Archieven

243 Op huijden ondergeschreven hebben die respective heeren broederen de heer Niclaes baron van Gendt heer tot Drakenburgh, Fredrick Henrijk baron van Gendt, Johan Wilhelm baron van Gendt capetein, en Wilhelm Joseph baron van Gendt te samen kinderen ende erffgenaemen van wijlen de heer Wilhelm Joseph baron van Gendt in leven heer van Drakenburgh admirael ter zee van de vereenichde Nederlanden onder tcollegie ter admiraliteijt van Amsterdam, colonel etc. ende vrouwe Swanen Pense van Essen in leven echte luijden ten overstaen vande onderschreve versochte heeren vrinden ende dach holderen nae voor gaende rijpe examinatie van haeren olderen boedel ende alle nae gelatene gerede ende ongereede effecten vande selve een vrundt ende minnelijck erfmagescheijts ingegaen beraemt ende besloten in voegen hier nae volgende.
Post quaedam alia
Den vierden en laetsen soon de heer Wilhelm Josephn baron van Gendt is bij lottinge te deel gevallen etc.
Noch is sijn welgeb. uijt de goederen inden quartier van Nijmegen gelegen bij lotte te deel gevallen tvierde lot bestaende inde roeij camp onder Oijen gelegen; noch 10 mergen landts den tollenaers camp genaempt; item den distel camp; noch de vierde halft mergen den kolder genaemdt; item 3 mergen den grooten Henderickx camp genaemdt; ende dan noch 2 mergen den achtersse camp genaemt; te samen mede onder Oijen gelegen.
Waer mede die respective condividenten sonder argh oft list in en met broederlijcke lieffde en eenich weijt wegens haer olderlijcke naegelaetene goederen volcomen sullen gescheijden sijn ende blijven ende een ieder sijn toegedeijlde parcelen effectivelijck ende erffelijcken hebben en beholden sonder dat den een off des anderen parceel eenige pretensie recht off gerechtigheijt behoudet maer alles malkanderen in voegen voors toe deijlende ende bij desen over gevende ende tot meerder securiteijt van desen hebben de samtlijcke heeren condividenten versocht die welgeb. ondergeschreven heeren als bloet verwantten

244 Voor Francis Devenijns en Reijnder vanden Acker, schepenen in Oijen, zijn verschenen Henderick Vijlen, Neesken Vijlen, Jenneken Vijlen en Hermken weduwe van Jan Vijlen geassisteert met Benedictus haeren soon als momber in desen en Aert vanden Bogaerdt en Jan Grinsven als man van Neelken vanden Boogaerdt. Dezen hebben gevest aan Jan Janssen en Pauw Janssen woonende tot Oijen 2¼ hondt lants thiendt vrij deijlende met Jan Franssen en Jan Frenssen gelegen in den vruet camp. Daertoe te onderhouden een roeij maasdijckt gelegen teijnden Theunis Abels huesken boven gedijckt Reijnder vanden Acker en beneden Theunis Abels; item daartoe te lasten ordinaris verpondinge 7 stuijver 11 pen. Verkoft voor eenen somme van 40 gulden waar van den 40 pen. aan stons betaelt aan den secretaris Wenssel Weissen met eenen gulden.

245 Voor Francis Devenijns en Reijnder vanden Acker, schepenen in Oijen, zijn verschenen Henderick Vijlen, Neesken Vijlen en Jenneken Vijlen, Hermken weduwe van Jan Vijlen geassisteert als momber Benedictus haeren soon in desen Aert van den Boogaert en Jan Grinsven als man van Neelken vanden Boogaert. Dezen hebben gevest aan Hermen Claessen woonende tot Oijen een huijs ende hoff groot ontrent 5 hondt landts inde overacker thiendt, belendingen: den middelwegh; oost de weduwe Gerit Henksens; noord de graeft ende de gemeijne straedt; west Arien Gijssen. Daartoe te lasten een vaeckt maas dijckt inden kooije dijckt die helft van elfft voeten deijckende met de weduwe van Jan Theunissen Jan; item alnoch 6 voeten maas dijckt inden hoogen dijckt gelegen tegens Bueters huijsken boven gedijckt de erffgenamen vanden commissaris Jellema en beneden de erftgenamen van Rutth Janssen Rutten. Item alnoch daar toe te onderhouden 4 penningen cijns aan de heer van Oijen s Lamberts cijns; item alnoch 30 stuijver ordinare verpondinge. Verkoft voor eenen somme van 300 carolus guldens waar van den 40 pen. aan stons betaeldt aan den secretaris Wenssel Weissen met 7 gulden 10 stuijver.

246 Voor Francis Devenijns en Reijnder vanden Acker, schepenen in Oijen, zijn verschenen Henderick Vijlen, Neesken Vijlen, Jenneken Vijlen ende Aert van den Boogaert ende Jan Grinsven als man van Neelken vanden Boogaert. Dezen hebben gevest aan Hermken weduwe Jan Vijlen eenen mergen landts en een achtendeel en een halft achtendeel hondt landts inden vrueth camp deijlende met de voor kinderen van Peter den Vijl; daar toe te onderhouden 2 roeijen maas dijckt gelegen tegens Jan de Geckt; item alnoch een halft roeij maas dijckt inden haerense wiel, deijlende met den erffgenaemen van Thomas Willems; item te betaelen ordinaris verpondinge eenen gulden; item alnoch 10 stuijvers jaarlijckx te betaelen aan den armen tot Oijen; item alnoch 2 stuijvers cijns aande heer van Oijen vijtwijssens het cijns bockt. Verkoft voor eenen somme van 40 gulden waar van den 40 penn. aan stons betaelt aen den secretaris Weissen met eenen gulden.