Archieven

368 Kruisherenklooster Sint Agatha in Cuijk, 1315 - 1887

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

368 Kruisherenklooster Sint Agatha in Cuijk, 1315 - 1887

Delen

Doorsturen per email

Delen via Facebook

Delen via X (Twitter)

Printen

Duurzaam webadres

Mijn Studiezaal

Favoriet of een notitie maken

Stel een vraag of plaats een opmerking op de tijdlijn

Reageren

Stuur een reactie naar Brabants Historisch Informatie Centrum (BHIC)

Inleiding

Beknopte geschiedenis van het klooster

De lotgevallen van het archief

De nieuwe inventaris

De regestenlijst

Aanwijzingen voor de gebruiker

Bijlagen: verdwenen stukken, stukken uit andere archieven en concordans

Regesten

Records 1 t/m 100

Records 101 t/m 200

Records 201 t/m 300

Records 301 t/m 400

Records 401 t/m 500

773 1516-05-18.
1516 mei 18
Schepenen van Cuijk oorkonden, met schepenen Peter Velar en Merten Coeberg als bezegelaars, en Geert van Vlodrop, overste rechter in Land van Cuijk als medebezegelaar, dat Herman van Nijdeggen, procurator klooster van Sint Agatha, zich heeft doen panden voor:
1 malder rogge per jaar, aan onderpand van Johan Wier en zijn vrouw Berte, nadat hun erfgenamen Geert Wier / zijn broer Derik Wier / Lucas Willemszn van Deurnen / en Johan van Kleef, aflossing voorbij hebben laten gaan
Origineel (inventarisnr 821)
Met zegels 2e schepen en overste rechter
Kopie cartularium, 374 (inventarisnr 1)
Op rugzijde: 'van Jan Vissers hofstat ende huis'
In inventaris cartularium: 'Jan van Gent die Vysser'

776 1517-06-27.
1517 juni 27 (Sabbato post diem nativitatis beati Johannis Baptiste)
Judocus van Randwijk, onderrechter, aangesteld door Joachim van Wije, heer in Hyrnnen, burggraaf / en Theodoor Vaak en Henrik Hackfort, schepenen van Nijmegen, oorkonden dat Gertrud, vrouw van Johan Kreink, verkocht heeft aan Jacob van Oudheusden en Sander van den Boenhof, provisoren broederschap Heilige Kruis in Nijmegen:
6 Hornse gulden per jaar uit 3 percelen land in de Ooy, waarvan 4e part behoort aan klooster van Sint Agatha, naast Dimarus van den Santfort / Johan van Aken / Simon van Volden / Herman van Kraneveld / Persingenstraat, behoudens 21/4 schild per jaar voor voornoemd klooster
Origineel (inventarisnr 1013)
Met zegels schepenen
Op rugzijde: 'dese VI Horns gl. hebben wi geloest in Keynckskamp'

777 1517-10-13.
1517 oktober 13 (feria tercia post diem beati Victoris)
Johan Collert van Linden en Swederus van Sallant, schepenen van Nijmegen, oorkonden dat Gertrud, vrouw van Henrik van Apelteren, overgedragen heeft aan Henrik van Kempen, prior klooster van Sint Agatha:
haar aandeel in perceel land in Hautert, naast erven van voornoemd klooster en klooster van Sint-Agnes bij de Tyrs / het broek / en de weg
Origineel (inventarisnr 1007)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 368 (inventarisnr 1)
Op rugzijde: 'vant alde lant'

778 1517-11-27.
1517 november 27
Peter Veer en Marten Coeberg, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Sween en Jaaksken, maagden van klooster van Sint Agatha, gehoorzaamheid en trouw beloofd hebben aan Henrik van Kempen, prior, onder verband van kost en kleren en deel aan de goede werken, onder voorwaarde dat haar erfenissen aan klooster zal blijven en zij bij oneerbaar leven verwijderd zullen worden onder uitkering van loon van 25 gulden
Origineel (inventarisnr 166)
Met zegels schepenen

