1488 oktober 27 (up sunte Symon ind Judas avont)
Schepenen van Gennep oorkonden dat Griet, weduwe Johan van Scheelberg, jegens klooster van Sint Agatha tot borg stelt haar hof aengen Heel, tot waarde van 50 Rijnse gulden, daar zij met Thijs van der Linden, als voogd van haar kinderen Liesbeth, Johanna en Maria, overgedragen heeft aan klooster:
1/2 hof en 1/2 bosje Wier, beide in Sint Agatha, volgens schepenakte van 14 mei 1487 (zie regestnr 659)
Origineel (inventarisnr 756)
Met beschadigd schependomszegel
Kopie cartularium, 201 en 431 (inventarisnr 1)
In cartularium op blz 201 een aantekening uit cijnsregister: 'Aldus helt sHeren thynsboeck van Cuijk van den Kaerbosch. So men jaerlix plach te gelden den convent van Sint Agatha VI malder rogge Venscher maeten daer vur hefft mijn genadige Heer oen gegeven den Karbosch ind die Klein Hauter. Ende hier tho sullen sy den Here jaerlix gelden te thyns II capuyn'
Op rugzijde: 'Een weirscap van onsen halven hoff op den Paide'
1488 oktober 27 (up sunte Symon ind Judas avont)
Schepenen van Gennep oorkonden dat Griet, weduwe Johan van Scheelberg, jegens klooster van Sint Agatha tot borg stelt haar hof aengen Heel, tot waarde van 50 Rijnse gulden, daar zij met Thijs van der Linden, als voogd van haar kinderen Liesbeth, Johanna en Maria, overgedragen heeft aan klooster:
1/2 hof en 1/2 bosje Wier, beide in Sint Agatha, volgens schepenakte van 14 mei 1487 (zie regestnr 659)
Origineel (inventarisnr 756)
Met beschadigd schependomszegel
Kopie cartularium, 201 en 431 (inventarisnr 1)
In cartularium op blz 201 een aantekening uit cijnsregister: 'Aldus helt sHeren thynsboeck van Cuijk van den Kaerbosch. So men jaerlix plach te gelden den convent van Sint Agatha VI malder rogge Venscher maeten daer vur hefft mijn genadige Heer oen gegeven den Karbosch ind die Klein Hauter. Ende hier tho sullen sy den Here jaerlix gelden te thyns II capuyn'
Op rugzijde: 'Een weirscap van onsen halven hoff op den Paide'