Archieven

13 Leendert Martens van Dommelen, te Erp, verklaard over zijn onmondige kinderen met namen Hendrina, Johannes, Marten en Hendrik, in huwelijk verwekt bij nu wijlen Maria Peeter van den Berg, en verzoekt om tot voogden aan te stellen, Cornelis Aart Scheepers en Jacobus Jan Hendrix, beide wonende te Erp.

14 Jan Hanegraaff en Peeter Peeter Kandelaars, schepenen van Erp, zijn op verzoek van Benjamin de Jong, Heer van Frisselsteijn en Drossart van Beek en Donk, gegaan naar de hooibeemden alhier, genaamd de Sluijsbeemden naast de Veluwe. Door de voornoemde Benjamin de Jong op de 2e juli 1790 bij een publiekelijke verpachting verpacht is aan Jan Claassen van den Acker, dat door ons aldaar is gezien, dat de Elsen heg waarvan het schaarhout publiekelijk is verkocht in 1789, voor een groot gedeelte is afgekapt. Zoals het schijnt, is dat tegelijk gebeurt met het maaien van het gras en zodoende aan den eigenaar Benjamin de Jong, grote schaden is toegebracht.

15 Hendrik Andries van Schijndel en Anna Maria Janse van den Elsen, echtelieden te Erp, maken hun testament op de langstlevenden. De testatrice is ziek van lichaam, liggende te bed. Testament is opgemaakt ten woonhuizen van de testateuren, staande op Heuvelbergh.

16 Op verzoek van D.D. de Kempenaar, Rentmeester der Geestelijke goederen van het kwartier Peelland, volgens de resolutie van 10 januari 1755. Hebben wij schepenen van Erp, nagegaan om te ontdekken dat Zeeger Jacobs, de weduwe Jan Maas, Jan Maas, Peeter Claas Peters en Jenneke zijn zuster, Hendrik en Jenneke, kinderen van Claas Peters, of zij meerdere goederen hadden, dan die welke op 21 april 1790 door den Rentmeester bij executie zijn verkocht. Te weten; huis, land, hof met land en groes in den Beusen, hooi in de Aabroek. Zij verklaren niets ontdekt te hebben of de gemelde personen enige goederen hadden verzwegen.