1449 maart 4 (des Dinxdages post Invocavit)
Herman de Rode en Henrik van Rijn, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Willem Bruisten en zijn vrouw Liesbeth overgedragen hebben aan Gerit, prior klooster van Sint Agatha:
2 schepenakten van 25 april 1419 en 26 januari 1438, waardoor dit transfix gestoken is, over 1 malder rogge per jaar (zie regestnr 125 en nr 271)
Origineel (inventarisnr 816)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 219 (inventarisnr 1)
In inventaris cartularium: 'uut die hoffstadt daer Herbert de Smid op woent'
1449 maart 4 (des Dinxdages post Invocavit)
Herman de Rode en Henrik van Rijn, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Willem Bruisten en zijn vrouw Liesbeth overgedragen hebben aan Gerit, prior klooster van Sint Agatha:
2 schepenakten van 25 april 1419 en 26 januari 1438, waardoor dit transfix gestoken is, over 1 malder rogge per jaar (zie regestnr 125 en nr 271)
Origineel (inventarisnr 816)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 219 (inventarisnr 1)
In inventaris cartularium: 'uut die hoffstadt daer Herbert de Smid op woent'