1483 juni 4
Schepenen van Cuijk oorkonden, met schepenen Walraven van Nijdeggen en Peter van Wetten Klaasz als bezegelaars, en Jan Koenen, rechter in Land van Cuijk, als medebezegelaar, dat Arnt Snelraat, procurator klooster van Sint Agatha, zich heeft doen panden voor:
48 malder rogge en 10 pond aan bescheiden en goederen van Jan Spierink en zijn vrouw Elze, in Cuijk, te weten kamp land van 11/2 morgen in Heeswijk, naast Ebbe de Molner / Jacob Vennen / Jan Noiensz / Peter Klaasz / en gemene weg;
cijnzen, verschuldigd door Hilleke Bartoldz / Zeger de Cuper / Henrik Schopken / Peter Klaasz / en Zeger Smit, nadat Jan Coeberg en zijn broer Gijsbert / Jan van Gaal / Griet Coeberg / en Lijske Coeberg, als erfgenamen van Jan Spierinks, en Gaart van Triest / en Metten van den Putte, als erfgenamen van Elze, aflossing voorbij hebben laten gaan
Origineel (inventarisnr 834)
Met zegels schepenen en rechter
Kopie cartularium, 205 (inventarisnr 1)
1483 juni 4
Schepenen van Cuijk oorkonden, met schepenen Walraven van Nijdeggen en Peter van Wetten Klaasz als bezegelaars, en Jan Koenen, rechter in Land van Cuijk, als medebezegelaar, dat Arnt Snelraat, procurator klooster van Sint Agatha, zich heeft doen panden voor:
48 malder rogge en 10 pond aan bescheiden en goederen van Jan Spierink en zijn vrouw Elze, in Cuijk, te weten kamp land van 11/2 morgen in Heeswijk, naast Ebbe de Molner / Jacob Vennen / Jan Noiensz / Peter Klaasz / en gemene weg;
cijnzen, verschuldigd door Hilleke Bartoldz / Zeger de Cuper / Henrik Schopken / Peter Klaasz / en Zeger Smit, nadat Jan Coeberg en zijn broer Gijsbert / Jan van Gaal / Griet Coeberg / en Lijske Coeberg, als erfgenamen van Jan Spierinks, en Gaart van Triest / en Metten van den Putte, als erfgenamen van Elze, aflossing voorbij hebben laten gaan
Origineel (inventarisnr 834)
Met zegels schepenen en rechter
Kopie cartularium, 205 (inventarisnr 1)