Archieven

368 Kruisherenklooster Sint Agatha in Cuijk, 1315 - 1887

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

368 Kruisherenklooster Sint Agatha in Cuijk, 1315 - 1887

Delen

Doorsturen per email

Delen via Facebook

Delen via X (Twitter)

Printen

Duurzaam webadres

Mijn Studiezaal

Favoriet of een notitie maken

Stel een vraag of plaats een opmerking op de tijdlijn

Reageren

Stuur een reactie naar Brabants Historisch Informatie Centrum (BHIC)

Inleiding

Beknopte geschiedenis van het klooster

De lotgevallen van het archief

De nieuwe inventaris

De regestenlijst

Aanwijzingen voor de gebruiker

Bijlagen: verdwenen stukken, stukken uit andere archieven en concordans

Regesten

Records 1 t/m 100

Records 101 t/m 200

Records 201 t/m 300

Records 301 t/m 400

645 1487-01-18.
1487 januari 18 (op sunte Prisca dach der heiliger jouffrouwen)
Peter van Wetten Klaasz en Derik Craboth, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Jacob Tijs Rolofsz overgedragen heeft aan broeder Johan van Zellar, voor klooster van Sint Agatha:
2 schepenakten van 3 juli 1437 en 22 juli 1445, waardoor dit transfix gestoken is, over perceel land op de Laarakker (zie regestnr 259 en nr 341)
Origineel (inventarisnr 788)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 250 en 260 (inventarisnr 1)

649 1487-02-17.
1487 februari 17 (des Saterdages voir sunte Mathijs dach apostoli)
Peter van Wetten Klaasz en Peter Velar, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Henrik Pappert / Arnt in de Wage en zijn vrouw Aleid, overgedragen hebben aan broeder Johan van Zellar, voor klooster van Sint Agatha:
perceel land in Haps in Laarakker, naast Weltken Geritsz / Jan Mechelen / Thijs Ruulkens kinderen / gemeent, behoudens 3 malder en 3 vat rogge per jaar en cijns van 1 kapoen
Origineel (inventarisnr 790)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 262 (inventarisnr 1)

650 1487-02-19.
1487 februari 19
Peter van Wetten Klaasz en Derik Craboth, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Jacob van Afferden en zijn vrouw Stien / Heimerik van Aferden en zijn vrouw Beel, overgedragen hebben aan Weltken Gerit Gaartszn:
schepenakte van 3 juli 1437, waardoor dit transfix gestoken is, over perceel land op Laarakker, hun geërfd van hun oom Gerit van Afferden (zie regestnr 260) (met transfix van 20 februari 1487, regestnr 651)
Origineel (inventarisnr 789)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 252 en 265 (inventarisnr 1)

651 1487-02-20.
1487 februari 20
Peter van Wetten Klaasz en Derik Craboth, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Weltken Gerit Gaartzsz en zijn vrouw Neze overgedragen hebben aan broeder Johan van Zellar, voor klooster van Sint Agatha:
2 schepenakten van 3 juli 1437 en 19 februari 1487, waardoor dit transfix gestoken is, over perceel land op Laarakker (zie regestnr 260 en nr 650)
Origineel (inventarisnr 789)
Met zegel 2e schepen
Vermeld cartularium, 252 en 265 (inventarisnr 1)

652 1487-02-20.
1487 februari 20
Peter van Wetten Klaasz en Derik Craboth, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Weltken Gerit Gaartsz en zijn vrouw Neze overgedragen hebben aan broeder Johan van Zellar, voor klooster van Sint Agatha:
schepenakte van 14 mei 1470, waardoor dit transfix gestoken is, over 1 malder rogge per jaar (zie regestnr 507)
Origineel (inventarisnr 789)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 251 en 264 (inventarisnr 1)

653 1487-02-26.
1487 februari 26 (des Manendages na sunte Mathijs dach apostoli)
Peter van Wetten Klaasz en Derik Craboth, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Jacob Thijs Rolofsz en zijn zuster Fees overgedragen hebben aan broeder Johan van Zellar, voor klooster van Sint Agatha:
2 percelen land in Haps in Laarakker, te weten perceel Hemelrijk, naast erf van Gerit, nu van klooster, en erven voorheen van Thijs Roelkens en van Hermen Ebben, gemeent / perceel naast Evert Baars, voorheen Weltken Geritsz, nu van klooster, en voorheen Floren, nu van klooster, behoudens uit 1e stuk 5 malder rogge per jaar voor Sint-Catharina-altaar / 1/2 malder rogge per jaar voor gasthuis in Grave / 3 oude groten en 8 penningen per jaar voor Heer van Haps / en uit 2e stuk 2 schellingen en 8 penningen per jaar voor Heer van Haps
Origineel (inventarisnr 788)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 260 (inventarisnr 1)
Op rugzijde: 'Jacob Vennen'.

654 1487-02-27.
1487 februari 27 (des Dynxdages na sunte Mathijs dach apostoli)
Walraven van Nijdeggen en Peter van Wetten Klaasz, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Gerit de Haan en Herman van der Geest, kerkmeesters van Cuijk, overgedragen hebben aan broeder Johan van Zellar, voor klooster van Sint Agatha:
perceel land van 81/2 hont op Laarakker naast Jan Mechtelden, Aalbert Andelien, voorheen Derik Floren en nu van klooster, en gemeent, behoudens 31/2 malder rogge per jaar voor Jan Mechtelden
Origineel (inventarisnr 792)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 257 (inventarisnr 1)

655 1487-02-27.
1487 februari 27 (des derden dages na sunte Mathijs dach apostoli)
Walraven van Nijdeggen en Peter van Wetten Klaasz, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Jan van den Berge en Herman van der Heijden, kerkmeesters kapel in Haps, overgedragen hebben aan broeder Johan van Zellar, voor klooster van Sint Agatha:
5 delen van perceel land, waarvan Jan Mechtelden 6e deel heeft, op Laarakker naast erf voorheen van Jan Pappertz kinderen, nu van klooster / Jan Mechtelden / en gemeent, met aangerichte akte daarvan;
en hieruit 31/2 malder rogge per jaar met 3 akten, behoudens 1 kapoen, die erfgenamen van Wolter van Baax daarin hebben, terwijl Peter van den Berge en zijn vrouw Liesbeth hiervoor borg staan
Origineel (inventarisnr 791)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 263 (inventarisnr 1)

656 1487-03-15.
1487 maart 15
Walraven van Nijdeggen en Bartold Jeger, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Johan Wanthof en zijn vrouw Katherina, als erfgenamen van Margriet van der Achter, weduwe Johan van Scheelberg Geritsz, overgedragen hebben aan Degenaart van den Berg:
hun erfenis van Margriet voornoemd in Cuijk
Origineel (inventarisnr 756)
Met zegels schepenen, dat van de 1e schepen is beschadigd
Kopie cartularium, 431 (inventarisnr 1)
Op rugzijde: 'van den hof aen die Paed'

657 1487-04-22.
1487 april 22 (op sunte Joryen avont martiris)
Peter van Wetten Klaasz en Derik Crabouth, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Degenart van den Berge en zijn vrouw Henneke overgedragen hebben aan broeder Johan van Zellar, voor klooster van Sint Agatha:
1/2 hof Sint Agatha, voorheen van Johan van Scheelberg en zijn vrouw Griet van der Achter, in 3 stukken, te weten: Pade met huizinge rondom in gemeent / perceel naast gemene straat achter hof van Heinken Groten / beemd van 3 morgen in Nederenveld / 1/2 bosje Wier, naast gemene straat en Bate, weduwe Gobbel Diemers, met schepenakte van 15 maart 1487 (regestnr 656) over nalatenschap van Griet van der Achter, met 5 vat rogge per jaar, namelijk 6 malder van Rolof van Niemandsvriend en 4 malder van Yken Raats, met alle akten daarop betrekking hebbende, behoudens 2 pond per jaar voor landsheer / 25 Rijnse gulden en 9 malder rogge per jaar voor klooster / 3 malder rogge voor Peter van Aken / 3 malder rogge voor Griet van Hemert en haar kinderen / cijns van 1 hoen met 31/2 malder rogge min 1/2 vat per jaar voor Walraven van Nijdeggen / 1 pond per jaar voor Onze Vrouwenaltaar in Cuijk (met transfix-vidimus van 15 maart 1556, regestnr 906)
Origineel (inventarisnr 756)
Met zegel 2e schepen
Kopie cartularium, 202 (inventarisnr 1)