780 1518-12-03.
1518 december 3 (op sunt Barbaren avont der heiliger joncfrouwen)
Walraven van Nijdeggen en Herman Hanen, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Sibert van Gale en zijn vrouw Agnes / Johan van Steenhuis en zijn vrouw Clara / en Henrik van Nijdeggen en zijn vrouw Margaretha, overgedragen hebben aan Henrik van Kempen, prior klooster van Sint Agatha:
kamp land van 11/2 morgen Gansakker, naast Goebel Artzsz / Thijs op de Nilt / Johan Monniks / en gemene broek
Origineel (inventarisnr 855)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 460 (inventarisnr 1)
Op rugzijde: 'van Jan van Nijdeggens kynder

782 1520-02-21.
1520 februari 21 (op sunte Peters avont ad Cathedram)
Schepenen van Oeffelt oorkonden, met schepenen Jan Wolfs en Jan Wier als bezegelaars, dat Arnt Stappert en zijn vrouw Hadewig, aan klooster van Sint Agatha de schade gekweten hebben, die zij gehad hebben van de goederen van Plesser, aangekocht door klooster; waarbij klooster belooft hen gedurende hun leven wekelijks te geven een pravant
Origineel (inventarisnr 932)
Met zegels schepenen

785 1521-10-13.
1521 oktober 13 (Dominica post diem beati Victoris)
Johan Collert van Linden en Theodoor Vaak, schepenen van Nijmegen, oorkonden dat Gertrud, weduwe Johan Kreink, verkocht heeft aan Johan van Nijdeggen, procurator klooster Sint Agatha:
3 delen van perceel land in Ooy, waarvan 4e deel al aan voornoemd klooster behoort, naast stadserf / Simon van Volden / Dimarus van den Santfort / Johannis van Aken / straat, behoudens 6 gouden schilden per jaar voor Henrik van Andelst / 2 schilden per jaar voor deken en kapittel kerk van Sint-Steffanus in Nijmegen / 21/4 schild voor voornoemd klooster
Origineel (inventarisnr 1013)
Met zegels schepenen
Op rugzijde: 'Opdracht van Kreynckscamp aen ons'

786 1522-01-13.
1522 januari 13
Derik Vaaks en Jan Heimeriksz, schepenen van Grave, oorkonden dat Marcel en Derik Rolofs, priester, met Jan en Henrik Rolofs, ooms en broers, erkend hebben dat Henrik van Kempen, prior klooster van Sint Agatha, gelost heeft:
4 malder rogge per jaar, die klooster schuldig was aan erfgenamen van Derik en Aleid Rolofs
Origineel (inventarisnr 882)
Met zegels schepenen

787 1522-02-18.
1522 februari 18
Peter Veler en Jacob Wijntgens, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Herman van den Berg Henriksz en zijn vrouw Marie overgedragen hebben aan Henrik van Kempen, prior klooster van Sint Agatha:
kamp land op Ratert, naast Geert Diemersz / Baltelt Jegers / Ratert van klooster / kinderen van Willem van Vlodrop / en gemeent, behoudens 2 malder rogge per jaar en 1 schepel gerst voor klooster
Origineel (inventarisnr 869)
Met zegels schepenen

788 1522-10-25.
1522 oktober 25 (op sente Crispinus ende Crispinianus dach martelars)
Willem Vaak, rechter van Malden, oorkondt ten overstaan van zijn gerechtsluiden Derik van Groesbeek en Derik Schaarman, dat Reiner Bosman en zijn vrouw Belie overgedragen hebben aan Herman van Nijdeggen, procurator klooster van Sint Agatha:
perceel heiland van Stalse Bos in Malden, naast Willem van Cuijk en Gijsbert van Houweningen, apotheker
Origineel (inventarisnr 984)
Met zegels oorkonder en gerechtsluiden
Kopie cartularium, 482 (inventarisnr 1)

791 1523-05-31.
1523 mei 31 (opten Beloeke Pijnstdach)
Peter Velar en Thonis van Bakel, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Eb Jansz en zijn vrouw Ermgart overgedragen hebben aan Derk Lenartsz de pottenbakker en zijn vrouw Liesbeth:
10 vat rogge per jaar uit 2 zalen land op Laarakker in Haps, naast Hein de Moeij en gemeent (met transfix van 16 juli 1532, regestnr 817)
Origineel (inventarisnr 797)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 445 (inventarisnr 1)

