1428 november 22 (op sunte Cecilien dach joncvrouw ende martiris)
Henrik Spierink en Henrik van Escharen, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Eduard, voogd van Bell en heer van Hoeps, overgedragen heeft aan klooster van Sint Agatha:
3 malder en 1 vat rogge / 5 Vlaamse gulden per jaar uit weiland voorheen in pacht bij Johan van Baax en in Hoepse Hof in Sint Agatha naast de Broederdonk en Willem van Doernen / 11/2 pond per jaar uit weerd, voorheen van Peter Hostals, naast de Kram en de Broederweert, die klooster aan heerlijkheid Hoeps schuldig was
Origineel (inventarisnr 706)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 233 (inventarisnr 1)
1428 november 22 (op sunte Cecilien dach joncvrouw ende martiris)
Henrik Spierink en Henrik van Escharen, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Eduard, voogd van Bell en heer van Hoeps, overgedragen heeft aan klooster van Sint Agatha:
3 malder en 1 vat rogge / 5 Vlaamse gulden per jaar uit weiland voorheen in pacht bij Johan van Baax en in Hoepse Hof in Sint Agatha naast de Broederdonk en Willem van Doernen / 11/2 pond per jaar uit weerd, voorheen van Peter Hostals, naast de Kram en de Broederweert, die klooster aan heerlijkheid Hoeps schuldig was
Origineel (inventarisnr 706)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 233 (inventarisnr 1)