Henricus Wrede, abt, Bernhardus, prior, en het hele convent van Petrus en Paulus in Paderborn, geheten in Abdinckhoeff, verklaren ontvangen te hebben van heer Arnoldus Haerler, ridder, 37½ gulden (Utrechts) van 24 Keulse witten per stuk als afbetaling van de hoofdschuld van 75 gulden wegens een beroepszaak van Wylhelmus de Berchem en de zijnen voor het hof van Rome, betreffende het patronaatsrecht van de kerk van Nieuwaal, volgens een overeenkomst die tussen het klooster en heer Arnoldus in Keulen gemaakt is.
Henricus Wrede, abt, Bernhardus, prior, en het hele convent van Petrus en Paulus in Paderborn, geheten in Abdinckhoeff, verklaren ontvangen te hebben van heer Arnoldus Haerler, ridder, 37½ gulden (Utrechts) van 24 Keulse witten per stuk als afbetaling van de hoofdschuld van 75 gulden wegens een beroepszaak van Wylhelmus de Berchem en de zijnen voor het hof van Rome, betreffende het patronaatsrecht van de kerk van Nieuwaal, volgens een overeenkomst die tussen het klooster en heer Arnoldus in Keulen gemaakt is.