793 1525-06-17.
1525 juni 17
Thonis van Bakel en Jan van Escharen, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Henrik Collert van Linden Jansz gelost heeft uit zijn 1/2 veerstad in Katwijk, een erfrente van klooster van Sint Agatha, onder voorwaarde dat klooster recht van vrije overvaart behoudt tegen recognitie van 10 oude Vlaamsen of Brabantse stuiver per jaar
Origineel (inventarisnr 875)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 465 (inventarisnr 1)
Kopie van circa 1660 en 1717 (inventarisnr 878)
Op rugzijde: 'dese thien st hier in begrepen heft Margaretha naegelate weduwe z Henrik onsen convent mijtten brieff geschoncken'

794 1525-06-27.
1525 juni 27
Thonis van Bakel en Jan van Escharen, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Henrik van Kempen, prior / en Hermen van Nijdeggen, procurator klooster van Sint Agatha, overgedragen hebben aan Henrik Collart van Linden, ambtman van Tiel en Zaltbommel:
10 Brabantse stuiver per jaar uit goed Ratert, naast Gart van Vlodrop / Jan Monnink/ en gemene broek, onder voorwaarde van graaf van Bueren / diens ambtman Arnt van Boecholt / en diens hofmeester Gisbert van Baax, dat Collart 12 Vlaamse gulden per jaar en 14 malder rogge per jaar mag aflossen, die wijlen zijn vader Johan aan klooster schuldig was, die klooster aan Henrik Collart overgedragen heeft tegen vrijdom van veer aan klooster op Henrik Collarts 1/2 veerstad in Katwijk (met transfix van 6 september 1557, regestnr 914)
Origineel (inventarisnr 870)
Met zegels schepenen
Op rugzijde aantekening dat vrouw Collarts deze schepenakte van 10 stuiver per jaar op 1 mei 1548 gegeven heeft aan klooster Getekend: 'yc Maergryet van den K.h.f (Kerkckhoff)'
Verder de aantekening: 'Die heeren van Sint Agatha dat ic sy gelost heb ind blyven mij sjaers geldende tyen st. Brabans'

795 1525-11-11.
1525 november 11 (op sunte Martens dach in den wynter)
Thonis van Bakel en Gieb Petersz, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Griet, weduwe Herman Hanen / met diens broer Jan / en hun kinderen Johan, Klaas, Jacob, Jut, Trijn en Stien, overgedragen hebben aan hun broer Gerit Hanen en zijn vrouw Liesbeth:
perceel land van 2 kleine morgen in Klein Linden tegenover de Ooy, het Klootje, naast Christoffel van Ijsselstein / kinderen van Stien Kreemersz / en Metke Mommertz kinderen (met transfix van 10 november 1564, regestnr 922)
Origineel (inventarisnr 858)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 525 (inventarisnr 1)

796 1526-01-27.
1526 januari 27
Arnt van Bochout, ambtman van Land van Cuijk in Grave en stadhouder Cuijkse lenen, oorkondt, ten overstaan van leenmannen Arnt van Heusden en Jan van Waalwijk, dat hij Henrik van Kempen, prior klooster van Sint Agatha, met Arnt van Bocholt, keukenmeester op Huis in Grave, als voogd, beleend heeft met:
tienden in de Hautert in Sint Agatha, komende van Henrik de Groot Henriksz
Origineel (inventarisnr 723)
Met zegel oorkonder

797 1526-04-10.
1526 april 10
Peter Velar en Jacob Wintgens, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Johanna van Erp, weduwe Hubert Celen van Gerwen, overgedragen heeft aan Henrik van Kempen, prior klooster van Sint Agatha:
2 schepenakten van 7 juli 1483 en 10 november 1488, waardoor dit transfix gestoken is, over 80 Rijnse gulden per jaar (zie regestnr 588 en nr 676)
Origineel (inventarisnr 839)

