Archieven

21 Margriet Geerits verkoopt aan Geerit Geerits een huis, tuin en aanliggend land groot een lopenzaad 32 roedes alhier te Dinther, belendend Leendert Gielens, Jan Aart Dortmans, zoals zij eerder had gekocht van de gemeente. De verkoopster belooft alle lasten af te handelen behalve jaarlijks 10 penningen gebuurchijns aan de heer van Heeswijk, verder de gebuurcommer en dorpslasten. De verkoppster mag wel daarvoor haar leven lang in huis blijven wonen en mag een hofje gebruiken. Datum 22 maart 1721, getuigen als schepenen Hendrick van de Laerschot en Hendrick van den Berch, J. van Oosterwijk als substituut-secretaris.

22 Daendel Gijsberts verkoopt aan Jan Peeter Dobbelsteen, een stuk teulland groot ca. anderhalf lopenzaad gelegen te Dinther, belendend sinjeur Cras, de middelweg daar, de Heuvelhoeve , zoals de verkoper het van zijn ouders heeft geerfd. De verkoper belooft alle lasten van zijn kant af te handelen, behalve jaarlijks de gebuurcommer en dorpslasten etc. Datum 2 april 1721, getuigen als schepenen Jan Niekens, Hendrick van den Bergh, J. van Oosterwijck als substituut-secretaris.

23 De zelfde Jan Peeters (Dobbelsteens), en Jan Hendrick Goorts als man van Anneken Jan Peters, verder .... (?) Hendrick Goorts als man van Jenneken Jan Peeters die ook nog handelen voor Hendrick Jan Peters (Dobbelsteens) verkopen aan Eijmert Jan Peeters en aan Aert Jan Peters samen de vier zesde parten, waarvan de kopers de andere 2 zesde delen bezitten van een huis, tuin en aanliggend land, met het part op de Hoogt en de weg met het ven, in totaal groot ca. 2 en een halve lopenzaad, belendend Ruth Jan Luijcassen, Willem Balfort, de pad daar. De Heugt is belendend Willem Balfort, Rut Jan Luijcassen, alles zoals de comparanten van hun ouders hebben geerfd. De verkopers beloven alle lasten hierin van hun kant af te handelen, behalve een kapitaal van 146 gulden 17 stuivers 8 penningen, verder de gebuurcommer etc. (033) Datum 8 april 1721, getuigen als schepenen Jan Niekens, Hendrick van de Laerschot, J van Oosterwijk als substituut-secretaris.

24 Paulus Hendriks en Jan Willems als man van Maria Hendricx van Tuijl doen beroep op het recht van vernadering voor de twee vijfde delen van een hooiveld nog onverdeeld zijnde , totaal 10 karren hooigewas groot gelegen te Dinther, belendend de erfgenamen van Paulus Spierincx, Wouter Jan Gijsberts cums suis, de heer van Heeswijk, de Hommelse Hoeve, alles zoals Willemijn Henderik Willems middels belening eerder had verkregen van Henderik Jansen van Tuijl, volgens akte van belening d.d. 9 februari 1715. Er is door hen kontant geld aan haar geboden om te vernaderen en Willemijn is bereid goedwillig afstand te doen. (034) Datum 21 mei 1721, getuigen als schepenen E.J. van Thielen, Paulus Claessen van Gogh, Jan Niekens, Hendrick van de Laerschot, J. van Oosterwijck als substituut-secretaris.