Willem Douppaix, abt van Floreffe, verpacht voor 12 jaar aan juffrouw Marie van Gerwen, weduwe van Francois van Flerus, en haar kinderen de hof van Lieshout voor 700 karolusgulden, 2 vette ossen, 100 pond was, 12 pond kruiden (gember, peper en kaneel), een vat boter, 1 zalm en 1 karolusgulden voor de pitancier en de gewoonlijke rechten voor de 'koning van de jongeren', de secretaris en de dienaren van Floreffe onder nader omschreven voorwaarden. Gedaan te Lieshout in aanwezigheid van de getuigen Jan de Buyle, provisor van Postel, Jan Douppaix en Querin Andries. Met notariële bevestiging door Jan van der Linden.
Willem Douppaix, abt van Floreffe, verpacht voor 12 jaar aan juffrouw Marie van Gerwen, weduwe van Francois van Flerus, en haar kinderen de hof van Lieshout voor 700 karolusgulden, 2 vette ossen, 100 pond was, 12 pond kruiden (gember, peper en kaneel), een vat boter, 1 zalm en 1 karolusgulden voor de pitancier en de gewoonlijke rechten voor de 'koning van de jongeren', de secretaris en de dienaren van Floreffe onder nader omschreven voorwaarden. Gedaan te Lieshout in aanwezigheid van de getuigen Jan de Buyle, provisor van Postel, Jan Douppaix en Querin Andries. Met notariële bevestiging door Jan van der Linden.