Archieven

13 Johanna van Zon weduwe van Johannes Vorstenbosch, wonende te Berlicum machtigt haar schoonzoon Leopoldus van den Bogaard om namens haar met verdere erfgenamen van Matheus van den Bogaard, de broer van wijlen haar moeder de boedel te regelen en te delen.

14 Jan Molensteen gehuwd met Margo van Gogh voor zich en als gelaste van zijn zwager Johannes van Gogh, wonende te Delft; Hendricus van Gogh voor zich en samen met Johannes Rut van Gogh als voogden over behoevende Maghiel van Gogh; Peeter van Gogh; Toon van de Leest gehuwd met Ardien van Gogh; Arie van Gogh; Jan van den Brand gehuwd met Antonet van Gogh, allen wonende te Delft, Dinther, Nistelrode en Sint Oedenrode machtigen hun zwager en oom Willem Jansen om namens hen perceel hooiland onder Rosmalen te verkopen.

15 Wilhelmina Laurentia van Oerle weduwe van Arend Graham, vrouwe van Avesteijn, wonende te Dinther verklaart, dat zij tot executeuren had aangesteld Boudewijn Donker Curtius en Jan Louis Verster, practiserende advokaten te ’s-Hertogenbosch, dat laatstgenoemde inmiddels is komen te overlijden en zij in de plaats stelt haar kleinzoon Dirk Hanegraaff, wonende te Dordrecht.

16 Catharina van de Leest, meerderjarig ongehuwde dochter te Dinther; Rut Somers, mede te Dinther wonend, daartoe gemachtigd door Jan Verschuijlen gehuwd met Hendrien van de Leest, gepasseerd 6-4—1795 te Rotterdam verklaren de nalatenschap van hun ouders Peeter van de Leest en Jenneke van Gogh te willen gaan delen. Het betreft hooiland en teulland aan ’t Bugt.