7700.93 Index schepenprotocol Veghel (7700.93)
11 Daendel Daendels van Kilsdonck, oud ontrent 25 jaren, gedaagd als voor heeft verklaard dat 'langen tijt genegentheijt gehadt hebbende tot Elisabeth Hendrickx van den Boogart, oock dickmaels aen haer huijsinge heeft geweest omme met haer minnelijck discoursen houden, dat tot dien eijnde tot drie distincte reijsen des ‘s nachts is gecomen over de plaets van Harmen Bijmans ende dat door de zeijde venster van Thomas haeren broeder is in huijs gecomen. Hebbende de selve venster den uijtsigt op de plaets voorschreven ende is bij haer gaen leggen op het bedde tot het aenkomen van den daege, onder andere verklaert hij deponent, dat den 17en meert laest leden bij haer leggende als voor en ten huijse van Johannis van Lieshoudt, haere swager, met malkanderen discourssen hebben gehadt van Matthijs van der Putten, onder welcke redenen Elisabeth voorschreven seyde tegen den deponent: "Ick mag Matthijs wel leijden. Ick sal hem niet vergeten." Verders attesterende getuygt hij deponent dat des donderdags den 15den daer voorens des avonts den preciesen dag onbegrepen bij hem deponent aen den hof van Wouter van der Santvoort is gecomen Anthoni Spirincx, en vraegende of hij deponent van hem als mede pretendent van Elisabeth van den Boogaert voorschreven met eenige rekonitie ofte erkentenis wilde te vrede wesen, ende dat dien volgende mogte gaen ende worden gepresenteert voor Mathijs den Ketelaar, waer op hij deponent antwoorden: "Komt ghij dat nog versoecken naedermael dat ghij weet dat se al berijts versogt hebben van den stadthouder om te saemen te weten Mathijs ende Elisabeth te ondertrouwen," waer nae soo hij deponent als Anthoni Spirinckx sijn gegaen aen het huijs van Anthonij Dirckx daer Anthoni Spirinczx hem wederom vraegde ofte hij met een reconistie wilde te vreden sijn, waer op itrativelijck antwoorden: "Of ghij het seijt ofte den Ketelaer, ick prettendeeten ende wil se hebben," wanneer Anthonij Spirinckx antwoorden: "Ick hebbe meermaels een blauwen scheen geloopen."
Vervolg:
"Soo sal ick dit dan oock loopen," daer mede van sijn stoel op springende, ende sijn die discoursen daer mede afgebroocken.' Getuigen: C. van der Hagen en A. Verputten, schepenen, en H. Bijmans, substituut-secretaris.
Persoon in schepenakte:
Datering:
3-4-1685
Pagina:
22-24
Soort akte:
Verklaring
Plaats:
Veghel
Toegangsnummer:
7700
Inventarisnummer:
Bron:
Schepenbanken
Geografische namen:
1 gedigitaliseerd