658 1487-05-11.
1487 mei 11 (des Vrydages nae sunte Johans dach ante portam Latinam)
Schepenen van Beugen oorkonden dat Johan van Zwol en zijn vrouw Yken overgedragen hebben aan broeder Johan van Zellar, voor klooster van Sint Agatha:
1 hont land bij Linden, volgens schepenakte van Cuijk met vrijwaring op hun huis en hofstad ( = bouwkavel) in Beugen, gelegen op Rijkevoort, naast Eerke Ruulkens en gemeent
Origineel (inventarisnr 847)
Met schependomszegel
Kopie cartularium, 468 (inventarisnr 1)

659 1487-05-14.
1487 mei 14 (des anderen dages na sunte Servatius dach episcopi)
Walraven van Nijdeggen en Peter van Wetten Klaasz, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Griet van Oswort, weduwe Johan van Scheelberg, met Thijs van der Linden als voogd over hun kinderen Liesbeth, Johanna en Maria, overgedragen heeft aan broeder Johan van Zellar, voor klooster van Sint Agatha:
1/2 hof in Sint Agatha in de Hautert / 1/2 bosje / 5 vat rogge per jaar, behoudens cijnzen, alles genoemd in schepenakte van 22 april 1487 (regestnr 657) (met transfix-vidimus van 15 maart 1556, regestnr 907)
Origineel (inventarisnr 756)
Sub b): 'achter de hof van Heilwich sGroten.'

661 1487-07-12.
1487 juli 12 (op sunte Margareten avont joffrouwen)
Peter Velar en Derik Crabouth, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Aalbert Andelien en zijn vrouw Willem, met hun zoon Peter, overgedragen hebben aan broeder Johan van Zellar, voor klooster van Sint Agatha:
perceel land op Laarakker, naast een erf van Floor, dat nu aan klooster behoort, en gemeent
Origineel (inventarisnr 793)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 266 (inventarisnr 1)

662 1488-03-04.
1488 maart 4
Walraven van Nijdeggen en Peter van Wetten Klaasz, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Peter van den Berge en zijn vrouw Liesbeth overgedragen hebben aan broeder Johan van Zellar, voor klooster van Sint Agatha:
cijns van 4 hoenders per jaar uit 2 morgen land in Pixhoeven naast Herman Ebben, Gagelbroek, Jan Koenen en gemeent
Origineel (inventarisnr 776)
Met zegels schepenen

663 1488-04-13.
1488 april 13 (up Belaken Paeschdach)
Schepenen van Oeffelt oorkonden dat Herman Pelen en zijn vrouw Kathrijn / Johan van Rul en zijn vrouw Heil / Johan van Akkeren en zijn vrouw Henneke / Henrik Plesser / Henrik Wilhemszn / diens broers Johan en Wilhem en diens zusters Met en Hadewig, allen kinderen van Wilhem Jan Vaders en Lies Plessers, naderhand de vrouw van Arnt van Akkeren, overgedragen hebben aan Johan van Zeller, procurator klooster van Sint Agatha:
perceel land Hostat, naast Herenweerd / Wintken Wilhemszn / Henrik van Hoenzeler / Gerit Bertkens;
perceel land Helft van het Langewalt, naast Herenweerd / Lange Pas / Neude Plessers / Borchgreve, voorheen van Arnt van Akkeren;
perceel land op Borchgreve, naast Langewant / Borchgreve / Herenweerd / Lange Pas, behoudens jaarlijkse cijnzen van 1 kapoen, 3 malder en 1 spint gerst voor landsheer / 1 malder en 1 spint rogge voor Henrik van Baax / 2 malder gerst min 1 spint voor Jacob van Scheelberg / 1 malder gerst voor Ot de Snijder / 3 vat gerst min 1/4 vat voor Daam Ridder
Origineel (inventarisnr 931)
Met schependomszegel
Kopie cartularium, 322, (inventarisnr 1)

664 1488-04-20.
1488 april 20
Henrik van Baaxen geeft aan zijn dochter Kathrijne Baars:
6 malder rogge per jaar uit land in Cuijk, onder voorwaarde dat zij bij wederinbrenging weer zullen staan op haar huwelijksvoorwaarden
Gevidimeerde kopie in schepenakte van 14 oktober 1496 (zie regestnr 714) (inventarisnr 787)
In inventaris cartularium: 'uuten Laarakker'

665 1488-05-01.
1488 mei 1 (ipso die apostolorum Philippi et Jacobi)
Theodoor van Goch, minister, en convent Franciscanen Tertiarissen Onze Lieve Vrouwenberg bij Batenborg, oorkonden dat zij verkoop bekrachtigen van perceel land aan prior en conventualen klooster van Sint Agatha, na opdracht hiervan door hun procurator en broeders Godfridus Goch en Arnold Gravie alias Knapez, bij akte van 20 augustus 1485 (regestnr 621)
Origineel (inventarisnr 827)
Met zegel klooster
Op rugzijde: 'Holtmeer prope Batenborch'

666 1488-05-01.
1488 mei 1
Gerit de Haan en Peter Velar, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Evert Baars van Velar en zijn vrouw Kathrijn verkocht hebben aan klooster van Sint Agatha:
11/2 malder rogge per jaar, die klooster hun schuldig was uit land in Laarakker, voorheen van Floren, volgens akten, verkregen van Henrik van Baaxen
Origineel (inventarisnr 787)
Met zegels schepenen

667 1488-05-03.
1488 mei 3 (Sabbato post Dominicam Iubilate)
Everard Baars van Velar en Rutger van Wienhaven, schepenen van Nijmegen, oorkonden dat Reinaldus de Ruter, zoon van Rodolf, erkend heeft dat klooster van Sint Agatha 12 Rijnse gulden per jaar, die Reinaldus heeft uit hof 'Ingen Daal', en uit (3 percelen ?) land in Hautert, lossen mag met hoofdsom van 100 Rijnse gulden
Origineel (inventarisnr 1006)
Met zegel 2e schepen

668 1488-05-07.
1488 mei 7 (des anderen dages na sunte Johans dach ante portam latinam)
Schepenen van Oeffelt oorkonden, dat Neuken Plesser en zijn vrouw Ermgart overgedragen hebben, aan broeder Johan van Zellar, voor klooster van Sint Agatha:
perceel beemd Lange Gewant, bij de Maas, naast Herenweerd / Lange Pas / Wienraat / erf voorheen van wijlen Arnt van Akkeren, nu van klooster, behoudens cijns van 1 1/3 kapoen alsmede 1 malder gerst per jaar voor de landsheer en 3 vat gerst per jaar voor Ot de Snijder
Origineel (inventarisnr 931)
Met schependomszegel
Kopie cartularium, 310 (inventarisnr 1)

671 1488-09-01.
1488 september 1 (up sunte Egidius dach)
Lijns van Haan en Maas Loevers, laten van Heijden / met Henrik Spaanrebuck, heer te Heijden, als bezegelaar, oorkonden dat Herman Pelen en zijn vrouw Kathrijn jegens Johan van Zeller, procurator klooster van Sint Agatha, tot borg stellen, hun goederen in Heijden, daar zij met Johan van Rul en zijn vrouw Heil / Johan van Akkeren en zijn vrouw Henrikje / Henrik Plesser / Henrik, zoon van Wilhem Jan Vaders / diens broers Johan en Willem en diens zusters Met en Hadewig, in Oeffelt overgedragen hebben aan klooster:
perceel land Hostat / perceel land Helft van het Langewant / perceel land op Borchgreve volgens schepenakte van 13 april 1488 (zie regestnr 663)
Origineel (inventarisnr 931)
Met zegel heer

