Archieven

15 Adrianus van Hemert, theologant geboren te Uden, is zo ver met zijn studie dat hij de ordinis kan ontvangen, maar dan moet hij voldoende inkomsten hebben. Op 27-10-1773 heeft hij te Luik het beneficie van het S. Anna-altaar te Uden gekregen. Daar vallen onder de inkomsten van: een kamp hooiland gelegen in de Vluij, groot een morgen (13-0-0); 4 hont hooiland genaamd S. Anna beemt met het houtgewas (10-0-0); Twee morgen hooiland genaamd Looijen beemt (34-0-0); 4 hont hooiland gelegen in de Raakt (9-0-0); 3 hont hooiland en een bosje genaamd de Cuijlen (8-0-0); een morgen weiland genaamd S. Anna (26-0-0); 5 hont bouwland in het Meulen eijnd (9-0-0); een morgen bouwland in het Meulen eijnd (11-0-0); 3 hont bouwland aan de kerk te Uden (6-0-0); een morgen en 4 hont bouwland in het Meulen eijnd (16-0-0); 14 en 3,5 vat rogge jaarlijks (9-1-4); een rente van 2 gulden (2-0-0); een rente van 36 stuivers (1-16-0). Samen 154-17-4 is ruim 60 patacons. Opgemaakt voor Henricus de Groot, openbaar notaris te Herpen en de getuigen Joannes Everts en Adriaan Kobussen, schepenen te Uden.