Archieven

5 Wilhelmina Laurentia van Oerle weduwe van Arend Graham, vrouwe van Avesteijn en des Ridderhofs ten Bogert heeft onder waarborg van hoeve ten Hanenberg, groes- en teul- en hooiland geleend aan Joost Hanegraaff en Franciscus Mulders en Catharina van den Heuvel, echtelieden en inwoners van ’s-Hertogenbosch een bedrag van Fl. 7000,--. In marge vermeld, dat op 6-11-1796 is voldaan.

6 Adriaan Verbruggen gehuwd met Johanna Janse van Nistelrooij als gelaste van Claris van de Ven weduwe van Jan van Nistelrooij voor 1/8; Jan Claas Pennings, Johannes Claas Pennings, Jan Schoenmakers gehuwd met Ariaantje Claas Pennings, Hendrien Claas Pennings weduwe van Hendrik van Kilsdonk voor 4/5 in 1/8; Hendricus, Jan, Willem en Geertruij van de Camp voor 1/8; Adriaan Cornelis van Erp voor zich en als gelaste van zijn zwager Arie van Nistelrooij gehuwd met Anne Marie van Erp; Johannes Cornelis van Erp; Helena Cornelis van Erp; Peeter van de Kandelaar gehuwd met Maria Cornelis van Erp voor 1/8; Nicolaas Janse van der Linden als gelaste van Maria Welberts van de Wassenberg weduwe van Albert van den Heuvel voor ¼ en Claris van de Wassenberg weduwe van Adriaan Claassen voor ¼ als wonende te Dinther, Berlicum, Schijndel, Uden, Schaijk en Rotterdam machtigen Wijnand Claas Pennings, wonende te Schijndel om namens hen te verkopen aan Hendrien Peeter Zegers weduwe van Peter van Gerwen te Schijndel hooiland te Wijbosch.

7 Johannes Dirk van Doorn en Gerrit van Roij, leden van de municipaliteit van Veghel verklaren ter instantie van Johan de Jong, secretaris van Veghel, dat zij als commissarissen benoemd zijn tot overleg met de Hannoversche troepen over inkwartiering over 1793 betreffende betaling.

8 Johan Boellaard en Jacob Jacot, de laatste vorster, beiden te Veghel, van competente ouderdom en goeder naam verklaren ter instantie van Johan de Jong, secretaris van Veghel, dat zij op 11 juni 1795 ’s morgens circa 8 uur samen op het raadhuis te Veghel waren; dat daar ook present waren Adriaan van den Biegelaar en Cornelis Rietman, wonende te Erp en Johannes Dirk van Doorn, lid van de municipaliteit van Veghel en hun beklag deden betreffende betaling van Hanoversche troepen.