672 1488-09-16.
1488 september 16 (up sunt Lamberts avont)
Schepenen van Gennep oorkonden dat Henrik, zoon wijlen Wilhem Johan Vaders / diens broers Johan en Wilhem / en diens zusters Met en Hadewig, jegens Johan van Zeller, procurator klooster van Sint Agatha, tot borg stellen:
5 malder rogge per jaar, waarvan 3 malder uit goed, voorheen van Johan Realts, gelegen anger achter;
1 malder te voldoen door kerk van Oterssum;
1 malder uit erf, voorheen van Bussers, gelegen op de Milsbeek, daar zij met Hermen Pelen en zijn vrouw Kathrijn / Johan van Rul en zijn vrouw Heil / Johan van Akkeren en zijn vrouw Henneke / Henrik Plesser in Oeffelt, overgedragen hebben aan klooster, perceel land Hostat / perceel land Helft van het Langewant / en perceel land op de Borchgreve, volgens schepenakte van 13 april 1488 (zie regestnr 663)
Origineel (inventarisnr 931)
Met schependomszegel
Kopie cartularium, 322 (inventarisnr 1)
In inventaris cartularium: 'van Plessers lant'

674 1488-10-27.
1488 oktober 27 (up sunt Symon ind Judas avont)
Schepenen van Gennep oorkonden dat Degener van den Berg en zijn vrouw Johanna jegens klooster van Sint Agatha tot borg stellen, hun 1/2 huis, hofstad ( = bouwkavel) en bongerd binnen Gennep bij kerkhof tot 65 Rijnse gulden, daar zij overgedragen hebben aan klooster:
1/2 hof en 1/2 bosje Wier, beide in Sint Agatha, volgens schepenakte van 22 april 1487 (zie regestnr 657)
Origineel (inventarisnr 756)
Met schependomszegel
Kopie cartularium, 201 (inventarisnr 1)
In cartularium: 'Item weerboch bryeven van Schelberghs erffgenamen ende synre huisfroue alsz van den hoff van de Pay ende van dat busschen genant de Wijer'

675 1488-10-27.
1488 oktober 27 (up sunte Symon ind Judas avont)
Schepenen van Gennep oorkonden dat Griet, weduwe Johan van Scheelberg, jegens klooster van Sint Agatha tot borg stelt haar hof aengen Heel, tot waarde van 50 Rijnse gulden, daar zij met Thijs van der Linden, als voogd van haar kinderen Liesbeth, Johanna en Maria, overgedragen heeft aan klooster:
1/2 hof en 1/2 bosje Wier, beide in Sint Agatha, volgens schepenakte van 14 mei 1487 (zie regestnr 659)
Origineel (inventarisnr 756)
Met beschadigd schependomszegel
Kopie cartularium, 201 en 431 (inventarisnr 1)
In cartularium op blz 201 een aantekening uit cijnsregister: 'Aldus helt sHeren thynsboeck van Cuijk van den Kaerbosch. So men jaerlix plach te gelden den convent van Sint Agatha VI malder rogge Venscher maeten daer vur hefft mijn genadige Heer oen gegeven den Karbosch ind die Klein Hauter. Ende hier tho sullen sy den Here jaerlix gelden te thyns II capuyn'
Op rugzijde: 'Een weirscap van onsen halven hoff op den Paide'

676 1488-11-10.
1488 november 10 (op sente Mertens avont in den winter)
Walraven van Nijdeggen en Gerit Hanen, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Gerit Celen en zijn vrouw Oda overgedragen hebben, aan Hubert Celen en zijn vrouw Johanna van Erp:
schepenakte van 7 juli 1483, waardoor dit transfix gestoken is, over 80 Rijnse gulden per jaar (zie regestnr 588) (met transfix van 10 april 1526, regestnr 797)
Origineel (inventarisnr 839)
Met zegels schepenen

677 1488-11-11.
1488 november 11 (op sunte Martyns dach biscops comende in den wynter)
Schepenen van Oeffelt oorkonden dat Gerit Bertkensz en zijn vrouw Jutte overgedragen hebben aan broeder Johan van Zellar, voor klooster van Sint Agatha:
perceel land van 1 kleine morgen en 55 roeden bij de Maas, naast Henrik Querne / Herenweerd / en Lambert Winkens
Origineel (inventarisnr 939)
Met schependomszegel
Kopie cartularium, 310 (inventarisnr 1)
Op rugzijde: 'int hoege Wyenraet'

679 1489-10-16.
1489 oktober 16 (op sunte Gallen dach confessoris)
Schepenen van Maashees en Holthees oorkonden dat Willem Stoeck overgedragen heeft aan Salentin Micheling, prior klooster van Sint Agatha:
schepenakte van 26 maart 1478, waardoor dit transfix gestoken is, met daarin vermelde pacht (zie regestnr 545)
Origineel (inventarisnr 957)
Met schependomszegel
Kopie cartularium, 480 (inventarisnr 1)
Op rugzijde: 'Opdrach toe Beek ende Maasseese'

683 1490-05-20.
1490 mei 20
Walraven van Nijdeggen en Peter van Wetten Klaasz, schepenen van Cuijk, oorkonden dat zij gevidimeerd hebben schepenakte van 1 oktober 1475 over goederen en erfenissen in Cuijk (zie regestnr 530)
Origineel (inventarisnr 820)
Met zegels schepenen
Op rugzijde: 'Paulus van Zynzych'

684 1490-05-24.
1490 mei 24
Jacob Linsenzn, rechter / Rolof Janszn en Arnt Mont, laten van Beers, oorkonden dat Pouwels van Zinshem verklaard heeft, dat Peter van Delien, bij geval van schade aan 7 malder rogge per jaar, die hij hem in Cuijk overgedragen heeft, verhaal kan doen gelden op hof Braandonk
Origineel (inventarisnr 880)
Met zegels rechter en laten
Kopie cartularium, 375 (inventarisnr 1)

685 1490-05-24.
1490 mei 24
Walraven van Nijdeggen en Peter van Wetten Klaasz, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Pouwels van Zinshem verklaard heeft, dat Peter van Delien bij geval van schade aan 7 malder rogge per jaar, die hij hem overgedragen heeft, verhaal kan doen gelden op de jaarpacht, die men Pouwels schuldig is, te weten op 1 malder rogge van Jan van Escharen / 5 schepel van erfgenamen van Wolter van Baax / 3 schepel van Harmen Deriksz / 3 malder van Jacob Walravens / en 1 malder van Henrik de Groot en Gaart van Hout
Origineel (inventarisnr 880)
Met zegels schepenen

686 1490-06-15.
1490 juni 15 (op sunte Vitus dach)
Peter van Wetten Klaasz en Peter Velar Gijsbertszn, schepenen van Cuijk, oorkonden dat broeder Wolter Rolofsz verklaard heeft dat klooster van Sint Agatha, volgens wil van wijlen zijn vader Derik Rolofsz, behouden zal 6 malder rogge per jaar uit de Donken, 6 malder rogge en 2 kapoenen uit Pixhoeve en 12 malder rogge uit de hof Heitrak, onder voorwaarde dat zijn moeder Aleid Rolofs haar leven lang 14 malder rogge per jaar zal hebben en dat klooster na haar dood nog van de erfgenamen zal hebben 100 Rijnse gulden ineens of 8 malder rogge per jaar
Origineel (inventarisnr 740)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 440 (inventarisnr 1)

687 1490-08-20.
1490 augustus 20
Peter van Wetten Klaasz en Johan van Escharen, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Peter Andelien alias Van Delien, overgedragen heeft aan broeder Johan van Zellar, voor klooster van Sint Agatha:
7 malder rogge per jaar, die Pouwels van Zinshem aan hem overgedragen heeft
Origineel (inventarisnr 880)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 375 (inventarisnr 1)
In inventaris cartularium: 'voer welcken wy die seven malder roggen in den Laarakker ghebuyt'

