Archieven

50 Schepenen Cornelis van Houtum en J. van Grinsven zijn ter rekwisitie van Cornelis Hanegraaff, drossaard van Heeswijk gegaan naar huis van Joost Dobbelsteen te Heeswijk in den Fockershoek. Daar was tussen vrijdag 5 en zaterdag 6 februari 1802 rond middernacht ingebroken door kelderraam. Hendrien de vrouw van Joost Dobbelsteen had een zware slag gehoord op de deur tussen de goot en de keuken. Haar man was ook wakker geworden en zij zagen 3 of 4 manspersonen voor hun bed in de keuken staan, met mes overdwars in hun mond, zeggend zwijg of wij snijden de hals eraf. Zij beiden en ook hun dochter zijn met touwen om de handen en voeten gebonden. Zij hebben het huis doorzocht en de sleutels van de kist en kasten gevraagd. Meegenomen hebben zij een goud kruis en knop, een gouden kruisknop en slot, kerkboek met zilveren slotje, nogal wat kledingstukken, slaap- en tafellakens, vlas, geld, zilveren mansbroekgespen en schoengespen en nog meer. Hun dochter was tegen de morgen los gekomen van de touwen en had daarna hen losgemaakt. Er waren sporen van paarden op zij van het huis.