Archieven

9 Den xiii-ten septembris anno xv lxxxv-tijch.

Heeft Peter Willem Jacops gedient van antwoirdt tegen Gerit Antonis Roeff, ut dabit in scriptis ad proximum.

Marten Ariaens heeft bekent voor scepenen dat hij wil betaelen Lenaert Aerts dat zijn roije scaede.... in den bempt die hij van Hanrijck Janss gehuert heeft.

Nicolaes Martens heeft bevonnist met scepenen geloeft Loije Nelen en Jannen Nelen en dat ter causie van vijff en tweentijch gulden cum expensis.

Jan Janss van den Moelen dient verbaelijck van aenspraeck contra Goort Delis Joordens, ut dabit ad proximum in scriptis.

Sijmen Aerts dient verbaelijck van aenspraeck tegen Peter Aerts van Voelkel, ut dabit in scriptis ad proximum.

Meester Hanrijck de Custer is gewesen te rijchten aen persoon van Roeff Janss oijfte aen zijne goet genoempt den Jonge Roeff ter volledonighe van zijne aenspraecke ad proximum.

Weduwe Gijsbert Lamberts is gewesen te rijchten aen den persoon van Melis Willems oijfte aen zijne goet ter voleldonighe van eenre beletten van iii gulden viii stuivers en den selve op sall met in recht ontfangen moegen worden zonder voorgenoemde namptisatie.

Hanrijck Claes is gewesen te rijchten aen Hanrijck Jacop Gijsberts en den weduwe Jan Rutten ter volledonighe van beletten bij hen in den gerijchte geexhibeert en zijn met ontfangbaer in recht zonder voorgenoemde namptisatie.
Weduwe Jan Rutten x stuivers, Hanrijck Jacop Gijsberts ii gulden iii stuivers.

10 Op ten xxvii ….. maendt september

Peter Willems Jacops presenteert Geraerden …. ....nis als momboir van den onmundighen Roeff Thonis Roeff kijnderen behoorlijck rekeninge.

Gerit Geraerts van Grotelt is gewesen te rijchten aen den gelovers ofte aen den guedens ter casie van hondert en acht gulden met behoorlijke pacht nae vuijtwijsen van sijne bescheeden cum expensis zoe en inne vuegen dair inne hem geloeft is.

Die weduwe Laurens Peters heeft op huijden date deses behoorlijcke onder de wit gestelt de somme van vijff en vijfftijch gulden en thijn stuivers tot behoeff Maes Hoeben, wairmede zij gemeijnt te volstaen en dair over noch een daelder is ter somme van seven en vijfftijch gulden van welcken zij begert restitantie.

Peter Roleff heeft bevonnist met scepenen geloefte Lenaert Goessen Wouters en dat ter causie van hondert gulden ad xx stuivers den gulden met den pacht thondert tegen zeven, beheltelijck wesende dair op gegeven is sall coorten.

Aert zoene wijlen Faes Aerts en Laurens Adriaens van Waelre zijn momboiren gewoorden van den onmundighe kijnderen Hanrijck Jacops van Eck en hebben geloeft als momboiren der kijnderen guederen te regeren als hen eijgen goet en te doen taelen versueck van onmundijghe rekeninge, bewijs et relignia.

Mathijs Peters dient verbaelijck van aenspraeck contra Gerit Hanrijck Driess, ut dabit in scriptis ad proximum.

Item Peter Jan Tielens is gecondempneert te verlenen bescheeden ten behoeff Margrieten Hornkens van den tijterlijke van den crijch van den lande van den wijntmoelen nae vuijtwijsen den versueck.

11 Den elften octobris anno xv en lxxxv-tijch

Hanrijck Aert Hornkens dient verbaelijck van aenspraecke contra Aert Willems en de weduwe Wijnant Doelvoet, prout in scriptis ad proximum overtegende.

Roeff Jan Jacops de Jonge dient verbaelijck van aenspraecke tegen Hanrijck Hanrijck Timmermans, prout in scriptis ad proximum overtegende.

Hanrijck Aerts de Jonge verclaert dat hij te naesten over sall geven tegen Jan Lucas nae vuijtwijsen dat brijefken en presenteert zijne eedt te doen of dat hij Jan voorschreven zijnen eedt dat nae vuijtwijsen dat brijeffken dat hij Hanrijck alsdan exhiberen sall.

De weduwe Peter Jan Meeus heeft bevonnist Huijbert Goessen Wouters, Peter Dijerck Jacops en Gerit Hanrijck Driess, als gesworenen van jaere xv en lxxxiii-tijch en dat ter causie van ses gulden geldende gelt en is gewesen te rijchten en persoon van voorgenoemde oft aen hen goet.

Meester Hanrijck de Custer dient verbaelijck van aenspraeck in materie van contradictie contra Roeff Janss de Jonge, prout in scriptis overtegende.

Aenspraeck voor Gerit Gerits van Grotelt spreekt aen voor recht te voorgenoemde Geraert Sijmen Aerts, schoenmecker en doet ter causie van ii gulden van vijff stuivers van vercoefte ruijmen, vermijdt hem des condt concludeert tot betalinge cum expensis van voorgenoemde somme.

De geswoerenen van Erp zijn geweest te rijchten aen Everaert Jan Meeus ter volledonige der geloefte voor scepenen van Erp geloeft nopende dat hij soude alsoe cnielen en volledoen den slach die sijns soen den forme van pradilia hadt geslaegen dat het duerp van Erp daer egheen schaije aff hebben sall.

Daniel Peters is gewesen te rijchten aen den weduwe Jan Dries ter volledonige van eenre baletten hem Danielen voorgenoemd gegeven bij ordinantie van den geswoerenen van Erp, belopende deselve beet - ii gulden - xvi stuivers cum expensis.

Leest vonnis,

12 Den xxv-tijchten octobris anno xv en lxxxv-tijch

Peter Korstiaens is gewesen te rijchten aen Wouter Hanrijcx ter volledonige van een belette van xvi stuivers en dat hij Wouter voirgenoemd niet en sall wesen de verfancbair zonder voirgaende namptisatie.

Josep Peters versueckt alnoch comparant vuijt alle sijne bescheede visie en lectuere van Hanrijck Vrijnss en vervallen, gevallen is daeraff merckelijk protesteren en dat scepenen niet en sullen behoiren recht voorderinge te doen zonder dat deselve gerst sal hebben gehadt.

Meester Hanrijck de Custer dient verbaelijck van aenspraeck tegen Jan Dijercx Smit, prout dabit in scriptis ad proximum.

Hanrijck Aerts ut supra volemechtige is gewesen te rijchten Mechgelt Rutten aen Peter Gommers.

Heer Daniel van Beeck is gewesen te rijchten aen Joost Gijsberts nae vuijtwijsen zijnder aenspraeck.

Jenneke, huijsvrouw Jacop Wouters dient verbaelijck van aenspraeck tegen Hanrijc Gerit Josep, ut dabit in scriptis ad proximum.

Jan Aerts Verluecken is gewesen te rijchten aen Elijsabeth Laurens Janss nae vuijtwijsen der aenspraeck.

Maes Hoeben refilieert van zijn recht hem bedancken 't goets rechts tegen Jan Backermans.

De Heilijge Geest meesters zijn gewesen te rijchten aen Ijcken weduwe Jan Lucas nae vuijtwijsen hender... aenspraecke op en tegens hair in den gerijchte van Erp geexhibeert oft aen hair goet ter volledonige van der geheijste somme in den aenspraeck gemelt.