Archieven

9 Voor schepenen van Veghel verschenen Joost van der Pol, ‘mede schepen’, Jacomijna van der Wel vrouw van Harman Bijmans en Elisabeth van de Laer vrouw van Anthonij van Geelkercken, inwoners van Veghel. Ze verklaren te blijven bij verklaring die ze in Veghel op 24 januari 1714 op verzoek van Huijbert Godtvree afgelegd hebben ten laste van Jenneken weduwe Sijmon van Rixtel, ook wonend te Veghel. Getuigen: Corstiaen van de Ven, Dierck van Tillaers, schepenen en M. Niekens, secretaris.

10 Matthijs Niekens, ‘secretaris van Vechel’ verpacht aan Aert Janssen Roverts voor 6 jaren ‘huijs, hoff en aengelagh, groot ontrent vier looppensaten binnen de grontheerlyckheijt Dinther’, e.z.: ‘den verhuerder ofte Henrick van Puijffelick’, a.z.: erfgenamen van Willem Rutthen, e.e.: Paulus Henrick Jan Willems, a.e.: de gemeyne straet. Met de voorwaarden, waar onder: ‘ende alsoo het aenveert naer affscheijdinge alsoo te verlaten de verhuerder reserveert want versocht wert een uijtvaert voor Paulus Henrick Jan Willens wegens het gebruijck van den Hulsacker, mitsgaders het schaerhout, doch het gene dient tot vredingh dal bij den verhuerder aengewesen werden’. Henrick Janssen van Thuijl ‘des verhuerders respective schoonvader’, stelt zich borg voor de pachter. Getuigen: Dierck van Tillaers en Rover van den Groenendael, schepenen, en M. Niekens, secretaris.

11 Inventaris gemaakt door Maria van Dooren weduwe Dirck Gerrit Jansen in den Elssen ten behoeve van haar twee minderjarige kinderen, met name Henrick en Marieken bij voorschreven van den Elssen. Hierna volgt lijst met ‘mobilaire goederen’. De kleren die haar overleden man nagelaten heeft zal zij laten vermaken voor haar twee kinderen. Hierna volgen ‘de erffhaeffelijcke goederen’. ‘huijs, hof en aengelach, groot ontrent dertien en een half loopensaet teullandt, aen malkanderen in dorp Vechel ter plaetse genaemt in den Elssen: Item euselvelt aldaer, groot ontrent vier loopensaeten; Item aldaer neven een dito klijnder, groot ontrent drie loopensaeten; Item hoijbeemt in den Elssen voorschreven, groot ontrent vijf karren hoijgewas jaerlijcx; Item alnoch ontrent twee karren hoijgewas binnen desen voorschreven dorpe achter Ham; Item ontrent anderhalf loopensaet teullandt alhier op het Middegael’; Item alnoch hoijveltie alhier ter plaetse genaemt in de Hoeve, groot ontrent drie karren hoijgewas; Item alnoch een kar hoijgewas alhier in de Buenders; Item alnoch acker, soo teul als groeslandt, groot ontrent drie loopensaten alhier in het Dorshout, gecomen van haere ouders’. Deze goederen zijn belast met: 31 gulden en 10 stuivers aan de heer M. de Tombes als rentmeester; jaarlijks 3 vaten gerst ‘aen den selven’. Getuigen: Dierck van Tillaers en Rover van den Groenendael, schepenen, en M. Niekens, secretaris.

12 Ariaen Willem Everts weduwnaar van Betien dochter van Jan Gerrits, toekomstige bruidegom aan de ene zijde en Maria Goorts van Dooren weduwe van Dirck Gerrit Jansen in den Elssen aan de andere zijde, verklaren dat zij willen gaan touwen. Ze maken huwelijkse voorwaarden op: De goederen genoemd in inventaris gemaakt door de bruid blijven voor haar twee kinderen verwekt door Dirck Gerrit Jansen in den Elssen; De goederen die de bruidegom van zijn ouders zal verwerven zullen na de dood van de bruidegom geërfd worden door zijn kind verwekt bij Lijsbeth Jan Gerrits; ‘begeren verders dat in de roerende goederen van beijde de sijden de voornoemde drie kinderen sullen deijlen egalijck hooft voor hooft, alsmede in de erfhaeffelijcke goederen die sij te samen staende haeren houwelijck comen te conquesteren’; Als ze samen kinderen zouden krijgen ‘reserveren daerinne de macht aen haer welgevallen om te disponeren als te rade over haere voorschreven goederen enwelcke deijlinge alsdan sal moeten geschieden bij doode van den eersten aflijvigen van de voorschreven contrahenten en sullen de daegelijcxse schulden mede egalijck en naer proportie werden betaelt’. Getuigen: Dierck van Tillaers en Rover van den Groenendael, schepenen, en M. Niekens, secretaris.