skip naar content skip naar hoofdnavigatie spring naar service navigatie
sluit
Hulp nodig?

Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.

Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)

Meer informatie over de chat-service? Klik hier

Online op dit moment

Stel je vraag

Mariët Bruggeman
Mariët Bruggeman Bhic
Menu
sluit
Hulp nodig?

Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.

Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)

Meer informatie over de chat-service? Klik hier

Online op dit moment

Stel je vraag

Mariët Bruggeman
Mariët Bruggeman Bhic

Archieven

Index schepenprotocol Veghel (7700.93)

beacon
367  records
 
 
Schepenakte
345 Voor de stadhouder, schepenen en substituut-secretaris van Vechel verschenen Steven Gerrit Stevens, oud ongeveer 79 jaren, Evert Stevens, oud ongeveer 40 jaren, en Willem Steeven, oud ongeveer 37 jaren, zijn zonen, en Jan Jan Lamberts, oud ongeveer 50 jaren, Jan Janse zijn zoon, oud ongeveer 13 jaren, Thonij Jan Hendrik Ariens, oud ongeveer 40 jaren, en Grietje Hendricks, oud ongeveer 20 jaren, allen gedaagd op verzoek van de stadhouder. Evert Stevens verklaart 'dat dese morge omtrent tien uuren met zijn kar is komen vaeren door de straet met intentie ende voorneemen omme te gaan met de andere voornoemde deponenten om te gaan afmaijen het kooren staende alhier op Middegaal op zijn lant en huijs bewoont ende gebouwt wordende bij Hendrick Willems van Dijk, het welcke hij gemelte eerste deponent opden negende deser maant publiquelijk ende ten overstaen van den officier, scheepenen, substitut secretaris en vorster gekogt en afgemeynt hadde, wordende hetselve kooren verkogt voor de agterstaande verponding ende dat hij eerste deponent komende met zijn kar als voor omtrent de huijsingh van Peter Lambert Dircks dat hem aldaer is ontmoet Aert Goorts dewelke willde hebbe dat hij deponent met zijn kar soude stil staan, hem seer drijgende om dit of dat te doen. Waer op hij eerste deponent om hulp riep ende wederom voort vaerende hij Aart Goorts voorschreven hem deponent wederom dede stilstaan voor het huijs van Gijsbert Jan Teunis de Smidt, hem dreijgende als voore en alsoo vervolgens koomende ontrent de huijsinge voorschreven. De gesamentlijke deponenten verklaren wijders dat dese morgen ter plaatse voorschreven het verkogte kooren hebben helpen afmaeijen en opbinden ende dat mede doende zeijnde dat op haar een schoot gelost is komende van de erven en uijt de graaf van Aert Goorts voornoemt, de schoonvaeder van gemelte Hendrik Willems van Dijck door de hegge waermede ende waer van hij eerste deponent geraekt is in zijnen linkerbeen, en heeft daer van behouden een blauwe blek,
Vervolg:
dat meede hij darde deponent met name Willem Stevens daer van geraakt is in de regter zij en heeft daer van behouden twee roode plakken naat ‘t welke zij deponenten terugge zijn gegaan naer de voorschreven graeff dog se hebben niemant aldaer gevonden ende dewijle zij haere drie paarden door het schieten verschrickt zijnde moeste vast houde, dat daerom de dader niet en hebben kunnen vervolgen. Verder verclaeren zij gesamentlijcke deponenten dat wederom aan haer werk gaande en zijnde, als doen voor de tweede maal van deselfde plaats op haar geschooten is waardoor hij eerste deponent geraekt ende gequest is met hagel aan zijn slinkerhant tussen de twee voorste vingers, dat het bloet daer op aenstonts is gevolgt, dat mede Jan Jan Janse daar door geraekt is ende gequest in de kuijt van zijn regter been. Naar alle het welke zij deponenten haer werk gestaakt hebben. Wijders verclaren Willem Stevens, Jan Jan Lamberts, Jan Jan Janse zijn soon, ende Margrietje Hendricks, dat sij bij haar werk stil staande gesien en gemerckt hebben dat den daader wederom voor de derdemaal in de graaff quam, waerop zij naer de graeff zijn toegegaan ende heeft hij Willem Stevens als doen gesien dat daer in was Hendrick Willems van Dijck hebbende een roer in de handt waermede hij haer siende aenkoomen is gemelte Hendrick Willems van Dijck uijt de graeff geklomme en eweg geloopen, roepende hij Willem Stevens hem nae: "Voogel, ik kan jou nu." Verclarende mede Jan Jan Lamberts, Jan sijnen zoon ende Margriet Hendricx hem te hebben sien wegloope met het roer, dogh dat gemelte Hendrick Willems haar t’ eenemael onbekent is.' 'Getuijgende mede gemelte stadthouder Gerardt Vermeule, scheepen en chirurgijn, ende dat in haer presentie den hagel uijt de bloedige handt van Steven Gerrits te zijn gehaalt en dat gemelte gequeste persoonen haere teekenen haar hebben vertoont en bij ‘t passeren desen haer te zijn gebleken.
Vervolg 2:
Eijndelijk verclaert Steeven Gerrit Stevens dat gemelte goet voor dese heeft verhuurt gehadt aan Aert Goorts, die het overgelaeten heeft aan Hendrick Willems van Dijk, sijnen schoonsoon, ende dat hij die huur aen Aert Goorts voorschreven in de kersdagen jongstleden door de vorster deser plaetse heeft doen opseggen, die ook is komen te expireren, namentlijk de huur van de huijsinge pinxteren jongstleden, dat mede hij eerste deponent den gemelte Hendrik Willems meermaelen soo gerigtelijk als civilijk heeft doen aenseggen om uijt zijn huijs te vertreckken, dogh dat tegens zijn wil en sin met zijn familie daer ingebleven is, sulx dat genootsaekt is geworden om met het gerigt op den negende julij hun uijt zijn huijs te gaan setten, dogh dat evenwel met gewelt daer ingebleven en als nogh tegen zijn wil daer in is blijvende.' Getuigen: J. Boor, en Adrij Smits en Geraert Vermeulen, schepenen, en H. Bijmans, substituut-secretaris.
Persoon in schepenakte:
Hendrick Willems van Dijk  
Jan Teunis de Smidt  
Hendrik Willems van Dijck  
Hendrick Willems van Dijck  
Thonij Jan Hendrik Ariens  
Steven Gerrit Stevens  
Jan Jan Lamberts  
Peter Lambert Dircks  
Jan Jan Janse  
Steeven Gerrit Stevens  
Evert Stevens  
Willem Steeven  
Jan Janse  
Grietje Hendricks  
Aert Goorts  
Aart Goorts  
Willem Stevens  
Margrietje Hendricks  
Margriet Hendricx  
Hendrick Willems  
Gerardt Vermeule  
Steven Gerrits  
Hendrik Willems  
Geraert Vermeulen  
J. Boor  
H. Bijmans  
Datering:
11-8-1698
Pagina:
691-694
Soort akte:
Verklaring
Plaats:
Veghel
Toegangsnummer:
7700
Inventarisnummer:
93
Bron:
Schepenbanken
Geografische namen:

