1543 februari 1
Antonis Adriaan Doedijnsz en Henrik van Oudheusden, schepenen van Heusden, oorkonden, dat Henrik Potters Geritsz, priester en kanunnik in Heusden, en Jan Doom Henriksz, rentmeester kapittel van Heusden, als cijnsgenoten verklaarden, dat kapittel erfcijns bezit van 3 pond per jaar uit 1 morgen onder Herpt in Ophoven voor 't Hecken en uit 4 hont aldaar in de Grint
Gegeven in 't jair ons Heeren vijftienhondert drie ende viertich opten yersten dach in februario
Origineel (inventarisnr 33)
Met fragment-schepenzegels
1543 februari 1
Antonis Adriaan Doedijnsz en Henrik van Oudheusden, schepenen van Heusden, oorkonden, dat Henrik Potters Geritsz, priester en kanunnik in Heusden, en Jan Doom Henriksz, rentmeester kapittel van Heusden, als cijnsgenoten verklaarden, dat kapittel erfcijns bezit van 3 pond per jaar uit 1 morgen onder Herpt in Ophoven voor 't Hecken en uit 4 hont aldaar in de Grint
Gegeven in 't jair ons Heeren vijftienhondert drie ende viertich opten yersten dach in februario
Origineel (inventarisnr 33)
Met fragment-schepenzegels