Archieven

141 Schrijven van J.M.Brocx vanuit Waalre in verband met de omslag van de verponding voor de regenten van Veldhoven over 1782.

142 Fragment van een schrijven van de regenten van Diessen over de armoedige staat waarin hun ingezetenen verkeren, over de tienden, het gebrek aan fourage wat ze noodzakelijk moeten gaan halen in Holland of elders, over hun onvermogen allerlei lasten en schulden te betalen, betaling van paspoorten, konvooi- en licentgelden.Ze dienen een verzoek in tot vermindering in de verponding en andere belastingen.

143 Schrijven van Justus van der Hoeve vanuit Oss ‘op den Arendvlugt’ aan de heer Ackersdijck inzake de naar gewoonte gedane publicatie over het knuppelen der honden en dat op elke niet-geknuppelde hond die in het veld wordt aangetroffen een boete staat van drie gulden. Drie boeren zijn inmiddels gearresteerd nl. Piet Rijke van de Coevering te Schaijk, Claes Wellens borgemeester en Quirijn van Geffen hoevenaar. Hij wil graag informatie of die boeten inderdaad worden ingevorderd, om te voorkomen dat men straks geen enkele hond meer knuppelt.

144 Schrijven van G.H. van Beverwijk secretaris te Schijndel over de gebouwde hut door Lucas van Pincxten opt Viergemalen onder de jurisdictie van Schijndel, anders genaamd de Bodem van Elde. Na ingewonnen informatie blijken zijn vrouw en twee kinderen ziekelijk en daarom verzoekt van Beverwijk aan de raad en rentmeester nog even te wachten met het sturen van een deurwaarder ter ruiming van genoemde hut. Inmiddels zal men vanuit Schijndel de provisoren van de armentafel van Gemonde aanspreken om deze familie een passende woning aan te bieden.