Johannes Mijs schrijft aan de aartsdiaken van Kempenland dat hij uitvoering aan diens opdracht gegeven heeft, namelijk heer Nicholaus de Blehaing, kanunnik van Floreffe, in het bezit stellen van de kerk van Hooge en Lage Mierde door het overhandigen van de sleutels van de kerk, de klokkentouwen, kelken, boeken en andere benodigdheden.
Johannes Mijs schrijft aan de aartsdiaken van Kempenland dat hij uitvoering aan diens opdracht gegeven heeft, namelijk heer Nicholaus de Blehaing, kanunnik van Floreffe, in het bezit stellen van de kerk van Hooge en Lage Mierde door het overhandigen van de sleutels van de kerk, de klokkentouwen, kelken, boeken en andere benodigdheden.