Archieven

16 Voor Peter Vosch van Avesaet drossaert, Bernart Gerardts president ende Jan Jans van Weert, schepenen in Geffen, is verschenen Cornelis Schiltman gerichtsbode van Thiel. Uijt cracht van procuratie op hem gepasseert bij joffr. Walburch de Cock van Oppijnen (voor Cornelis van Lith de Jeude ende Adolph Bartens, schepenen des gerichts van Sandtwijck binnen de stadt Thiel residerende, ook voor haeren richter, ende de heeren Cornelis Vijgh borgemester der voors stadt, ende Johan van Lith de Jeude der beijden rechten doctor ende ontfanger des Nijmegenschen quartiers als leenmannen d.d. 11-3-1668, geteeckent S. Schull) ingevolge van overgifte (d.d. 6-3-1668 gepasseert voor amptman ende gerichtsluijden van Nederbetuwe voor schepenen van Thiel ende leenmannen); getransporteert de allodiaele goederen met alle gerechticheden vandien gelegen binnen dese heerlijckheijt van Geffen, toebehoorende welgemelte joffr. Walburch de Cock van Oppijnen, aen de heer Dirck van Broeckhuijsen.
Aldus gedaen ende gepasseert binnen Geffen 23-3-1668 stilo loci.
Compareerden die hooch ed. geb. heere Philips de Cock van Oppijnen diet Fladeracken heere van Geffen ende den leenhuijse van Nuijlant etc. ende heeft expresselijck geprotesteert over de nulliteijt vande voorstaende overgifte d.d. 6-3-1668 alsmede over desen transporte, seght sijn hooch edelheijt vorder dat gemelte joffr. Walburch de Cock van Oppijnen niet en sal blijcken dat haer eenighe allodiaele goederen (binnen dese heerlijckheijt ende jurisdictie van Geffen gelegen) sijn toebehoorende, begeert oversulcx dat desen proteste onder aenden voors. transporte sal worden geregistreert ende uijtgemaekct.
Actum, testes, bezegelt ende geteeckent als boven.
[in marge:] uijtgemaeckt den 23-3-1668.