Op fol. 38-64 staat een kohier of verantwoording geschreven, getiteld "uytganck nae eenen gelijcx sijn bedrijff, neringe ende theringe, faculteyt ende welvalen". Fol. 66-69 beschrijft enige landerijen met daarop rustende renten; vanaf fol 71 is het vonnis beschreven wegens een moord gepleegd door Melys Heymans in 1607