Archieven

1 Maria Schuts wonend te Megen, bijgestaan door Hermanus Megens uit Haren, meerderjarige dochter van wijlen Heijmerik Schuts verklaart f 500,-- schuldig te zijn aan Jacobus van Hemmen, mulder te Maasbommel vanwege aankoop van Jacobus van Hemmen van een huis met hof te Appeltern aan de Blauwe Sluis. Als onderpand stelt zij haar huis met hof te Megen, grenzend enerzijds en ene eind de gemeentestraat, anderzijds Cornelis Baijens en ander eind aan B.G. Taabe, alsmede perceel land onder Megen op de Kribben. Hermanus Megens voornoemd als gelaste van Geertruij Schuts weduwe van de heer Bruijns, wonend te Rotterdam stelt zich als extra borg betreffend haar goederen onder Megen. In kantlijn wordt vermeld dat schuld is afgelost 04-04-1810 aan de weduwe van Jacobus van Hemmen.

2 Caspar van Altvorst uit Megen verklaart f 600,-- schuldig te zijn aan zijn broer Hendrikus van Altvorst en stelt als onderpand zijn huis en hof te Megen aan de Boschpoort, grenzend enerzijds weduwe en kinderen Arnoldus van de Coolwijk, anderzijds de kinderen Jan Versterren en beide einden de gemeentestraat.

3 Caspar van Altvorst uit Megen verklaart voor f 600,-- te hebben verkocht aan zijn broer Hendrikus van Altvorst zijn huis met hof te Megen aan de Maaspoort, grenzend enerzijds Christoffel Enters, anderzijds Arnoldus Voet, ene eind de Maasdijk en ander eind de gemene straat. Koper stelt als extra onderpand perceel land binnen Megen in de Meiren, met verwijzing naar akkoord tussen Jan van Linsbergen en verkoper, waarbij voornoemd huis met hof aan Jan van Linsbergen verbonden was.

4 Caspar van Altvorst uit Megen verklaart voor f 125,-- te hebben verkocht aan zijn broer Hendrik van Altvorst helft van perceel land te Megen op de Bulk, waarvan wederhelft al toebehoort aan koper.