Int jaer ons Heren M. CCC. ende thien des sondaechs na sinte Marcus dach.
Voor de schepenen in die palen van de hoeven te Etten, Wouter Janszoon en Arnout Jacopszoon verkocht te hebben aan Arnout Jan Kouwenzoonszoon, een sester rogge, verpand op 1 1/2 bunder land, gelegen, zuid aan Aerts vonden Hou te, West aan Jan van Nots, noord aan Soeten Henricxdochter, oost aan Hendrik voors., en waarop Sint-Salvator's altaar 24 groote op heeft ; — en op 1/2 bunder made gelegen "in de Elshout", west aan Adriaan vanden Brande, zuid aan Goens vanden Dyc, west aan Gheen Smeets, noord aan die markt. [zie ook nr. 224]
Int jaer ons Heren M. CCC. ende thien des sondaechs na sinte Marcus dach.
Voor de schepenen in die palen van de hoeven te Etten, Wouter Janszoon en Arnout Jacopszoon verkocht te hebben aan Arnout Jan Kouwenzoonszoon, een sester rogge, verpand op 1 1/2 bunder land, gelegen, zuid aan Aerts vonden Hou te, West aan Jan van Nots, noord aan Soeten Henricxdochter, oost aan Hendrik voors., en waarop Sint-Salvator's altaar 24 groote op heeft ; — en op 1/2 bunder made gelegen "in de Elshout", west aan Adriaan vanden Brande, zuid aan Goens vanden Dyc, west aan Gheen Smeets, noord aan die markt. [zie ook nr. 224]