Archieven

64 Johannes Nicolaes Richaerts en Joannes Jacobus Heuts overleggen als gevolmachtigde schepenen van Venlo een verzegelde verklaring, waaruit blijkt dat voor hen verschenen zijn Gerardus Holthuijsen met zijn vrouw Gertruijd Kerckhoff wonende te Venlo, Jacobus van Holthuijsen en Petrus Berrewits. Zij verklaren overeenstemming te hebben bereikt over de verdeling van de erfenis van hun overleden oom Mr. Wil. Hendricus Meuleman, auditeur-militair te Grave. Gerardus Holthuijsen en zijn vrouw ontvangen de helft. De erfgenamen van zijn overleden broer Jacobus van Holthuijsen ontvangen de andere helft. De verdeling hiervan is dan als volgt: Anna Sophia Schepens, de weduwe van zijn broer, en haar vier kinderen Theodorus van Holthuijsen, Aleida Petronella van Holthuijsen, gehuwd met Petrus Berrewits (Berrewijck), Jacobus van Holthuijsen en Emerentia van Holthuijsen krijgen elk 1/6 deel. Ten slotte gaat het resterende twaalfde deel naar de kinderen van zijn nicht Joanna van Holthuijsen als zijnde het erfdeel van haar overleden moeder. W.g. A.E. Ruijs, secretaris van Venlo. Geprotocolleerd: 08.08.1753. Toegevoegde aantekening: op de gezegelde omslag wordt vermeld dat het inliggende contract opgesteld is door enerzijds Gerard Holthuijsen en zijn vrouw, en anderzijds de weduwe en de kinderen van de overleden broer Jacob van Holthuijsen. De omslag is ondertekend door Johan Hestusius, landschrijver van Batenburg.