799 1527-02-05.
1527 februari 5
Jacob de Jeger en Jan van Escharen, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Peterke Brouwers / Wendel Brouwers met haar kinderen Peterke en Stientje, ook namens haar onmondige kinderen Hubert en Cornelis, overgedragen hebben aan Gerit Henriksz en zijn vrouw Beel:
4 schepenakten van 13 mei 1416, 4 maart 1475, 4 oktober 1483 en 29 april 1484, waardoor dit transfix gestoken is, over huis en hofstad ( = bouwkavel) in Haps (zie regestnr 108, nr 527, nr 594 en nr 597) (met transfix van 8 december 1547, regestnr 865)
Origineel (inventarisnr 1028)
Met zegels schepenen

800 1527-12-06.
1527 december 6 (op Sunte Nicolaus dach dess heyligen biscops)
Peter Erpagen, kanunnik Sint Stevenskerk in Nijmegen en pastoor in Bergen, oorkondt dat hij overgedragen heeft aan Henrik van Kempen, prior klooster van Sint Agatha:
3 malder rogge per jaar met bijbehorende akten, uit goederen van Willem van Cuijk en zijn vrouw Andrea, in Malden, na hun overlijden te besteden voor 21/2 malder aan armen en voor 1/2 malder aan klooster
Origineel (inventarisnr 985)
Kopie cartularium, 484 (inventarisnr 1)

801 1528-01-12.
1528 januari 12
Jacob Wintgens en Thonis van Bakel, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Gerit de Raijmaker en zijn vrouw Elizabeth overgedragen hebben aan Henrik van Kempen, prior klooster van Sint Agatha:
14 vat rogge per jaar uit perceel land tussen Cuijk en Hattert, naast Reinar van Holthuisen, gemene weg, Cornelis de Jeger en Herman Klaasz, behoudens 71/2 oude Vlaamsen per jaar
Origineel (inventarisnr 631)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 423 (inventarisnr 1)
In inventaris cartularium: 'uut den Steenbosch, dit gilt Gerit die Raijmaker in die Hautert'

803 1528-05-30.
1528 mei 30 (opten heyligen Pynstavont)
Walraven van Nijdeggen en Peter Velar Gijsbertsz, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Herman Roelofsz en zijn vrouw Henneke overgedragen hebben aan Henrik Heissen en zijn vrouw Mechteld:
1 Philipsgulden per jaar, te betalen in Grave, uit kamp land van 2 morgen, naast Jan Monink / Derk Luitgens / en Thonis van Bakel, behoudens 31/2 malder per jaar en 2 Philipsgulden per jaar (met transfixen van 18 juni 1534 en 5 mei 1551, regestnr 828 en nr 873)
Origineel (inventarisnr 823)
Met zegels schepenen.

804 1529-01-15.
1529 januari 15
Peter Velar / Jacob Wintgens / Jan van Escharen / en Thonis van Bakel, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Reinar van Triest schuldig is aan zijn kinderen Herbert en Trui:
40 Philipsgulden, onder verband van zijn goederen in Cuijk
Origineel in archief abdij Westmalle (zie inventarisnr 825)
Met zegels 2e en 4e schepen

806 1529-02-01.
1529 februari 1
Peter Velar en Jan van Escharen, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Peter Hartvuist en Jan Monninks, kerkmeesters van Cuijk, erkend hebben dat Henrik van Kempen, prior klooster van Sint Agatha, 1 malder rogge per jaar gelost heeft, dat Peter Verhunen aan de kerk vermaakt had, te voldoen door Herman Hanen en na zijn dood door klooster
Origineel (inventarisnr 848)
Met zegels schepenen

807 1529-02-11.
1529 februari 11
Peter Velar en Jan van Escharen, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Jan van Galre schuldig is aan Klaas en Jacob, kinderen van Herman Hanen:
3 Philipsgulden per jaar uit onderpand volgens inhoud schepenakte van 26 april 1501 (zie regestnr 733)
Origineel (inventarisnr 862)
Met zegels schepenen
Op rugzijde: 'Loesbrive uyt ons Ooy toe Linden'

