Archieven

13 Jan Jan Peter Huijberts de Lorge, mede optredend voor zijn broer Peter, verklaart te zijn overeen gekomen met Peter Janssen als man van Jenneken Jan Daniels, en als erfgenaam van Daniel Jan Daniels, ‘ende sulcx ter saecken uyt hoofdden spruijtende dat Jan Daniels als momboir van de twee eerste comparanten heeft geadministreert hare goederen, ende dat bij gedaene reeckeninge den voornoemden Jan Daendels int sloth der selve een seeckere somme van penningen aen den onmondigen schuldigh is gebleven die men juyst niet en weet, ende dat de reeckeninge niet te vinden en is, soo bekent ende belijt Jan Jan Peter Huybers q-qa. met de somme van een hondert en acht en twintigh gulden geneucht ende voldaen te syn uijt handen van Peter Janssen, verclare denoyt ofte oijt soodanige reeckeninge want die gevonden wiert eenigh pretens daer op te maecken, maer het slach der selve te laeten casseren’. Getuigen: Joost van der Poll en Corstiaen van de Ven, schepenen, en M. Niekens, secretaris.

14 ‘Alsoo questien ende verschil stonden te causeren thusschen Peter Janssen als man ende momboir van Jenneken Jan Daniels van Bergeijck, ende erfgenaam van Daniel Jan Daniels van Bergeijck ter eenre, Jan Jacob Denissen, Jacob Fredericx de Bie, Jan Henrickx de Wit, Aert Jan Willems als man ende momboir van Emken Melissen sijne huijsvrouwe, mitsgaders Jan Henrickx van Erp, alle te samen erfgenamen wijlen Arien Goossens ter andere zijden, soo hebben de voornoemde comparanten om te prevenieren de processen die mochten comen te rijsen gemaeckt en geslooten die naervolgende accoordt ofte contract, ende sulcx ter saecke van ontfangen cooppenningen gelicht door Jan Daniels van Bergeijck in den jaere 1684 ter secretarije van Vechel, monterende ter somme van vijftigh gulden wegens vercoop van schaerhoudt als andersints, waer van de vercoopcedul ofte eenige andere bewijsen niet te vinden sijn’. De eerste comparant zal 11 gulden en 10 stuivers betalen aan iedere comparant, ‘waer mede alsdan die voorschreven coopceel of andere schriften ten laste van Jan Daniels uijt hoofde als boven staende te voorschijn komen, sal wesen voldaen’. Getuigen: Joost van der Poll, Corstiaen van de Ven, schepenen en M. Niekens, secretaris.

15 Voor schepenen van Veghel verschenen Jan Claes Marcelissen, ‘regerende borgemeester deses dorps van Vechel’ en Jan Aert Claessen, ‘oudt verpondinghbeurder, mede inwoonder alhier’, om op verzoek van Dirck Jan Lamerts Verhaegen, wonende te Erp een verklaring af te leggen. Ze verklaren ‘dat de requirants Dirck Jan Lamerts vader en moeder sijn geweest inwoonderen deser voorschreven plaetse, wonend in haer leven alhier aen het Havelt, sijnde mede van gequalificeerde inwoonderen deses dorps op wiens handel ende wandel niet en was te seggen, als dat sij haer leven lanck hebben gecomporteert als eerlijcke en vroome luijden betaemen en toestaen te doen, wijders dat sij in haeren houwelijck wettelijck hebben geprocreert ses kinderen en daer onder den requirant, die is comen te trouwen tot Erp. En dat zedert den requirant alhier gewoont heeft sich altoos eerlijck en vroom heeft gedraegen als een jonghman toestaet te doen en oock zedert sijne uijtwooninge niet anders hebben hooren spreecken.’ Getuigen: Handrick van Kielsdonck, Dierck van Tillaers en Rover van den Groenendael, schepenen, en M. Niekens, secretaris.

16 Deze akte is doorgestreept. Voor schepenen is verschenen Gerrit Joris Bogarts, ‘gesont van lichaem gaende en staende’, om zijn testament op te maken: Hij beveelt zijn ziel aan bij God en wil dat zijn lichaam behoorlijk begraven zal worden; Hij legateert aan Catelijn, Geertruijt, Anneken en Maria, kinderen van Joost Joris Boogarts 12 gulden eens, zijnde ieder 3 gulden; ‘Verders soo maeckt hij testateur voornoemt tot sijne universele erfgenamen Jan Willems van Boxmeer, Matthijs Niekens als man ende momboir van Maria van Boxmeer, ende Lamert Goorts als man ende momboir van Emerentiana van Boxmeer, sijnde susters kinderen, heer ende meester in alle sijne verdere goederen’; ‘ende dit om redenen hij testatteur schuldigh was een obligatie van veertigh gulden aen de voornoemde drie kinderen dien haer vader zaliger aen hem hadden verstreckt haer portie al over lange hebben genoten’; Getuigen: Ariaen Aert Goorts, Rover van den Groenendael, schepenen en Dierck van Tillaers, ‘in plaes van den seekertaris’. Bijschrift: ‘dit testament is gerevoceert ende de veertigh guldens verschult aen de erfgenamen Willem Lambers van Boxmeer sijn voldaen’ op 23-04-1717. Getuigen: Henrick van Kilsdoncq ende Jan Ariens Verhoeven’, M. Niekens, secretaris.