skip naar content skip naar hoofdnavigatie spring naar service navigatie
sluit
Hulp nodig?

Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.

Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)

Meer informatie over de chat-service? Klik hier

Online op dit moment

Stel je vraag

Vincent van de Griend
Vincent van de Griend Bhic
Menu
sluit
Hulp nodig?

Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.

Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)

Meer informatie over de chat-service? Klik hier

Online op dit moment

Stel je vraag

Vincent van de Griend
Vincent van de Griend Bhic

Archieven

Index schepenprotocol Veghel (7700.99)

beacon
1  records
 
 
Schepenakte
23 "Interogatorie ter instantie van Andries van Geelkerken, inwoonder alhier, te verhooren de persoonen hier neffens gemelt, alle inwoonderen alhier: Hendrik Tunisse van de Ven, out ontrent 45 jaren; Jan Daniels Crekelshoff, c. 40 jaar; Lambert Doncquers, c. 45 jaar;Francis van der Linden, c. 36 jaar; Hendrik Peters van den Elsen, c. 40 jaar; Ruth Peter van den Elsen, c. 31 jaar, ende Geerit van der Landen, c. 29 jaar; op de naarvolgende articulen 1. Off zij deponenten op 23-9 jongstleden, zijnde den dag des hoogsels wegens de verkogte goederen Gerit Aart Hendrix, ontrent den avont niet hebben geweest in het huijs van Bastiaan van de Werk, geregtsbode en herbergier alhier, en oft aldaar ook present was den requirant, Jan en Wouter soonen Gerit van Schaick? 2. Off Hendrik van de Ven, 1e deponent, sittende oft staande met den requirant, Jan van Schaik e.a., aan de tafel naest de glasen van de plaats niet hebben hooren seggen: "Dries," denoterende daarmede den requirant, die een tabax doos in zijn hand had, "laat my eens stoppen," ’t welk hij ook dede, en daar uijt gestopt hebbende de doos wederom aan den requirant hebben sien overgeven? 3. Off zij deponenten niet immediaat den requirant daar op hebben hooren seggen en beleeffdelijk presenteren aen voornoemde Jan van Schaick: "Wilt gij ook eens stoppen?" 4. Oft zy den selven Jan van Schaick daar op niet hebben hooren andwoorden: "Neen, ik geef de donder en blixem van uwen tabak," en meer andere brutale woorden? 5. Oft hij requirant daar op niet repliceerde: "Dat hoeft gij niet, want hij kost mij gelt gecost," en waar over nog eenige woorde wisseling gehouden wierde? 6. Oft zij deponenten onder dese woorden niet hebben gesien dat Wouter van Schaick, broeder van den selven Jan, daar over seer schielyk en hevig van ontrent de voordeur aan quaam springen en hem requirant by de mou vattende, seggende met seer veel vloekwoorden: "Wat ligt gij over my broer al en doet, bent ge een braaff kerel, gaat met mijn eens buijten,
Vervolg:
daar sal ik u exerceren," en hem tegelyk attaqueerde? 7. Oft zij deponenten den requirant daar op niet hebben hooren seggen: "Neen ik wil buijten de deur niet gaan en ook niet vegten, want ik verteer mijn gelt hier met plaijsier en ik soek geen questy."? 8. Den voors Wouter sig daarmede en vergenoegde niet gebeurt is dat hij Wouter hem requirant int huijs attaqueerde en te samen haar pluckende en krabbevuijste, tot dat eyndelyk den requirant onder en Wouter boven lag, en alsoo liggende verder bij haar deponenten niet is gesien dat Jan van Schaick zijn bloot mesch in de hant hadde, en digt by de vegtende stont, belette dat zij door de deponenten off andere gescheyden worden, en wel soodanig roepende en vloekende: "Soo er imant de couragie heeft dien de hant aan haar steeck om te scheijden, sal ik met dat mesch in zijn siel douwen, steken," oft diergelyke woorden? 9. Dat eyndelyk dese van den anderen geraakt zijnde, den requirant staande ontrent het vuur, als doen de deponenten niet hebben gesien dat den voors Wouter met zyn bloot mes naer den requirant toesprong ende daarmeede een groote snee door zijnen linkeren arm toebragt, soodaniglyk dat het bloet als een fonteijn daar uijt sprong en tappelings de hant affliep ende bij naar als flou raakte en alsoo door hulp van sommige der deponenten naar den chirurgijn bragten? 10. Den requirant ten huyse en onder verbant van den chirurgijn Vos alhier sittende, aldaar is ingekoomen den voors(creven) Wouter van Schaick, vragende dese woorden in substantie: "Dries," zijnde den requirant, "wat segt gij dat ik u gequets hebbe, dat is immers niet waar," alwaar bij den requirant halff flou vant bloijen zynde daar op is geandwoort: "Ja, Wouter, gij hebt het mij gedaan en anders geen." En oft hij Wouter daar op niet aanstonts eweg ging? 11. Wat hen deponenten verders van dese saak kennelijk zy?
Persoon in schepenakte:
Hendrik Tunisse van de Ven  
Hendrik Peters van den Elsen  
Ruth Peter van den Elsen  
Jan Daniels Crekelshoff  
Gerit Aart Hendrix  
Andries van Geelkerken  
Francis van der Linden  
Geerit van der Landen  
Bastiaan van de Werk  
Gerit van Schaick  
Hendrik van de Ven  
Jan van Schaik  
Jan van Schaick  
Wouter van Schaick  
Lambert Doncquers  
Datering:
25-11-1730
Pagina:
174
Soort akte:
Attestatie
Plaats:
Veghel
Toegangsnummer:
7700
Inventarisnummer:
99
Geografische namen:

Gebruik CTRL + scroll om te scrollen

Ga