688 1490-12-10.
1490 december 10 (des Vrydages nae onser liever Vrouwen dach Conceptionis)
Jacob Linsensz, rechter / Rolof Jansz en Goossen Copperts, laten van Beers, oorkonden dat Peter Andelien alias Van Delien, overgedragen heeft aan broeder Derik van Nijmegen, voor klooster van Sint Agatha:
akte van borgtocht van Pouwels van Zinshem over 7 malder rogge per jaar, op hof Braandonk (zie ook akte van 24 mei 1490, regestnr 684)
Origineel (inventarisnr 880)
Met zegels rechter en laten
Kopie cartularium, 376 (inventarisnr 1)

689 1491-04-05.
1491 april 5
Arnt van Vlodrop en Jan van Escharen, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Jan Deriksz en zijn vrouw Met overgedragen hebben aan Lamert Ruis Petersz:
4 malder rogge per jaar, te leveren in Grave, uit hun huis en hofstad ( = bouwkavel), naast Peter Andelien / Peter van den Berg / Guurt Baars / gemeent, alsmede uit 2 hont land naast erven van klooster van Sint Agatha
Origineel (inventarisnr 794)
Met zegels schepenen
Op rugzijde: 'Haps'
In inventaris cartularium: 'dese hebben wy geloest'

690 1491-06-18.
1491 juni 18
Arnt Stamelart van Uden, stadhouder Cuijkse lenen, bij afwezigheid van Cornelis van Bergen, ridder, heer van Grevenbroeck, oorkondt, ten overstaan van leenmannen Walraven van Nijdeggen / Peter van Holt, schout in Grave / Willem Robijns / Jan Koenen / en Gaart Hollen, dat hij klooster van Sint Agatha beleend heeft met:
goed ten Kerkhof onder Oeffelt, na opdracht van Liesbeth, zuster van Jan van der Molen, zuster in klooster in Venray, door middel van haar voogd Arnt Visser, rentmeester in Haps, nadat Hadewig Knapenzn, tante wijlen Jan van der Molen, met Rombolt Collart als voogd, haar recht op dit goed had doen gelden en er ten overstaan van leenmannen Peter van Holt en Willem van Aken eerst mee beleend was
Origineel (inventarisnr 925)
Met zegel stadhouder en 5 zegels leenmannen

691 1491-07-08.
1491 juli 8
Cornelis van Bergen, ridder, heer van Grevenbroeck, stadhouder Cuijkse lenen, oorkondt, ten overstaan van leenmannen Peter van Holt, schout in Grave, en Jan van Nijdeggen dat hij Jan van der Molen Jansz beleend heeft met:
goed ten Kerkhof onder Oeffelt, na overlijden van zijn neef Jan van der Molen, en daarna bij opdracht van Jan voornoemd Arnt Visser, rentmeester in Haps, als voogd van klooster van Sint Agatha
Origineel (inventarisnr 925)
Met zegel oorkonder en zegels leenmannen

692 1491-08-21.
1491 augustus 21
Cornelis van Bergen, ridder, heer van Grevenbroeck, stadhouder Cuijkse lenen, oorkondt ten overstaan van leenmannen Peter van Holt, schout, en Willem Robijns, dat hij Walraven van Nijdeggen Walravensz gemachtigd heeft te handelen als stadhouder van lenen, bij opdracht van het leengoed then Kerkhof onder Oeffelt, door Hadewig Knapenzn, geërfd van Jan van der Molen alias van Rade
Origineel (inventarisnr 925)
Met secreet zegel oorkonder

693 1491-11-18.
1491 november 18
Cornelis van Bergen, ridder, heer van Grevenbroeck, en zijn zoon hertog Philips, stadhouder van hun lenen van Land van Cuijk, oorkondt, ten overstaan van leenmannen Peter van Holt, schout in Grave / Willem Robijns / en Jan van Nijdeggen, dat hij met Walraven van Nijdeggen, als gemachtigde klooster van Sint Agatha, Arnt Visser, rentmeester in Haps als voogd, beleend heeft met:
goed Kerkhof onder Oeffelt, na opdracht van Hadewig of Heesken Knapenzn, weduwe in Nijmegen, ten overstaan van Cuijkse leenmannen Willem Robijns en Jan de Haan van Oeffel, met Rombolt Collart als haar voogd, nadat zij op 14 juni hiermee beleend was na overlijden van haar neef Jan van der Molen van Rade, die het leen aan klooster gegund had
Origineel (inventarisnr 925)
Met zegel oorkonder

694 1491-12-16.
1491 december 16 (des Vrydages na sunte Lucien dach joffrouwen)
Schepenen van Oeffelt oorkonden dat Henrik Minten en zijn vrouw Hadewig / Jorden Minten en zijn vrouw Kathrijn / Arnt Minten en zijn vrouw Griet / en Neze Minten, overgedragen hebben aan broeder Johan van Zellar, voor klooster van Sint Agatha:
kamp land, naast Henneke Schillink / Arnt Wier / Beertken Wiers / en de steeg, voor de 5 malder rogge per jaar die klooster daaruit heeft en voor 1/2 malder die Thijs van der Scharmolen daaruit heeft
Origineel (inventarisnr 923)
Met beschadigd schependomszegel
Kopie cartularium, 310 (inventarisnr 1)
Op rugzijde: 'van Jan Mynten camp tot Oeffelt'
In inventaris cartularium: 'die camp genoemt der Herentom'

695 1492-01-26.
1492 januari 26
Schepenen van Cuijk oorkonden, met de schepenen Peter van Wetten Klaasz en Jan van Escharen als bezegelaars, en Willem van Vlodrop, schout in Land van Cuijk, als medebezegelaar, dat Hubert Celen, rentmeester in Land van Cuijk, zich heeft doen panden voor:
1 malder rogge per jaar / 5 vat gerst / 7 vat haver / 2 schellingen / 6 penningen / 1 voeder hout / en 1/2 scholtvarken, vanwege niet voldane pacht en cijns sinds 1489, op erfenis en goederen van Johan van Holt, verkregen van Bade van Escharen, als onderpand van Peter Veler Klaasz, en Gerit de Jeger en zijn kinderen Jacob en Cornelis, die lossing voorbij hebben laten gaan, waarna prior klooster van Sint Agatha binnen 14 dagen voornoemde pacht en cijns voldaan en beschut heeft
Origineel (inventarisnr 820)
Met zegels schepenen en schout

696 1492-03-11.
1492 maart 11
Walraven van Nijdeggen en Jan van Escharen, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Willem Cobrech schuldig is aan prior klooster van Sint Agatha:
8 Rijnse gulden per jaar uit hof 'aan de heide', te lossen met hoofdsom van 82 en 18 Rijnse gulden
Origineel (inventarisnr 738)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 376 (inventarisnr 1)
Met onderschrift: 'van desen ende anderen geld heeft Willem enen anderen brief met des convents segel'
In inventaris cartularium: 'daer wy nu twe missen voer lesen ter weken'

697 1492-04-09.
1492 april 9
Walraven van Nijdeggen en Peter van Wetten Klaasz, schepenen van Cuijk, oorkonden dat zij gevidimeerd hebben schepenakte van 19 februari 1460, over 4 malder rogge per jaar (zie regestnr 446)
Origineel (inventarisnr 788)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 261 (inventarisnr 1)
Op rugzijde: '... IIII malder rogge die Jacob Vennen vercoft heeft Peter van Aken welke onse weer syn solde van den lande dat wy van Jacob hebben van den Laarakker'
In cartularium: '... Jacob Thysz geheiten Vennen'.

