1416 januari 21 (op sunte Agnes daghe)
Willem van Ootwijk en Henrik van Bothalen, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Jan de Groot schuldig is aan Arnt, wijlen Roelofs des Verwerszn, en zijn vrouw Fien:
6 mander en 3 vat rogge per jaar uit 1/4 hof en erf in Haps, voorheen van Arnt van Sonne en zijn vrouw Rijkmoeden, te leveren binnen Grave; indien Jan dit erf opgeeft zullen Arnt en Fien hebben 1 mander rogge per jaar uit perceel land voor de 'klaphekken', naast Lemke Pipers en Klaas van der Donk (met transfix van 10 november 1471, regestnr 512)
Origineel (inventarisnr 778)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 290 (inventarisnr 1)
1416 januari 21 (op sunte Agnes daghe)
Willem van Ootwijk en Henrik van Bothalen, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Jan de Groot schuldig is aan Arnt, wijlen Roelofs des Verwerszn, en zijn vrouw Fien:
6 mander en 3 vat rogge per jaar uit 1/4 hof en erf in Haps, voorheen van Arnt van Sonne en zijn vrouw Rijkmoeden, te leveren binnen Grave; indien Jan dit erf opgeeft zullen Arnt en Fien hebben 1 mander rogge per jaar uit perceel land voor de 'klaphekken', naast Lemke Pipers en Klaas van der Donk (met transfix van 10 november 1471, regestnr 512)
Origineel (inventarisnr 778)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 290 (inventarisnr 1)