1482 augustus 28 (op sunte Augustijns dach)
Peter van Wetten Klaasz en Gerit van Maurick, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Jacob Reijleyer, burger in Grave, en zijn vrouw Ooyken / Jan Reijleyer en zijn vrouw Lieske / Jan Hanen en zijn vrouw Aleid, overgedragen hebben aan broeder Lambert van den Grave voor klooster van Sint Agatha:
4 malder rogge per jaar, die Derik van den Steenakker betaalde, met alle akten daarvan
Origineel (inventarisnr 780)
Met zegels schepenen
1482 augustus 28 (op sunte Augustijns dach)
Peter van Wetten Klaasz en Gerit van Maurick, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Jacob Reijleyer, burger in Grave, en zijn vrouw Ooyken / Jan Reijleyer en zijn vrouw Lieske / Jan Hanen en zijn vrouw Aleid, overgedragen hebben aan broeder Lambert van den Grave voor klooster van Sint Agatha:
4 malder rogge per jaar, die Derik van den Steenakker betaalde, met alle akten daarvan
Origineel (inventarisnr 780)
Met zegels schepenen