698 1492-10-01.
1492 oktober 1 (op sent Remijgius dach des heiligen biscops)
Theodoor Nijenhuis, kanunnik in Xanten, oorkondt dat hij aan prior en klooster van Sint Agatha gegeven heeft:
recht van wederkoop van 10 Rijnse gulden per jaar, die zij aan hem verkocht hebben, met hoofdsom van 200 Rijnse gulden
Origineel (inventarisnr 233)

699 1492-12-18.
1492 december 18 (des neesten Dinxdages nae sunte Lucyen dach virginis)
Johan van Hoen, rechter van Heumen, Malden en Beek, oorkondt ten overstaan van gerechtsluiden Henrik van Gijsen en Arnt Noien, dat Gerd van Gnadendonk in erfkoop verkocht heeft, aan Zeger Noien:
3 malder rogge per jaar, te betalen in Nijmegen, uit ongeveer 20 morgen zaai- en broekland, heide en bos in Malden, naast Willem van den Berkenbos / Keppelsland / Asselse wetering / en Stalse dries, behoudens cijns van 1 oort per jaar voor Heer van Heumen / en van 1 oortgulden, 11/2 kroon en 21/2 malder rogge en 1 schepel per jaar voor jonker Scheifart
Origineel (inventarisnr 1056)
Met zegel oorkonder

700 1493-03-05.
1493 maart 5 (op den neisten Dynsdage na den Sondach Reminiscere)
Johan van Hoene, rechter van Heumen, Malden en Beek, aangesteld door Zeger van Groesbeek, ridder, heer van Heumen, Malden en Beek, oorkondt, ten overstaan van gerechtsluiden Johan van Asselt en Jan Noien, dat Johan Housteen, burger in Kranenborg en zijn vrouw Yrmgart van den Rijn, dochter wijlen Ot, diens vrouw Agnes, overgedragen hebben aan Johan Neve, priester, kanunnik en scholaster in Nijmegen:
3 malder rogge per jaar uit erven van wijlen Gadert van Adendonk en zijn vrouw Marie, in Malden, met akten van 18 mei 1435 en 28 maart 1459, waardoor dit transfix gestoken is (zie regestnr 242 en nr 437)
Origineel (inventarisnr 985)
Met zegel oorkonder
In inventaris cartularium: 'uut den hoff die wy van Willem van Cuijk hebben'

701 1494-01-14.
1494 januari 14 (op sunte Poncianus avont)
Werner van Zutphen, prior klooster predikorde in Zwolle, en Johan Koekeman, pater fraterhuis aldaar, 'maecheydes ende moetzwoenslude' vanwege Sijbrant Geritsz en wijlen Aleid, voorvrouw van Wolter van Parijs, alias 'Wolter mytter eenre hant', enerzijds, en Arnold van den Berge en Willem Vink, 'maecheides ende moetzwoenslude' vanwege Wolter van Parijs en zijn vrouw Kathrine anderzijds, oorkonden dat zij:
boedelscheiding gemaakt hebben van goederen van Wolter en wijlen Aleid, waarbij Wolter hebben zal alle goederen van wijlen zijn vrouw Aleid in Zwolle en Sijbrant, zoon wijlen Gerit de Wever en voornoemde Aleid, de goederen van zijn ouders in Land van Cuijk
Gevidimeerd kopie in schepenakte van 1494 ongedateerd (zie regestnr 705) (inventarisnr 763)

702 1494-01-20.
1494 januari 20 (des Manendages nae sunte Ponciaens dach martiris)
Zeger van Groesbeek, heer van Heumen, Malden en Beek, ridder, oorkondt ten overstaan van leenmannen Ot van Vormeren alias Tummer, en Peter van den Kerkhof dat Gadert van Adendonk overgedragen heeft aan Johan van den Grave:
1 malder rogge per jaar uit perceel land van circa 7 morgen in Malden
Origineel (inventarisnr 1057)
Met zegels oorkonder en leenmannen

703 1494-09-07.
1494 september 7 (op onser liever Vrouwen avont Nativitatis)
Peter van Wetten Klaasz en Peter Velar Gijsbertsz, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Sijbrant Gerit Ruttensznzn ontvangen heeft van Salentin van Nijmegen, prior klooster van Sint Agatha:
schepenakte van Cuijk, die klooster van Rut Mouwen ontvangen had, over 3 malder rogge per jaar, die Gerit Ruttensz placht te hebben
Origineel (inventarisnr 763)
Met zegel 1e schepen
Op rugzijde: 'Item Rut Mouwen was alder vader van desen Sybrant'

704 1494-09-12.
1494 september 12 (des Vrydach na onser liever Vrouwen dach Nativitatis)
Peter van Wetten Klaaszen Peter Velar Gijsbertszn, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Sijbrant Gerit Ruttensznzn ontvangen heeft van prior en klooster van Sint Agatha:
schepenakte van Cuijk, die klooster van Rutte Mouwen ontvangen had, over 3 malder rogge per jaar, die Gerit Ruttensz placht te hebben
Origineel (inventarisnr 763)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium 397 (inventarisnr 1)
Op rugzijde: 'Quytancie van Sybrant Rut Mouwenznzn'

705 1494 (z.d.).
1494
Peter van Wetten Klaasz en Johan van Escharen, schepenen van Cuijk, oorkonden dat zij gevidimeerd hebben akte van magescheid van 14 januari 1494 (zie regestnr 701)
Origineel (inventarisnr 763)
Met zegels schepenen
Op rugzijde: 'Vidimus van den maechgescyen Sybrantz Rut Mourensz Soen'

706 1494 (z.d.).
1494 (ongedateerd)
Jan van Escharen en Derik Crabout, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Jan Gemertz erkend heeft dat Herman Hanen 3 van de 6 goudgulden per jaar, die hij schuldig is uit kamp land Ooy, gelost heeft
Origineel (inventarisnr 862)
Met zegels schepenen

710 1495-04-23.
1495 april 23 (des Donredages na den heyligen Paessdach)
Peter van Wetten Klaasz en Peter Velar, schepenen van Cuijk, oorkonden dat zij gevidimeerd hebben schepenakte van 15 juni 1410, over 6 morgen land op Laarakker (zie regestnr 84)
Origineel (inventarisnr 783)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 258 (inventarisnr 1)
Kopie van circa 1627 (inventarisnr 712)

713 1496-08-01.
1496 augustus 1 (des iersten dages in den Oest)
Peter van Wetten Klaaszn en Jan van Escharen, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Hein van den Berge overgedragen heeft aan Thijs Klaasz:
1/2 kamp Gansakker, naast Derik van Katwijk / gemeent / Harmen Hanen, waarbij hij beloofd heeft dat zijn vrouw Yken afstand zal doen
Origineel (inventarisnr 853)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 458 (inventarisnr 1)
In cartularium: 'Dit is van Wolters patrimonium van Mouwick, welcke was een bruder des conventz'.

714 1496-10-14.
1496 oktober 14 (op sunte Calixtus dach pape)
Peter van Wetten Klaasz en Johan van Escharen, schepenen van Cuijk, oorkonden dat zij gevidimeerd hebben akte van 20 april 1488, waarin Henrik van Baaxen aan zijn dochter Kathrijn Baars 6 malder rogge per jaar geeft (zie regestnr 664)
Origineel (inventarisnr 787)
Met zegels schepenen

715 1496-12-08.
1496 december 8
Jan van Escharen en Derik Crabout, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Wemmer Haroutsz en zijn vrouw Cornelis / en zijn zuster Baat, overgedragen hebben aan Harmen Hanen:
kamp land op de Steilen Gansakker, naast Henrik Arntsz / Derik van Katwijk / gemene weg / en straat aan Galgenberg
Origineel (inventarisnr 855)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 465 (inventarisnr 1)

716 1496-12-11.
1496 december 11
Jan van Escharen en Derik Crabout, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Wemmer Haroutsz en zijn zuster Baat schuldig zijn aan Harmen Hanen:
11 vat rogge per jaar uit kamp land Gansakker, te lossen ineens met 14 Rijnse gulden per malder
Origineel (inventarisnr 855)
Met zegels schepenen

718 1497-02-26.
1497 februari 26 (opten Sonnendach Oculi)
Peter van Wetten Klaaszn en Jan van Escharen, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Harmen Hanen en zijn vrouw Griet overgedragen hebben aan Jan Lesiers:
3 Rijnse gulden per jaar uit kamp land Ooy, naast de Maas / Wemmer Haroutz / en Thijs van Beers
Origineel (inventarisnr 862)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 458 (inventarisnr 1)
In cartularium: 'dit onderpandt hebben wij nu, dit is van b. Wouter van Mouwickz wegen'
In inventaris cartularium: 'b. Wolter Lysyrs. en Herman Kypholt habet III gulden uuter die Oy'