808 1529-03-24.
1529 maart 24 (op onser liever Vrouwen avont Annuntiationis)
Willem Vaak, stadhouder lenen van Johan van Groesbeek, heer van Heumen, Malden en Beek, oorkondt ten overstaan van leenmannen Jan Tak en Willem van den Kerkhof dat hij, na opdracht van Willem van Cuijk en zijn vrouw Andrea, beleend heeft Peter van Kempen, voor klooster van Sint Agatha met:
leen dat voorheen Gadert van Adendonk in leen hield, te weten 2 kampen land in Malden, naast Reiner Bosman en Jacob Canys
Origineel (inventarisnr 986)
Met zegel oorkonder
In inventaris cartularium: 'Ende noch I leenbrieff daerop steet 't leen van onsen wegen Jan Schutt'

809 1529-03-24.
1529 maart 24 (op onsser liever Vrouwen avont Annunciationis)
Willem van Hemmersbach, rent- en cijnsmeester van Johan Scheiffart van Merade, heer van Hemmersbach en ambtman van Leedborch, oorkondt ten overstaan van cijnsgenoten Reiner Bosman en Derik Schaarman, dat hij, na opdracht van Willem van Cuijk en zijn vrouw Andrea, beleend heeft Henrik van Kempen, prior klooster van Sint Agatha, met:
broekland in Maldenrebroek, dat die van Adendonk in leen gehad hebben
Origineel (inventarisnr 986)
Met zegel oorkonder

810 1529-03-24.
1529 maart 24 (op onsser liever Vrouwen avont Annunciacionis)
Willem Vaak, rechter van Malden, oorkondt ten overstaan van gerechtsluiden Johan Taak en Willem van den Kerkhof, dat Willem van Cuijk en zijn vrouw Andrea overgedragen hebben, aan Henrik van Kempen, prior klooster van Sint Agatha:
hof in Malden met huis en land, groot ongeveer 15 morgen, naast het broek / Stalse Bos / Reiner Bosmans / en Zijbart van Eils
deel Stalse Bos, tussen voorheen Gijsbert van Houweningen, apotheker, en Reiner voornoemd, met broekland in Maldenrebroek, komende van de van Adendonk's, waarvan Johan Scheiffart cijnsheer is, behoudens cijns voor de heer van Heumen, uit broekland 2 pond was en 20 schellingen en 3 malder rogge per jaar voor klooster
Origineel (inventarisnr 986)
Met zegels oorkonder en gerechtsluiden
Kopie cartularium, 483 (inventarisnr 1)

811 1530-08-04.
1530 augustus 4 (feria quinta post diem invencionis sancti Steffani prothomartiris)
Petrus Andelien en Jacob Kanis, schepenen van Nijmegen, oorkonden dat Bernardus Hoeft en zijn vrouw Elizabeth erkend hebben geen recht te hebben op afkoop van cijns van 21/4 gouden schild per jaar, die zij hadden uit kamp land van klooster van Kruisbroeders in Cuijk in de Ooy
Origineel (inventarisnr 1013)
Met zegels schepenen
In inventaris cartularium: 'geloest uut Creyncken camp'

813 1531-03-03.
1531 maart 3
Jan van Escharen en Jan Monnink, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Art van den Berg en zijn vrouw Aleid overgedragen hebben aan Kersten Henriksz en zijn vrouw Jake:
11/2 malder rogge per jaar, voorheen van Jan Qwant en door Kersten gekocht van Rein Qwant, aan Art bij scheiding van goederen van zijn broer en zuster ten deel gevallen, te leveren binnen de 4 hekken van Cuijk uit 1 morgen land in Heeswijk, naast Gerit Hermansz / Herman van den Berg / Frerik Coeberg en de Riet (met transfix van 24 juni 1533, regestnr 820)
Origineel (inventarisnr 1044)
Met zegels schepenen
Op rugzijde: 'Jan van den Berg'

814 1531-03-16.
1531 maart 16
Jan van Escharen en Jan Monnink, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Frans Reinarzn van Triest en zijn vrouw Thomas overgedragen hebben aan hun broer en zuster Herbart en Truij Reinars van Triest:
erfenis van wijlen hun moeder Lies, en komend van hun vader Reinar van Triest
Origineel (inventarisnr 825)
Met zegels schepenen

