Int jair ons Heeren duysent vyerhondert negen en tsestich, vier daghe in Aprelle.
Voor Gerijt Godevaertszoon en Jacob Willem sBrouwerszoon, schepenen te Terheijden, verkoopt Cornelis Willem Donckerszoon aan Jan en Michiel Jan Thomaes Janszoon, een gouden overlandsche rijngulden, uit huis met bijbehoorten te Terheijden bij de kerk, tusschen Peter Jan Herman Peterszoon en Willem Wijts, palende aan de heerenstraat, veronderpand met drie oude groote erfcijns. [zie ook nr. 505]
Int jair ons Heeren duysent vyerhondert negen en tsestich, vier daghe in Aprelle.
Voor Gerijt Godevaertszoon en Jacob Willem sBrouwerszoon, schepenen te Terheijden, verkoopt Cornelis Willem Donckerszoon aan Jan en Michiel Jan Thomaes Janszoon, een gouden overlandsche rijngulden, uit huis met bijbehoorten te Terheijden bij de kerk, tusschen Peter Jan Herman Peterszoon en Willem Wijts, palende aan de heerenstraat, veronderpand met drie oude groote erfcijns. [zie ook nr. 505]
Op rugzijde : Ja. p. Goessen (XVe e.). — Terheyden. — j. gouden r. gulden, gekomen van s. Geertruyt Stevens (XVIe e.). — D (XVIIIe e.).
Afschrift : Cart. A, fol. 48 vso ; cart. B, fol. 104 vso ; cart. C, fol. 104 vso.