720 1498-02-09.
1498 februari 9 (dess Vrydages na sent Agathen dach virginis)
Klaas Vige en Simon van Velden, schepenen van Nijmegen, oorkonden ten overstaan van Sweder van Sallant, onderrechter, dat Henrik van Bronkhorst enerzijds, met Henrik van Apelteren, heer in Persingen / Johan en Derik van Bronkhorst, als zegslieden, en Arnt van Zellar anderzijds, met Johan van Galen / Johan Collert van Linden / en Albert ter Kinder als zegslieden, met Klaas Vige Klaasz als overman voor beide partijen, beloofd hebben zich te houden aan uitspraak van hun allen over:
8 malder rogge per jaar, die Arnt heeft uit perceel land in Hautert, 'Dat alde lant', nu behorend aan Henrik van Bronkhorst en voorheen aan Henrik van der Hautert, waarbij deze 8 malder rogge zijn verminderd tot 7 malder, door Henrik voor de helft te lossen met hoofdsom van 52 Rijnse gulden, en nogmaals, na 3 jaar, voor de andere helft op dezelfde wijze, op boete van 25 Rozenobel voor de overtreder, 1/3 voor landsheer, 1/3 voor andere partij en 1/3 voor zegslieden
Origineel (inventarisnr 1007)
Met zegels schepenen

722 1499-09-27.
1499 september 27 (des Vridaeges nae sente Matheus dach des heligen apostels)
Prior en convent van Sint Agatha, met Walraven van Nijdeggen en Jan van Escharen als medebezegelaars enerzijds, en Henrik Sliepenbeek, met Huge van Anckeren en zijn broer Harm van Sliepenbeek als medebezegelaars anderzijds, oorkonden dat zij overeengekomen zijn dat klooster aan Geert van Schelberg zal overdragen:
5 blauwe gulden per jaar, te voldoen door Bert Wiers, terwijl Geert aan klooster zal overdragen 2 malder gerst, min 1/2 hoop per jaar en cijns van 2 hoenders per jaar volgens de akte daarvan;
tevens stelt klooster zich borg voor ruiling met Heer van Kleef van 15 blauwe gulden, te voldoen door Geert, tegen 16 malder gerst, met als onderpand hofstad ( = bouwkavel) van Reiner van Hoevelwijk
Origineel (inventarisnr 932)
Met zegels oorkonders, vrienden en magen, het 1e en 4e beschadigd

723 1499-11-06.
1499 november 6 (op sunte Leonardus dach)
Ab Hanen en Lenert Moerken, laten van Gassel, oorkonden dat prior klooster van Sint Agatha zich heeft doen panden voor:
51/2 pond per jaar uit hof Heze in Gassel, toebehorende aan Derik Vaaks, zoon van Henrik, burger in Grave, waarna Derik de prior eeuwige panding beloofd heeft voor klooster
Origineel (inventarisnr 881)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 378 (inventarisnr 1)

724 1499-11-11.
1499 november 11 (op sunte Martens dach in den wynter episcopi)
Zeger van Groesbeek, ridder, heer van Heumen, Malden en Beek, oorkondt, als leenheer, cijnsheer en landsheer, ten overstaan van leenmannen en cijnsgenoten Johan van Groesbeek, dat Gerd van Genadendonk in erfkoop verkocht heeft aan Willem van Cuijk, burger van Nijmegen:
5 malder rogge per jaar uit erf en hofstad ( = bouwkavel) Pol, met zaai- en broekland in Malden, voorheen van Gerd en Frederik van Genadendonk, zijn grootvader en vader, en uit alle goederen, die Frederik van Genadendonk gekocht heeft van Gijske Johan Gijsenzn, en uit zijn verdere goederen in Malden, behoudens leen- en cijnsrecht van Heer van Groesbeek
Origineel (inventarisnr 986)
Met zegels oorkonder, leenmannen en cijnsgenoten

725 1499-11-11.
1499 november 11 (op sunt Martens dach in den wynter des heiligen biscops)
Johan van Hoen, rechter van Malden, oorkondt ten overstaan van gerechtsluiden en erfpachters Johan van Groesbeek de oude en diens zoon Johan, dat Gart van Genadendonk in erfkoop verkocht heeft aan Willem van Cuijk, burger van Nijmegen:
5 malder rogge per jaar uit zijn goederen in Malden, behoudens leen- en cijnsrecht van de heer van Groesbeek
Origineel (inventarisnr 986)
Met zegel oorkonder
Op rugzijde: 'uyt Poll den goet te Malden'

726 1500-02-08.
1500 februari 8
Schepenen van Oeffelt oorkonden dat Johan van Rul en zijn vrouw Heil overgedragen hebben aan Salentin, prior klooster van Sint Agatha:
al hun recht op het erf van wijlen Derik Plesser, nu van klooster
Origineel (inventarisnr 932)
Met schependomszegel

727 1500-02-08.
1500 februari 8
Schepenen van Oeffelt oorkonden dat Jacob van Scheelberg en zijn vrouw Gertrud, met Herman en Henrik van Sliepenbeek, echte kinderen van Gertrud, overgedragen hebben aan Salentin, prior klooster van Sint Agatha:
2 malder gerst per jaar en cijns van 2 hoenders per jaar, die zij hebben uit het land van wijlen Derik Plessers, nu van klooster
Origineel (inventarisnr 932)
Met schependomszegel
Op rugzijde: 'Geertken Slipenbeeck ende oere kinderen'
In inventaris cartularium: 'dit geet uut Plessers landt dat wy nu hebben'

728 1501-02-15.
1501 februari 15
Jan van Escharen en Peter Veler Gijsbertsz, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Thijs Klaaszn en zijn vrouw Hilleke / en Jacob Jutten en zijn vrouw Eerke, overgedragen hebben aan Jan Lesiers:
kamp land, naast Derik van Katwijk, gemene straat en Harmen Hanen
Origineel (inventarisnr 853)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 459 (inventarisnr 1)

729 1501-02-16.
1501 februari 16
Jan van Escharen en Peter Veler Gijsbertsz, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Jan Lesiers en zijn vrouw Beli overgedragen hebben aan Thijs Klaaszn:
2 malder rogge per jaar uit kamp land, naast gemene straat / Derik van Katwijk / en Harmen Hanen
Origineel (inventarisnr 853)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 459 (inventarisnr 1)
In cartularium: 'in den selven camp geheyten den Gansacker'

730 1501-02-17.
1501 februari 17
Jan van Escharen en Peter Veler Gijsbertsz, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Thijs Klaaszn schuldig is aan Jan Lesiers:
2 malder rogge per jaar, over 1 jaar door Jan te lossen met 25 Rijnse gulden (zie schepenakte van 16 februari 1501, regestnr 729)
Origineel (inventarisnr 853)
Met zegel 1e schepen
In inventaris cartularium: 'dit is die camp aen die weerdijck'

731 1501-02-22.
1501 februari 22 (opte sente Peters dach ad Cathedram)
Schepenen van Beugen oorkonden dat Derik Quyrn met zijn zoon Wolter en zijn dochters Hage, Wendel, Mechteld en Jacob, overgedragen hebben aan Salentin van Nijmegen, prior klooster van Sint Agatha:
kamp land van 31/2 morgen, naast voorheen Ebke Wolters, Reinalt Graatz, Heinen Wolters en Rutger Wolters, kapelaan in Zandbeek, waarbij kapelaan tevens aan klooster overgedragen heeft uitweg over zijn erf naar dat van Dries Kempen
Origineel (inventarisnr 945)
Met schependomszegel.

732 1501-03-22.
1501 maart 22 (des Manendaichs nae den Sonnendach Letare Jherusalem in der vasten)
Henrik van Bronkhorst oorkondt, ten overstaan van leenmannen Henrik van Apelteren, heer van Persingen, en Laureins van Wyenhoven, dat hij Henrik de Groot beleend heeft met 10 malder rogge per jaar uit Rulse hof, groot 16 morgen, in Cuijk in de Hautert en komende van wijlen Lambert van der Masen
Origineel (inventarisnr 728)
Met zegels oorkonder en leenmannen.

