1439 maart 12 (op sente Gregorius dach des hiligen paws)
Willem van Doernen en Henrik de Raijmaker, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Jan de Raat en zijn vrouw Luitgard overgedragen hebben aan klooster van Sint Agatha:
21 vat gerst uit perceel land Gansderm, naast Walenberg en Peter de Raat / en 3 vat gerst uit 1 hont in kamp bij Sint Agatha Stock op weg naast de Luismorter bij Luisakker
Origineel (inventarisnr 643)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 150 (inventarisnr 1)
In inventaris cartularium: 'III malder garsten Peter die Raat, hieraff gilt Thonis van der Linden XXI vaet, Goirt die schoenmeker Cupersoen III vaet van syns kijntz weghen'
1439 maart 12 (op sente Gregorius dach des hiligen paws)
Willem van Doernen en Henrik de Raijmaker, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Jan de Raat en zijn vrouw Luitgard overgedragen hebben aan klooster van Sint Agatha:
21 vat gerst uit perceel land Gansderm, naast Walenberg en Peter de Raat / en 3 vat gerst uit 1 hont in kamp bij Sint Agatha Stock op weg naast de Luismorter bij Luisakker
Origineel (inventarisnr 643)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 150 (inventarisnr 1)
In inventaris cartularium: 'III malder garsten Peter die Raat, hieraff gilt Thonis van der Linden XXI vaet, Goirt die schoenmeker Cupersoen III vaet van syns kijntz weghen'