816 1532-02-15.
1532 februari 15
Peter Velar en Jan van Escharen, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Erm Ebben / Ymmel Jansdr / Jan Ebbenzn / Griet en Yef Ebbendr / Klaas Thonisz en zijn vrouw Gertrud / Anna en Truike, kinderen van Jan Mechelen, overgedragen hebben aan Henrik van Kempen, prior klooster van Sint Agatha:
4 zalen land in Haps op Laarakker, naast erven van klooster en gemeent, waarvan perceel Lange Zaal, en waarbij Lenart Jansz van den Graaf beloofd heeft, Wolter Jansz tot afstand te bewegen, en Erm voornoemd dit zal trachten te doen bij Herman Jansz, na diens terugkeer uit buitenland
Origineel (inventarisnr 796)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 441 (inventarisnr 1)

817 1532-07-16.
1532 juli 16
Jan van Escharen en Jan Monnink, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Derk Lenartsz de pottenbakker en zijn vrouw Hilke, met zijn dochter Stientje, overgedragen hebben aan Herman van Nijdeggen, procurator klooster van Sint Agatha:
schepenakte van 31 mei 1523, waardoor dit transfix gestoken is, over 10 vat rogge per jaar, waarbij zij beloven dat hun dochter Neske Deriksdr, na mondigheid, eveneens afstand zal doen (zie regestnr 791)
Origineel (inventarisnr 797)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 445 (inventarisnr 1)

818 1532-09-03.
1532 september 3
Thomas van Appeltern, heer van Persingen, waldgraaf, oorkondt ten overstaan van leenmannen Gijsbrecht de Veer Petersz en Jacob Arntsz, dat hij Rolof van den Broek, als sterfman voor klooster van Sint Agatha, beleend heeft met:
13 malder rogge en 8 malder haver per jaar uit leen in Cuijk bij klooster, komende van wijlen broeder Wilhelm van Embrik en eerder van broeder Arnt Snelraat
Origineel (inventarisnr 729)
Met zegel oorkonder

819 1533-04-21.
1533 april 21
Gijsbert Petersz en Jan van Escharen, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Gijsbert Peter Papparszn en zijn vrouw Katherina overgedragen hebben aan Henrik van Kempen, prior klooster van Sint Agatha:
hun erfenis op land in Cuijk, gebruikt door Peter Pappars en zijn vrouw Jutta, dat klooster door akte verkregen had
Origineel (inventarisnr 805)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 448 (inventarisnr 1)

820 1533-06-24.
1533 juni 24 (op sunte Johans dach Baptista toe mydtsomer)
Jan van Escharen en Jan Monnink, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Kersten Henriksz en zijn vrouw Jakn overgedragen hebben aan Goossen Jan Moellenzn en zijn vrouw Beel:
schepenakte van 3 maart 1531, waardoor dit transfix gestoken is, over 11/2 malder rogge per jaar (zie regestnr 813)
Origineel (inventarisnr 1044)

821 1534-01-07.
1534 januari 7
Jan van Escharen en Jan Monnink, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Thonis Alislegers van Zambeck, als gevolmachtigde van Wolter Janszn / Met Jansdr / en Ymmell Jansdr / Jan Ebbenzn / Klaas Thoniszn en zijn vrouw Truijken / Iefke Ebbendr / Griet Ebbendr / Anna en Truijken van Mechelen, overgedragen hebben aan Henrik van Kempen, prior klooster van Sint Agatha:
perceel land, naast gemeent, met borgtocht voor Herman Jansz, waarbij Thonis beloofd heeft dat Jenneke, vrouw van Wolter voornoemd, eveneens afstand zal doen (met transfix van 18 april 1534, regestnr 827)
Origineel (inventarisnr 798)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 444 (inventarisnr 1)
In cartularium: 'Van III mergen lantz in den Laarakker van Jan Ebben to Haps.

