Int jair ons Heeren duysent vyerhondert negen en tsestich, vier daghe in September.
Voor Peter van Buyten en Gerijt Cristus, schepenen te Breda, en Jacob Jans Grawenzoon en Huibrecht Peter Jannuszoon van Ouera, schepenen in Princenhage, hebben « Dyerwyf Henrick Willem Elensloons dochter, weduwe wylen Symons des Metsers », met haar zoon als voogd verkocht aan Hendrik Geryt Deniszoon 3 Arnoldusgulden, aan 10 stuivers den gulden, uit huis met toebehoerten, gelegen op den Haeghdyck, tusschen Hendrik Geryt Deniszoon, en Peter Rams, veronderpand met 6 gouden Arnoldusgulden en 4 stuivers en met 9 lelieplakken erfcijns, en 3 gulden erfcijns, geplaatst op een beemd van 5 loopzaad, gelegen te Buersteden in de vierschaar van Den Haag, tusschen Steven Heys en Lysbeth weduwe van Aryaan Koecx.
Int jair ons Heeren duysent vyerhondert negen en tsestich, vier daghe in September.
Voor Peter van Buyten en Gerijt Cristus, schepenen te Breda, en Jacob Jans Grawenzoon en Huibrecht Peter Jannuszoon van Ouera, schepenen in Princenhage, hebben « Dyerwyf Henrick Willem Elensloons dochter, weduwe wylen Symons des Metsers », met haar zoon als voogd verkocht aan Hendrik Geryt Deniszoon 3 Arnoldusgulden, aan 10 stuivers den gulden, uit huis met toebehoerten, gelegen op den Haeghdyck, tusschen Hendrik Geryt Deniszoon, en Peter Rams, veronderpand met 6 gouden Arnoldusgulden en 4 stuivers en met 9 lelieplakken erfcijns, en 3 gulden erfcijns, geplaatst op een beemd van 5 loopzaad, gelegen te Buersteden in de vierschaar van Den Haag, tusschen Steven Heys en Lysbeth weduwe van Aryaan Koecx.
Op rugzijde : Ja. p. Goessen (XVe e.). — S. Kathryn Wouwen (XVIe e.). — Ansem Koeck opten Hadyck xxx st. ghekomen met S. Catharina Wauwen (XVIIe e.). — N° 3 (XVIIIe e.).
Afschrift : Cart. A, fol. 37 vso ; cart. B, fol. 57 ; cart. C, fol. 19 vso.