1440 november 30 (op sente Andries dach des heiligen apostols)
Willem van Doernen en Henrik de Raijmaker, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Mathijs Janszn en zijn vrouw Aleid, met zijn dochter Mechteld, overgedragen hebben aan klooster van Sint Agatha:
5 malder en 2 vat rogge per jaar en cijns van 1 kapoen per jaar uit de Pixhoeve en andere erven, te leveren in Grave, naar inhoud van 5 mede overgedragen schepenakten (zie ook schepenakte van 24 juli 1438, regestnr 278)
Origineel (inventarisnr 770)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 242 (inventarisnr 1)
1440 november 30 (op sente Andries dach des heiligen apostols)
Willem van Doernen en Henrik de Raijmaker, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Mathijs Janszn en zijn vrouw Aleid, met zijn dochter Mechteld, overgedragen hebben aan klooster van Sint Agatha:
5 malder en 2 vat rogge per jaar en cijns van 1 kapoen per jaar uit de Pixhoeve en andere erven, te leveren in Grave, naar inhoud van 5 mede overgedragen schepenakten (zie ook schepenakte van 24 juli 1438, regestnr 278)
Origineel (inventarisnr 770)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 242 (inventarisnr 1)