Archieven

9 Otto Cock, schepen der stad Megen verkoopt, vest, draagt op en transporteert aan Johan Lefebue een huis en hof binnen de stad Megen, e.z. en e.e. de gemene straat, a.z. Jacob, zoon van Jan van Langel, a.e. Wauter van Schaijck.

10 Sebert, zoon van Jan van Langel heeft aan Jan Hermans van Degencamp beleend de helft van een halve morgen hooiland in de Neerham te Megen, e.z. Ludolphus van Linden, a.z. de erfgenamen van Peeter Jegers, e.e. de advocaat Lucas Bijdijcx, a.e. de tochtgraaf en wel voor de som van 100 guldens, die inmiddels betaald zijn. De belening is ingegaan met kerstmis 1700.

11 Catalijn, dochter van Jacop van Grinsven was eerst getrouwd met Peeter Jegers, uit welk huwelijk kinderen geboren werden en is daarna hertrouwd met Jan Ariens van Herpen, bij wie ze ook kinderen gekregen heeft. Nu voornoemde Catalijn overleden is, is het moeilijk om volgens het landrecht van Megen de nalatenschap goed te verdelen, temeer omdat de goederen die zij heeft verkregen heeft door haar tweede huwelijk zo weinig zijn en daarom wordt nu het volgende beslist. Jan van Griensven en Jan Jegers als momboren en curateuren van de onmondige kinderen van Peeter Jegers verwekt bij voornoemde Catalijn, dochter van Jacop van Griensven aan de ene kant en voornoemde Jan Adriaens van Herpen voor zichzelf, mede als vader en voogd van zijn kinderen verwekt bij dezelfde Catalijn, dochter van Jacop van Griensven, geassisteerd met Jacop Arts de Kreije, zijn zwager, ook momber in dezen, aan de andere kant zijn het volgende overeengekomen. Voornoemde Jan Adriaens van Herpen en zijn kinderen krijgen het huis en hof tot Haren, dat hij met zijn vrouw Catalijn bezat, inclusief een schuld van 275 gulden die nog ten laste van dat huis staat. Hij en zijn kinderen moeten ook nog jaarlijks 6 gulden en 5 stuivers betalen aan de kinderen uit het eerste huwelijk van Catalijn, voor het eerst op 01-03-1702 en af te lossen door het betalen van 125 gulden ineens. De kinderen uit het eerste huwelijk van Catalijn hebben recht op de onroerende goederen, afkomstig uit de nalatenschap van voornoemde Peeter Jegers, waarvan destijds een inventaris is gemaakt. Zij krijgen tevens in bezit een halve morgen hooiland in de Neerham tot Megen, inclusief een schuld van 250 gulden ten laste van Maria van Altforst.

12 Joos Arts en Peeter Vermeeren als man en momber van Barbara van Belle voor zichzelf alsmede als aangestelde momber en curateur, samen met voornoemde Joos Arts, over de onmondige achtergelaten kinderen van wijlen Peeter van Belle in wettig huwelijk verwekt bij wijlen Elisabeth van Hauten verkopen, vesten, dragen op en transporteren aan Jan van Hauten de helft van een huis en hof in de stad Megen, e.z. de gemene gast (= steeg) naast de stadsmuur, a.z. Adriaen Sengers en de heer drost Winckelmans, e.e. de gemene straat, a.e. de voornoemde drost, met de last van de daarbij behorende Maasdijk; item de helft van 200 gulden kapitaal aan de Armen van Megen; item de helft een huispacht van 3 gulden 10 stuivers jaarlijks; item de helft van 24 stuivers jaarlijks aan het Sint Annagilde te Megen.