733 1501-04-26.
1501 april 26
Jan van Escharen en Peter Veler Gijsbertsz, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Heiman Wiers schuldig is aan Herman Hanen:
3 Rijnse gulden per jaar uit kamp land Ooy, te lossen met hoofdsom van 50 Rijnse gulden (zie ook schepenakte van 11 februari 1529, regestnr 807)
Origineel (inventarisnr 862)
Met zegels schepenen
Op rugzijde: 'Desen loesbrieff is geloest van Derikk Zell koekemeester ende ... hier voir ons overgedragen III malder rogge, dat wij geldende ... Anno 1544'

735 1501-06-12.
1501 juni 12
Margaretha, weduwe Willem van Egmond, vrouwe van Boxmeer en Haps, oorkondt dat zij voor rechter en schepenen van Cuijk overgedragen heeft aan klooster van Sint Agatha:
7 malder en 3 vat rogge per jaar uit haar goederen in Haps, in buurtschap Sint Agatha, en dat zij ter voorkoming van schade nog 92 goudgulden en 7 stuiver schuldig is, te panden uit goederen in heerlijkheid van Meer; dat dit ook geldt voor 2 malder rogge per jaar, die wijlen haar oom Henrik van Meer bij testament aan klooster vermaakt heeft
Origineel (inventarisnr 711)
Kopie cartularium, 389 (inventarisnr 1)
Zie ook: C.R. Hermans, 'Annales Ordinis S. Crucis' ('s-Hertogenbosch 1853) deel III, 5

736 1502-01-28.
1502 januari 28
Walraven van Nijdeggen en Jan van Escharen, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Jan, en zijn zusters Henneke en Willemke, kinderen van Willem van Doernen alias Glaasmaker, in Grave, afstand gedaan hebben van:
81/2 malder rogge per jaar uit de hof Doijenberg in Sint Agatha, behorend aan klooster van Sint Agatha, met kwijtschelding aan prior voor betaling aflossing
Origineel (inventarisnr 715)
Met zegel 2e schepen

737 1502-02-24.
1502 februari 24 (op Sente Mathias dach apostoli)
Schepenen van Beugen oorkonden dat Arnt Boegel en zijn vrouw Liesbeth overgedragen hebben aan Salentin van Nijmegen, prior klooster van Sint Agatha:
1 malder rogge per jaar uit hun huis en hof en 3 percelen land, te weten perceel naast Wilhem Oilkens, Rutgen Renatz, gemeent en Peter Hennekens / perceel, onder meer naast Gerit Crijfs / perceel, naast Roel Willen en Hoge Heide
Origineel (inventarisnr 946)
Met schependomszegel

738 1503-03-28.
1503 maart 28 (des Dinxdaighs nae onser liever Vrouwen dach Annunciacionis)
Johan van den Graaf, rechter van Heumen, Malden en Beek, oorkondt ten overstaan van gerechtsluiden Johan Hesken en Johan Verstegen, dat Willem van Cuijk zich heeft doen panden aan:
alle goederen van Gadert van Adendonk in Malden voor 5 malder rogge per jaar, volgens akte die hij daarvan heeft onder goedkeuring van Zeger van Groesbeek, ridder en heer van Malden
Origineel (inventarisnr 986)
Met zegel oorkonder

739 1503-04-06.
1503 april 6 (opp Donredach neist nae sunte Ambrosius dach)
Zeger van Groesbeek, heer van Heumen, Malden en Beek, ridder, oorkondt ten overstaan van leenmannen Johan van Groesbeek de jonge en Peter van den Kerkhof, dat hij toestemming verleend heeft aan Willen van Cuijk voor:
rechtsvordering tegen Gadert van Adendonk op diens goederen in Malden, vanwege achterstallige pacht
Origineel (inventarisnr 986)
Met zegel oorkonder

741 1503-09-01.
1503 september 1
Walraven van Nijdeggen en Jan van Escharen, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Salentin van Nijmegen, prior klooster van Sint Agatha, in erfpacht gegeven heeft aan Jan Arntz Raijmaker:
perceel land in Sint Agatha naast gemene weg en Thijs de Haan, voor 1 malder rogge per jaar en cijns van 2 hoenders
Origineel (inventarisnr 630)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 409 (inventarisnr 1)
Op rugzijde: 'van Gerit Cupers huis ende hoffstat'

742 1503-09-02.
1503 september 2
Walraven van Nijdeggen en Jan van Escharen, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Jan Arntz Raijmaker en zijn vrouw Henneke overgedragen hebben aan Salentin van Nijmegen, prior klooster van Sint Agatha:
1 malder rogge per jaar en cijns van 2 hoenders uit perceel land in Sint Agatha naast Thijs de Haan, welk perceel land zij van klooster in erfpacht genomen hebben bij schepenakte van 1 september 1503 (zie regestnr 741), en dat aan klooster gekomen is van Met Rut Mouwendr, onder voorwaarde dat Jan voornoemd alleen op de hoek van het land mag bouwen en daar geen herberg houden zal of bier tappen
Origineel (inventarisnr 630)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 409 (inventarisnr 1)
Op rugzijde: 'I malder roggen van Gerit Cuper'

743 1503-11-13.
1503 november 13
Jan van Escharen en Jan Monink, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Salentin van Nijmegen, prior klooster van Sint Agatha, in erfpacht gegeven heeft aan Goebbel Arnt Noienzn, voor 4 malder rogge per jaar:
kamp land van 5 morgen op de Steilen in Klein Linden, naast Herman de Haan en gemene straat, afkomstig van wijlen Arnt Nooijen, voor zijn zoon, broeder Nooijen, broer van Goebbel
Origineel (inventarisnr 854)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 461 (inventarisnr 1)

744 1503-11-15.
1503 november 15
Jan van Escharen en Jan Monink, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Goebbel Arnt Neudenzn en zijn vrouw Kathrijn overgedragen hebben aan Salentin van Nijmegen, prior klooster van Sint Agatha:
4 malder rogge per jaar uit kamp van 5 morgen, gelegen op de Steilen in Klein Linden, naast Herman de Haan, welke kamp Goebbel van klooster in erfpacht genomen heeft volgens schepenakte van 13 november 1503, en die klooster aangekomen is van Arnt Noien, vader van Goebbel, voor broeder Noien (zie regestnr 743)
Origineel (inventarisnr 854)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 461 (inventarisnr 1)

745 1504-12-12.
1504 december 12
Peter Veler Gijsbertszn en Hermen van der Geest, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Henrik de Groot Henrikzn door klooster van Sint Agatha tevreden is gesteld over leenakte, waar hij volgens leenregister recht op had, en over tienden, die klooster van hem gepacht had
Origineel (inventarisnr 728)
Met zegels schepenen

746 1506-05-04.
1506 mei 4
Peter Velar Gijsbertszn en Herman van der Geest, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Lijske, weduwe Arnt Wauwel, met haar kinderen Jan en Peter overgedragen heeft aan Arnold van Bracht, procurator klooster van Sint Agatha:
perceel land op de Wuurdink bij de Brakelsdik, naast Gerit Lemmen, gemeent en gemene weg
Origineel (inventarisnr 654)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 410 (inventarisnr 1)
Op rugzijde: 'Nu Herman Quern'

747 1506-05-18.
1506 mei 18 (des Manendachs na sunte Servaes dach in den Meye)
Henrik van Bronkhorst oorkondt, ten overstaan van leenmannen Henrik van Apelteren, heer van Persingen, en Laureins van Wyenhoven, dat hij Gijsbert van Baax beleend heeft met 10 malder rogge per jaar uit Rulse hof, groot 16 morgen, in heerlijkheid Cuijk in de Hautert, komende van Henrik de Groot, en eerder van wijlen Lambert van der Masen, behoudens lijftocht voor Jan van Baax
Origineel (inventarisnr 728)
Met zegels oorkonder en 2e leenman