822 1534-02-06.
1534 februari 6
Thomas van Apeltern, heer van Persingen, waldgraaf, oorkondt ten overstaan van leenmannen Gijsbrecht de Veer Petersz en Jacob Artsz, dat hij Cornelis Timmerman van Nijmegen, als sterfman voor klooster van Sint Agatha, beleend heeft met 10 malder rogge per jaar uit Rulse hof in Cuijk in de Hautert, komende van broer Jacob Artsz
Origineel (inventarisnr 728)
Met zegel oorkonder
In inventaris cartularium onder nr 216c vermelding van leenakte, waarin Gijsbert Baix dit leen opdraagt aan Jacob Artsz

823 1534-02-27.
1534 februari 27
Thonis van Bakel en Jan van Escharen, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Herman Jan Wauwelszn en zijn vrouw Met overgedragen hebben aan Herman van Nijdeggen, procurator klooster van Sint Agatha:
6 vat rogge per jaar uit perceel land naast Herman Wauwels, kinderen van Jan Rutten, Heikamp en Boillixland, behoudens 51/2 vat haver per jaar
Origineel (inventarisnr 632)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 396 (inventarisnr 1)
In cartularium: 'van Herman Wauwels off Bolt'
In inventaris cartularium: 'ende noch een scepel uut een cloetgen in Cuijkervelt van Pappertz lant'

824 1537-02-27.
1534 februari 27
Thonis van Bakel en Jan van Escharen, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Met Mommers en haar zoon Henrik en zijn vrouw Hilleke overgedragen hebben aan Herman van Nijddeggen, procurator klooster van Sint Agatha:
21/2 malder rogge per jaar uit de Heikamp, naast de hei, de veldweg en een erf, voorheen van Holthuisen
Origineel (inventarisnr 661)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 420 (inventarisnr 1)
In inventaris cartularium: 'die twe gilt nu Reiner Mombers syn brueder, ende dat h(alf) Henrikz. huisvrou wilner was'

827 1534-04-18.
1534 april 18
Giesbert Petersz en Jan van Escharen, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Jenneke, vrouw van Wolter Jansz van Breda, instemt met overdracht, door haar man, aan klooster van Sint Agatha bij schepenakte van 7 januari 1534 (zie regestnr 821)
Origineel (inventarisnr 798)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 444 (inventarisnr 1)

828 1534-06-18.
1534 juni 18
Peter Velar en Jan van Escharen, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Jan de Koijter en zijn vrouw Peterke overgedragen hebben aan Hill Kriefs:
schepenakte van 30 mei 1528, waardoor dit transfix gestoken is, over 1 Philipsgulden per jaar (zie regestnr 803) (met transfix van 5 mei 1551, regestnr 873)
Origineel (inventarisnr 823)
Met zegels schepenen.

829 1534-07-13.
1534 juli 13
Thonis van Bakel en Jan van Escharen, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Jan Jan Goossenszn en zijn vrouw Cristina overgedragen hebben aan Zeger van Bakel en zijn vrouw Baat:
1 malder gerst per jaar uit huis en hofstad ( = bouwkavel) in Cuijk, naast Peter Hartvuist / Jan Cobrechs / en gemene straat (met transfix van 10 februari 1537, regestnr 834)
Origineel (inventarisnr 822)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 456 (inventarisnr 1)
Op rugzijde: 'Linden'

830 1534-12-10.
1534 december 10
Thonis van Bakel en Jan van Escharen, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Zeger van Bakel en zijn vrouw Baat overgedragen hebben aan Henrik van Kempen, prior klooster van Sint Agatha:
kamp land Nederpapenhees, met weerd tot aan de Maas, naast Niel Wemmersz / Ooy van Herman Haanen / kamp van Baaten, behoudens 13 vat gerst per jaar, met recht van uitweg voor koren en hooi door Konijnenkamp
Origineel (inventarisnr 865)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 463 (inventarisnr 1)
' van enen camp tot Linden'

831 1535-04-25.
1535 april 25
Thonis van Bakel en Jan van Escharen, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Zeger van Bakel en zijn vrouw Baat, overgedragen hebben aan Adriaan Giebenzn en zijn vrouw Christina, en aan Frank Wemmerszn en zijn vrouw Luit:
kamp land Baten Kempke, naast Koijnenkamp / Niel Wemmersz / Jan van Ravenstein / en Alof van Ravenstein, met recht van uitweg voor koren en hooi van de Neder Papenhese en zelf door Koijnenkamp (met transfix van 6 december 1555, regestnr 905)
Origineel (inventarisnr 851)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 517 (inventarisnr 1)
Op rugzijde: '... tot Klein Linden'

