Jans in huwelijk bij haar overleden man Reijn Jans Reijnen, met de namen Peter Reijnen, Jan Reijnen, Mathijs Reijnen en Jacobus Reijnen voor vier vijfde parten en het kind van wijlen zijn zuster Maria Jans in huwelijk bij Jorden Hendrikx met de naam Cornelis Jordens voor een vijfde part. Verder begeert hij dat zijn zuster Helena Jans weduwe van Reijn Jans Reijnen de vier vijfde parten van de erfenis na het overlijden van de comparant in gebruik kan houden gedurende haar verdere leven; Tot slot begeert hij dat Jorden Hendrikx, het een vijfde part van zijn zoon, na het overlijden van de comparant in gebruik kan houden gedurende zijn verdere leven.

99 Evert van Mill en Wendelina Albers, echtelieden, wonende te Beugen herroepen hun testamentaire dispositie voor het Landsgericht van Cleve van 10 augustus 1779 en dat die zal worden gehouden voor nul en van gener waarde, maar dat de na te laten goederen bij hun overlijden zullen gaan naar die gene welke naar Landrechten daartoe zullen zijn berichtigd.