1391 april 17
Jacob Zebrechszn en Jacob Bloem, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Henrik Wouterszn van den Rulle zijn erf in Oeffelt en Brakel, dat tot de Hautert behoort, en voorheen van Jan Loylarts en zijn vader Derik was, mede verpacht heeft aan Heinken Groten, diens broer Godken Groten en aan Lemken Wemmerszn, toen hij hun het andere erf in de Hautert verpachtte
Origineel (inventarisnr 728)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 425 (inventarisnr 1)
1391 april 17
Jacob Zebrechszn en Jacob Bloem, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Henrik Wouterszn van den Rulle zijn erf in Oeffelt en Brakel, dat tot de Hautert behoort, en voorheen van Jan Loylarts en zijn vader Derik was, mede verpacht heeft aan Heinken Groten, diens broer Godken Groten en aan Lemken Wemmerszn, toen hij hun het andere erf in de Hautert verpachtte
Origineel (inventarisnr 728)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 425 (inventarisnr 1)