Archieven

110 Advocaat van Willigen, lasthebber van juffrouw Petronella van Holthuijsen, verkoopt op basis van een akte van afstand in plaats evictie (dd 08-07-1719), een huis en hof, groot 3 hont, toebehorende aan Jan Otten de Cort en Jantje Gerits, gelegen te Neerlangel, een zijde Wilm Martens, andere zijde Willem Gielens, een eind de Wettering, andere eind de gemene straat. Jan van Merle, lasthebber van de heer majoor van Rijswijck, verklaart dat hij een obligatie van 100 gulden in dit huis heeft staan. Peter Milsbeek verklaart dat hij nog een rekening van 70 gulden open heeft staan ten laste van wijlen Derriske Gerits, vanwege de behandeling (’t reijnigen van haer gekankerde borst”). Hij wil voorrang bij de uitbetaling van de gelden. Juffrouw Holthuijsen heeft 100 gulden tegoed wegens een obligatie (Ravenstein 05-04-1707) en nog 60 gulden aan achterstallige rente. Wilm Gielens koopt het huis voor 300 gulden op 11-08-1722, maar geeft dat op 27-10-1722 over aan Peter Burgers en Claes Jan Denen. Zij lossen ook de schuld bij Petronella van Holthuijsen af.