1511 maart 10
Schepenen van Cuijk oorkonden met schepenen Walraven van Nijdeggen en Merten Koebreech, als bezegelaars en Guurt van Vlodrop, overste rechter in Land van Cuijk, als medebezegelaar, dat:
Gerit Hermansz en Thonis van Aldram, kerkmeesters van Groot Linden, zich hebben doen panden voor schepenakte van Cuijk, over 3 malder rogge per jaar, nadat Jutte, vrouw van Henrik Pappertz / Dirk Willekens en zijn vrouw Jut / Jan Dirksz, als voogd kinderen wijlen Peter Pappertz, aflossing voorbij hebben laten gaan
Origineel (inventarisnr 805)
Met zegels schepenen en rechter
Kopie cartularium, 447 (inventarisnr 1)
1511 maart 10
Schepenen van Cuijk oorkonden met schepenen Walraven van Nijdeggen en Merten Koebreech, als bezegelaars en Guurt van Vlodrop, overste rechter in Land van Cuijk, als medebezegelaar, dat:
Gerit Hermansz en Thonis van Aldram, kerkmeesters van Groot Linden, zich hebben doen panden voor schepenakte van Cuijk, over 3 malder rogge per jaar, nadat Jutte, vrouw van Henrik Pappertz / Dirk Willekens en zijn vrouw Jut / Jan Dirksz, als voogd kinderen wijlen Peter Pappertz, aflossing voorbij hebben laten gaan
Origineel (inventarisnr 805)
Met zegels schepenen en rechter
Kopie cartularium, 447 (inventarisnr 1)