1462 januari 12 (dess Dijnxtdages nae den heiligen Derthiendach)
Herman van Bronkhorst Derikszn en zijn vrouw Aleid Heymen oorkonden, met Ot van Mekeren en Johan van Erp als hun medebezegelaars, dat zij klooster van Sint Agatha vrijwaring beloofd hebben voor:
1/2 kamp van 31/2 morgen, waarvan overdracht aan broeder Arnt Snelraat geschied is bij akten van 11 januari 1462, door Joris van Berenberg, rechter in Moldick, en Johan van Vrijmersom, rechter in Midler, met gerechtsluiden en laten, waarbij Ot en Johan beloven, bij gebrek aan vrijwaring voor klooster, in leisting te zullen gaan in Nijmegen of Grave in eerzame herberg met reispaard, onder boete van 1 Rijnse gulden voor klooster en verstrekken van kwijting van 600 Rijnse gulden (zie regestnr 455 en nr 456)
Origineel (inventarisnr 973)
Met zegels oorkonders en borgen
Kopie cartularium, 341 (inventarisnr 1)
Op rugzijde: 'van den Horst'
1462 januari 12 (dess Dijnxtdages nae den heiligen Derthiendach)
Herman van Bronkhorst Derikszn en zijn vrouw Aleid Heymen oorkonden, met Ot van Mekeren en Johan van Erp als hun medebezegelaars, dat zij klooster van Sint Agatha vrijwaring beloofd hebben voor:
1/2 kamp van 31/2 morgen, waarvan overdracht aan broeder Arnt Snelraat geschied is bij akten van 11 januari 1462, door Joris van Berenberg, rechter in Moldick, en Johan van Vrijmersom, rechter in Midler, met gerechtsluiden en laten, waarbij Ot en Johan beloven, bij gebrek aan vrijwaring voor klooster, in leisting te zullen gaan in Nijmegen of Grave in eerzame herberg met reispaard, onder boete van 1 Rijnse gulden voor klooster en verstrekken van kwijting van 600 Rijnse gulden (zie regestnr 455 en nr 456)
Origineel (inventarisnr 973)
Met zegels oorkonders en borgen
Kopie cartularium, 341 (inventarisnr 1)
Op rugzijde: 'van den Horst'