Archieven

122 Lambert Zelten, schepen van St. Hubert en Lambert Verbruggen, beide woonachtig te St. Hubert verklaren op verzoek van Peter Rutten gehuwd met Hendrina Neelissen, wonende te Cuijk, dat zij op 12 november 1794 geweest zijn ten huize van Petronella Minten, laatst weduwe van Gerrit Jan Gielens, wonende te St. Hubert, waarbij Petronella Minten, buiten haar testament van de 7de november legateerde aan Peter Rutten voornoemd driehonderd guldens.

123 J. C. Heinsius, woonachtig te Cuijk verklaarde te willen verkopen op 25 november, twee mijten hout, bedragende circa zestig vimmen; De bijeenkomst vond plaats te Haps in het gerichtshuis, bewoond door Gevarius Toonen, alwaar aanwezig waren: De schepen van St. Agatha genaamd Hermen Geurts en Jacobus Bosmans gezworene van St. Agatha; De schepen van Haps genaamd Anthoon de Bruijn en de gezworene Jacobus Jansens; Hen is gevraagd om voor de verkoping in hun kwaliteit te staan. Zij hebben gezegd daarvoor niet te staan, zonder een particuliere volmacht van de stadhouder.

124 Marten Hubers, wonende te Beugen verklaart tot zijn universele erfgenamen: Voor een derde portie de kinderen van Gradus Bouwmans gehuwd met met Wendelin Hubers, genaamd Peter en Jan Bouwmans en bij vooroverlijden van hen beide zonder kinderen, in hun plaats de twee kinderen van wijlen Cornelis van Leukeren bij Petronella Hubers; voor de tweede een derde portie de twee kinderen van evengemelde Cornelis van Leukeren en Petronella Hubers, met de namen Dorothea en Maria van Leukeren en bij vooroverlijden zonder kinderen, in hun plaats Peter en Jan Bouwmans; voor de derde en laatste een derde kwart Jan van den Heuvel en Anna van de Voort, echtelieden, wonende te Beugen; De testateuren zullen daarvoor beloven de comparant te onderhouden en van ’t nodige te verzorgen.