748 1506-08-03.
1506 augustus 3
Peter Velar en Hermen van der Geest, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Thijs de Haan en zijn vrouw Jutta overgedragen hebben aan Henrik van Kempen, prior klooster van Sint Agatha:
1 morgen land naast gemene straat / Cornelis de Jeger / en steeg, waarover die van de Padbroeken hun hooi vervoeren
Origineel (inventarisnr 662)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 395 (inventarisnr 1)

749 1507-02-13.
1507 februari 13 (Sabbato post diem beate Scolastice virginis)
Johan Collert van Linden en Judocus van Randwijk, schepenen van Nijmegen, oorkonden dat Geerlacus van Ruremunda en zijn vrouw Jutta / Johannis / Otto / Herman en Catherina, kinderen wijlen Gerard Beyer, van alle schuld voldaan zijn door Arnold van Bracht, procurator klooster van Sint Agatha
Origineel (inventarisnr 751)
Met zegels schepenen

750 1509-02-01.
1509 februari 1 (op onser liever Vrouwen Lychtmyss avent)
Albert van Redinkhaven, rechter van Heumen, Malden en Beek, oorkondt ten overstaan van gerechtsluiden en leenmannen Peter van den Kerkhof en Johan van Benthem, dat Gard van Genadendonk en zijn vrouw Hilleke, overgedragen hebben aan Willem van Cuijk:
erf en hofstad ( = bouwkavel) met zaai- en broekland in Malden, Pol, voorheen van Gard en Frederik van Genadendonk, zijn grootvader en vader, behoudens 3 malder per jaar voor Johan Neef, priester / 11/2 malder per jaar voor kerk van Heumen / en 1 malder per jaar voor kerk van Malden, en de heer van Heumen zijn leenrecht
Origineel (inventarisnr 986)
Met zegel oorkonder en gerechtsluiden

751 1509-06-22.
1509 juni 22 (op der tyeendusent merteler dach)
Albert van Redikhaven, rechter van Heumen, Malden en Beek, oorkondt ten overstaan van gerechtsluiden Johan Heskens en Johan Hubertz, dat Johan Neve, priester, kanunnik en scholaster in Nijmegen, overgedragen heeft aan Peter Erpagen van Wijsen, als verdiend loon:
3 malder rogge per jaar, met bijbehorende akten en achterstallige pacht uit de goederen van oude Gard van Adendonk, nu van Willem van Cuijk, burger van Nijmegen, Poel, met bos en broekland in Malden
Origineel (inventarisnr 985)
Met zegels oorkonder en gerechtsluiden

753 1509-10-23.
1509 oktober 23
Schepenen van Beugen oorkonden dat Elizabeth van den Berken en haar kinderen Henneke, Hein, Bessel, Arnt en Liesbeth, met Dirk van den Berken als vader, overgedragen hebben aan Baten van den Berken:
5 malder rogge per jaar uit de Heiakker, groot 5 kleine morgen, naast Jan de Graat, de weerkamp, Jacob Wintkens en Wintken van den Boenhof Boilxakker, naast Wintken van den Boenhoff, Jan van den Heijden en Hein Arnts
Origineel (inventarisnr 947)
Met schependomszegel
Kopie cartularium, 474 (inventarisnr 1)
In cartularium: 'van brueder Henrik van den Berken onss koemelker'
In inventaris cartularium: 'van Baat sijnre suster' en 'Dese malder is twe geloest ende vur die ander drye betaelt nu Peter van den Berken II malder off hy wold oeck geloest hebben'

754 1509-12-13.
1509 december 13 (op sunte Lucien dach der heiliger joncfrouwen)
Sibert van Gale en Peter Velaar, schepenen van Cuijk, oorkonden dat zij gevidimeerd hebben passage in cijnsregister heren van Hoepz, over schenken door Edewaart, heer van Hoepz en voogd van Beel, aan klooster van Sint Agatha:
1/2 korentiend in de Hautert, waarvan pastoor van Cuijk en godshuis andere helft beuren, namelijk uit 2 boerderijen van Henrik Groten / land van Wolter van Baax / van Diemer van den Brimhovell / van Jan de Raat, tegen cijns van 1 oude groot / smaltiend van de boerderij en erven in Sint Agatha tegen cijns van 1 kapoen per jaar
Origineel (inventarisnr 721)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 268 en 394 (inventarisnr 1)

755 1510-02-20.
1510 februari 20 (Sabatto post Dominicam quadragesime qua cantatur Invocavit)
Helias van Eck, onderrechter, aangesteld door Theodoor Vige, burggraaf / Arnold van den Stal en Jacob de Klaar, schepenen van Nijmegen, oorkonden dat Johanna, weduwe Henrik van Bronkhorst / Arnold en Wilhelm van Bronkhorst / en Henrik van Apeltern, verkocht hebben aan Henrik van Kempen, prior klooster van Sint Agatha:
perceel land in Hautert naast voornoemd klooster / klooster van Sint-Agnes / en het broek
Origineel (inventarisnr 1007)
Met zegels schepenen

758 1510.
1510
Arnt van Boekhout, ambtman van Grave en Land van Cuijk, drossaard Land van Kessel en stadhouder lenen Landen van Cuijk en Kessel, oorkondt, ten overstaan van leenmannen Arnt de Groot Henriksz en Jan van den Berken alias Jan Koenen, dat hij Henrik van Kempen, prior klooster van Sint Agatha, met Sibert van Gaal als voogd, beleend heeft met:
hof Kerkhof onder Oeffel, na overlijden van prior Salentin, komende van Jan van der Molen
Origineel (inventarisnr 925)
Met zegel oorkonder

760 1511-03-10.
1511 maart 10
Schepenen van Cuijk oorkonden met schepenen Walraven van Nijdeggen en Merten Koebreech, als bezegelaars en Guurt van Vlodrop, overste rechter in Land van Cuijk, als medebezegelaar, dat:
Gerit Hermansz en Thonis van Aldram, kerkmeesters van Groot Linden, zich hebben doen panden voor schepenakte van Cuijk, over 3 malder rogge per jaar, nadat Jutte, vrouw van Henrik Pappertz / Dirk Willekens en zijn vrouw Jut / Jan Dirksz, als voogd kinderen wijlen Peter Pappertz, aflossing voorbij hebben laten gaan
Origineel (inventarisnr 805)
Met zegels schepenen en rechter
Kopie cartularium, 447 (inventarisnr 1)

761 1512-03-08.
1512 maart 8
Peter Velar en Merten Koebreech, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Peter de Ver Klaasz en zijn vrouw Bele overgedragen hebben aan Henrik van Kempen, prior klooster van Sint Agatha:
schepenakte van 3 mei 1484, waardoor dit transfix gestoken is, over 6 malder rogge per jaar, met alle andere akten daarvan (zie regestnr 598)
Origineel (inventarisnr 795)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 255 (inventarisnr 1)
Kopie van circa 1627 (inventarisnr 712)
In inventaris cartularium: '(van 12 malder) daer Ness Thijssendochter die helft af heeft ende wy d'ander helfft'

368 Kruisherenklooster Sint Agatha in Cuijk, 1315 - 1887

Inleiding

Regesten

Delen

Doorsturen per email

Delen via Facebook

Delen via X (Twitter)

Printen

Duurzaam webadres

Mijn Studiezaal

Favoriet of een notitie maken

Stel een vraag of plaats een opmerking op de tijdlijn

Reageren

Stuur een reactie naar Brabants Historisch Informatie Centrum (BHIC)

761

1512-03-08.
1512 maart 8
Peter Velar en Merten Koebreech, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Peter de Ver Klaasz en zijn vrouw Bele overgedragen hebben aan Henrik van Kempen, prior klooster van Sint Agatha:
schepenakte van 3 mei 1484, waardoor dit transfix gestoken is, over 6 malder rogge per jaar, met alle andere akten daarvan (zie regestnr 598)
Origineel (inventarisnr 795)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 255 (inventarisnr 1)
Kopie van circa 1627 (inventarisnr 712)
In inventaris cartularium: '(van 12 malder) daer Ness Thijssendochter die helft af heeft ende wy d'ander helfft'

Zie ook: