1423 november 26 (des anderen dages nae Sunte Kathrinen dach)
Willem van Doernen en Henrik van Bothalen, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Jan Hannenzn schuldig is aan Hillen, dochter wijlen Rolof de Haan:
8 mander rogge, 12 Vlaamse gulden en cijns van 2 hoenders per jaar, te betalen op Begijnhof in Grave, uit 1/2 veerstad in Katwijk, in pacht van Hillen en haar broer Jannes, onder voorwaarde dat Hillen met haar huisgezin en erven vrije overtocht zullen hebben en dat bij een volgende overdracht van het veer het gebouwde huis en de schepen zijn inbegrepen (oorspronkelijk met transfixen van 21 maart 1440 en 10 juli 1449, regestnr 292 en nr 383)
Kopie van circa 1525 (inventarisnr 875)
Kopie cartularium, 294 (inventarisnr 1)
1423 november 26 (des anderen dages nae Sunte Kathrinen dach)
Willem van Doernen en Henrik van Bothalen, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Jan Hannenzn schuldig is aan Hillen, dochter wijlen Rolof de Haan:
8 mander rogge, 12 Vlaamse gulden en cijns van 2 hoenders per jaar, te betalen op Begijnhof in Grave, uit 1/2 veerstad in Katwijk, in pacht van Hillen en haar broer Jannes, onder voorwaarde dat Hillen met haar huisgezin en erven vrije overtocht zullen hebben en dat bij een volgende overdracht van het veer het gebouwde huis en de schepen zijn inbegrepen (oorspronkelijk met transfixen van 21 maart 1440 en 10 juli 1449, regestnr 292 en nr 383)
Kopie van circa 1525 (inventarisnr 875)
Kopie cartularium, 294 (inventarisnr 1)