1482 februari 22 (op sunte Peters dach ad Cathedram)
Jacob Vennensz en Gerit Cuper, schepenen van Grave, oorkonden dat Willem van Doornen, glazenmaker, en zijn vrouw Liesbeth beloofd hebben aan Godden Wauwels, dat ingeval Heilwig Grooten en haar kinderen 81/2 malder rogge per jaar aflossen, die zij nu betalen van een beemd in Sint Agatha, groot 2 morgen, volgens schepenakte van Cuijk, door Willem voornoemd andere waarborg voor deze beemd zal gesteld worden, of principale akte zal aan Godden worden overgedragen
Origineel (inventarisnr 692)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 183 (inventarisnr 1)
Op rugzijde: 'uten Meerrait'
1482 februari 22 (op sunte Peters dach ad Cathedram)
Jacob Vennensz en Gerit Cuper, schepenen van Grave, oorkonden dat Willem van Doornen, glazenmaker, en zijn vrouw Liesbeth beloofd hebben aan Godden Wauwels, dat ingeval Heilwig Grooten en haar kinderen 81/2 malder rogge per jaar aflossen, die zij nu betalen van een beemd in Sint Agatha, groot 2 morgen, volgens schepenakte van Cuijk, door Willem voornoemd andere waarborg voor deze beemd zal gesteld worden, of principale akte zal aan Godden worden overgedragen
Origineel (inventarisnr 692)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 183 (inventarisnr 1)
Op rugzijde: 'uten Meerrait'