Gebruik CTRL + scroll om te scrollen

Ga
 
 
 
 
 
Schepenakte
346 Deze akte is doorgestreept. Voor schepenen en substituut-secretaris van Vechel verschenen Willem Jan Teunis van Eerdt, 'gesont van lighaem gaende en staande' en zijn vrouw Adriaentien Jan Rovers van den Groenendaal, 'sieck te bedde leggende', om hun testament op te maken: Zij bevelen hun zielen aan bij God en willen dat hun lichamen na zijn dood behoorlijk begraven zullen worden; de langstlevende erft alle goederen, 'soo ende gelijck den testateur van sijne ouders is aangekomen, als mede van alle goederen die zij testateuren bij malckanderen in desen staande huwelijck hebben verkregen ende geconquesteert', 'behoudelijck hare kinderen bij malkanderen verweckt de ligitime porsie'; als de langstlevende hertrouwt, moet die aan ieder van hun gezamenlijke kinderen bij hun huwelijk 150 gulden geven, als hij of zie niet hertrouwt dan 'soo veel als haer gelieven sal'; als de testateur als eerste overlijdt, dan zal de testatrice het vruchtgebruik van alle goederen hebben, en na haar dood is het erfrecht voor de kinderen, en na de dood van de kinderen vererven die goederen op de broers en zussen van de testateur, 'daer de selve vandaan sijn gecomen'. Getuigen: Hendrick van Kielsdonck, Marten Oppers, schepenen, mij present H. Bijmans, substituut-secretaris. Bijschrift: Willem Jan Teunis van Eert en Ariaentien Jan Rovers van den Groenendaal verklaren op 21-11-1701 dit testament nietig. Getuigen: H. van Kielsdonck en Marten Oppers, schepenen, mij present H. Bijmans, substituut-secretaris.
Persoon in schepenakte:
Jan Teunis van Eerdt  
Jan van den Groenendaal  
Jan Teunis van Eert  
Hendrick van Kielsdonck  
Marten Oppers  
H. Bijmans  
H. van Kielsdonck  
Datering:
21-8-1698
Pagina:
695-698
Soort akte:
Testament
Plaats:
Veghel
Toegangsnummer:
7700
Inventarisnummer:
93
Bron:
Schepenbanken
Geografische namen:

