Afkortingen:
ARA = Algemeen Rijksarchief
R.A. = Rijksarchief
Coll. = Collectie
inv. = inventaris
inv.nr. = inventarisnummer
fol. = folio
fm = film(s)
ft = fotokopie(ën)
kw = Kwartier
r = recto (voorzijde van de folio)
mf = microfiche(s)
v = verso (achterzijde van de folio)
Veel van deze bronnen worden eveneens toegelicht of zijn gebruikt voor het proefschrift van Eduard van Ermen 'Feodaal-heerlijke verhoudingen en territoriale patronen in het middeleeuwse hertogdom Brabant (12de-14de eeuw) met bijzondere aandacht voor de regio Leuven', 6 dln. (K.U. Leuven, 1989). Dit proefschrift is te raadplegen op het stadsarchief te 's-Hertogenbosch. Voor de Meijerij van 's-Hertogenbosch is deze studie echter niet altijd even betrouwbaar. Zie voorts de kopnotities bij de verschillende onderdelen.
Voor het aantal microfiches per inventarisnummer of groep van nummers (soms staan meerdere inv.nrs. op één fiche) wordt verwezen naar bijlage I. Voorts dient te worden opgemerkt dat bij de beschrijvingen soms wordt verwezen naar op het Rijksarchief in Noord-Brabant te 's-Hertogenbosch reeds aanwezige oudere kopieën of afschriften, en naar aldaar berustende bronnen.
Rijksarchief in Noord-Brabant, 1997
Brabants Historisch Informatie Centrum
Karel V stelt het tarief van de Brabantse Landtol voor zalmen de vanuit Holland naar steden als Antwerpen en Brussel gevoerd worden vast op 1 stuiver per zalm tussen Kerstmis en Pasen en 1 blank (= 3/4 stuiver) tussen Pasen en Kerstmis. De tol wordt geheven van alle goederen de in het hertogdom Brabant worden ingevoerd. Voorheen bedroeg het tarief voor zalmen de 120e penning. De pachters rekenden 11 penningen zwarte = 3 groten en 8 mijten Vlaams. Vroeger bedroeg de aanvoer maar 60 tot 100 stuks per jaar. De prijs was hoog: in de Vasten wel 10 tot 12 Rijnsgulden. Tegenwoordig worden er veel meer zalmen gevangen, waardoor de prijs is gedaald tot 2 Rijnsgulden in de vastentijd en 8 à 18 stuivers daarbuiten. Thans worden in de steden Antwerpen en Mechelen wel 12.000 tot 16.000 zalmen per jaar aangevoerd. Vroeger kwam de zalm alleen in kleine partijen uit Deventer, Kampen, Zwolle en Vollenhove. Toen de aanvoeren stegen, gingen de pachters een lager tarief per korf rekenen. Acht tot negen jaar geleden hebben de pachters van de tol het op een accoordje gegooid met de waarden in Antwerpen en Mechelen, de de vis op de markt aldaar verkopen. De waarden geven nu de pachters geld en dwingen de visverkopers aan hen te leveren. De besturen van de steden Rotterdam, Dordrecht, Geertruidenberg, Schoonhoven en Lekkerkerk verzochten toen de vorst om een voor iedereen geldend tarief vast te stellen. Het nieuwe tarief geldt voor een periode van 10 jaar en de vorst behoudt zich het recht voor om het oude tarief weer in te voeren als de prijs van de vis mocht stijgen.
Karel V stelt het tarief van de Brabantse Landtol voor zalmen de vanuit Holland naar steden als Antwerpen en Brussel gevoerd worden vast op 1 stuiver per zalm tussen Kerstmis en Pasen en 1 blank (= 3/4 stuiver) tussen Pasen en Kerstmis. De tol wordt geheven van alle goederen de in het hertogdom Brabant worden ingevoerd. Voorheen bedroeg het tarief voor zalmen de 120e penning. De pachters rekenden 11 penningen zwarte = 3 groten en 8 mijten Vlaams. Vroeger bedroeg de aanvoer maar 60 tot 100 stuks per jaar. De prijs was hoog: in de Vasten wel 10 tot 12 Rijnsgulden. Tegenwoordig worden er veel meer zalmen gevangen, waardoor de prijs is gedaald tot 2 Rijnsgulden in de vastentijd en 8 à 18 stuivers daarbuiten. Thans worden in de steden Antwerpen en Mechelen wel 12.000 tot 16.000 zalmen per jaar aangevoerd. Vroeger kwam de zalm alleen in kleine partijen uit Deventer, Kampen, Zwolle en Vollenhove. Toen de aanvoeren stegen, gingen de pachters een lager tarief per korf rekenen. Acht tot negen jaar geleden hebben de pachters van de tol het op een accoordje gegooid met de waarden in Antwerpen en Mechelen, de de vis op de markt aldaar verkopen. De waarden geven nu de pachters geld en dwingen de visverkopers aan hen te leveren. De besturen van de steden Rotterdam, Dordrecht, Geertruidenberg, Schoonhoven en Lekkerkerk verzochten toen de vorst om een voor iedereen geldend tarief vast te stellen. Het nieuwe tarief geldt voor een periode van 10 jaar en de vorst behoudt zich het recht voor om het oude tarief weer in te voeren als de prijs van de vis mocht stijgen.