1419 april 25 (op sunte Marcus dach)
Willem van Doernen en Henrik van Bothalen, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Koenrit van der Horst en zijn vrouw Hadewig overgedragen hebben aan Herman van den Padbroek, wijlen Hein Hermansznzn:
1 mander rogge per jaar uit huis en hofstad ( = bouwkavel) in Cuijk, dat zij gekocht hebben van Peter van Wetten, gelegen naast Gertrud Godkens / gemene straat / en Willem van Doernen, en uit hof aan de Maas, naast Jan des Veren hof (met transfixen van 26 januari 1438 en 4 maart 1449, regestnr 271 en nr 375)
Origineel (inventarisnr 816)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 219 (inventarisnr 1)
1419 april 25 (op sunte Marcus dach)
Willem van Doernen en Henrik van Bothalen, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Koenrit van der Horst en zijn vrouw Hadewig overgedragen hebben aan Herman van den Padbroek, wijlen Hein Hermansznzn:
1 mander rogge per jaar uit huis en hofstad ( = bouwkavel) in Cuijk, dat zij gekocht hebben van Peter van Wetten, gelegen naast Gertrud Godkens / gemene straat / en Willem van Doernen, en uit hof aan de Maas, naast Jan des Veren hof (met transfixen van 26 januari 1438 en 4 maart 1449, regestnr 271 en nr 375)
Origineel (inventarisnr 816)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 219 (inventarisnr 1)