Gebruik CTRL + scroll om te scrollen

Ga
 
 
 
 
 
Schepenakte
347 Voor schepenen en substituut-secretaris van Vechel verscheen Gerrit Janssen van der Heijden, 'sieckelijck naer den lighaeme', om zijn testament op te maken: Hij beveelt zijn ziel aan bij God en wil dat zijn lichaam behoorlijk begraven zal worden; hij benoemt tot zijn enige en universele erfgenaam Gerrit Gerrits Verweteringe, 'sijnne neve'; Gerrit Gerrits Verweteringe moet aan Maijken Gerrite Verweteringe, 'sijnne suster', 200 gulden geven en aan Jan Hendrick Rutten als van Elisabeth Lamberts 60 guldenen 100 gulden aan al zijn neven en nichtenen 'eene maeltijt ten dagen der begravenisse mede te nutten'. Getuigen: Geraert Vermeulen en Marten Oppers, schepenen, mij present H. Bijmans, substituut-secretaris. Bijschrift: 'dit testament is den 4 december 1698 gedoijt op dit prothocol'.
Persoon in schepenakte:
Gerrit Janssen van der Heijden  
Gerrit Gerrits Verweteringe  
Maijken Verweteringe  
Jan Hendrick Rutten  
Elisabeth Lamberts  
Geraert Vermeulen  
Marten Oppers  
H. Bijmans  
Datering:
7-9-1698
Pagina:
699-701
Soort akte:
Testament
Plaats:
Veghel
Toegangsnummer:
7700
Inventarisnummer:
93
Bron:
Schepenbanken
Geografische namen:

Gebruik CTRL + scroll om te scrollen

Ga
 
 
 
 
 
Schepenakte
348 Jan Janssen van den Hurck en Gerardt Vermeulen, schepenen en Harmen Bijmans, vorster van Vechel, verklaren op verzoek van de hoogschout 'dat wij ons den 8 deser maant des voormiddags vervoegt hebben ten huijse van Jan Jansen van Dungen alhier op Middegaal woonagtig en aldaer gevonden het doode lighaem van Teunisken, weduwe Jan Jansen van den Dungen, mitsgaders ten selve huijsen Jan Paulussen, Hendrick Gijsberts, ende Geertruijt, weduwe Leunis van Helvoort, de welcke ons verklaarden dat sij het gemelte doode lighaem den 7 deser maant des voormiddags ontrent negen uuren hebben gevonden, naer dat de geheele nagt daar na gesogt hadden, alhier in de Middegaelse velden, tegens de Kleijne Geer, staande regt over eijndt in eene sloodt, leggende met hooft en armen boven water op de kant van de wal, niet anders hebbende konnen oordeelen als dat int soecken van een kalf gemelte Teunisken Jansen door die graeve hebbende willen gaen en door swackheijt en haeren ouderdom van ontrent vier en zeventig jaeren, de wal niet en heeft konnen opkomen, of opklimmen, en alsoo door koude is verstijft en verongeluckt. Soo sij verklaerde en oordeelde, en ons oock geen andere teeckene die de doot mogte hebben veroorsaackt aant lighaam sijn gebleecken.' Getuigen: Geraert Vermeulen en Jan Jansen van den Horck, schepenen en H. Bijmans.
Persoon in schepenakte:
Jan Janssen van den Hurck  
Jan Jansen van Dungen  
Jan Jansen van den Dungen  
Jan Jansen van den Horck  
Leunis van Helvoort  
Gerardt Vermeulen  
Harmen Bijmans  
Jan Paulussen  
Hendrick Gijsberts  
Teunisken Jansen  
Geraert Vermeulen  
H. Bijmans  
Datering:
8-9-1698
Pagina:
702
Soort akte:
Verklaring
Plaats:
Veghel
Toegangsnummer:
7700
Inventarisnummer:
93
Bron:
Schepenbanken
Geografische namen:

Gebruik CTRL + scroll om te scrollen

Ga