833 1536-11-09.
1536 november 9
Schepenen van Beugen oorkonden dat Arnt Boegel / diens zoon Jan / zijn vrouw Heil / Roelof Petersz en zijn vrouw Luit / Lambert Boegel en zijn vrouw Lucie / Goort Meerman en zijn vrouw Trui Boegel / Aalke Boegel, overgedragen hebben aan Hermen van Nijdeggen, procurator klooster van Sint Agatha:
1 malder rogge per jaar uit huis en hof met land, naast Arnt Willems, gemeent en Jan Moeren / en uit schepenakte over 3 malder rogge per jaar, die klooster daarvan heeft, te lossen met hoofdsom van 161/2 Rijnse gulden
Origineel (inventarisnr 946)
Met schependomszegel
Kopie cartularium, 475 (inventarisnr 1)

834 1537-02-10.
1537 februari 10
Thonis van Bakel en Jan van Escharen, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Zeger van Bakel en zijn vrouw Baat overgedragen hebben aan Herman van Nijdeggen, procurator klooster van Sint Agatha:
schepenakte van 13 juli 1534, waardoor dit transfix gestoken is, over 1 malder gerst per jaar (zie regestnr 829)
Origineel (inventarisnr 822)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 457 (inventarisnr 1)

836 1537-11-17.
1537 november 17
Thonis van Bakel en Jan van Escharen, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Henrik Kreeft, rentmeester Land van Cuijk in Grave, op verzoek van Otto van Doesburg, gevolmachtigd procurator klooster van Sint Agatha, getoond heeft cijnsregister van de heer van Cuijk, waaruit blijkt dat:
die heer met klooster voor 6 malder rogge per jaar geruild heeft, de Karboes en de Kleine Hautert, waarvoor het de heer cijns van 2 kapoenen per jaar betaalt
Origineel (inventarisnr 668)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 426 (inventarisnr 1)

837 1538-08-12.
1538 augustus 12 (den twelfften dach in den Oest)
Jan van Escharen en Henrik Artsz, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Henriske Kemerlings toestemming verleent aan Art Noeijen, 41/2 Philips gulden per jaar te lossen met hoofdsom van 75 Philips gulden
Origineel in archief abdij Westmalle (zie inventarisnr 860)
Met fragment-zegels schepenen
Op rugzijde: 'ut die Lange Beemt'

838 1538-10-10.
1538 oktober 10
Jan van Escharen en Jan Monick, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Frank Plesen en zijn vrouw Hilleke overgedragen hebben aan Hill Kriefs:
1 malder rogge per jaar uit huis en hofstad ( = bouwkavel) in Cuijk, naast Gieb Velar / Jan van Kempen / Jan Moniks / en gemene straat, te lossen met hoofdsom van 14 Philipsgulden, behoudens 1 malder rogge per jaar (met transfix van 5 mei 1551, regestnr 873)
Origineel (inventarisnr 823)
Met zegels schepenen
Gecasseerd

840 1539-03-13.
1539 maart 13
Schepenen van Beugen, Bart Schillings en Herman Thonisz, oorkonden dat Thonis Olieslager, als voogd van kinderen wijlen Derik Querren, erkend heeft, dat Otto van Doesburg, procurator klooster van Sint Agatha, gelost heeft:
5 Hornse gulden per jaar, met hoofdsom van 40 Philipsgulden, die klooster verschuldigd was aan Derik Quer, door toedoen van Henrik Pappartz, waarvoor klooster tot borg stelt kamp land aan de Duistere Steeg, naast gemene weg, Hein Schillings en de heer van Haps
Origineel (inventarisnr 948)
Met schependomszegel.

841 1540-02-22.
1540 februari 22
Giesbert Petersz en Jan van Escharen, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Jan de Wever en zijn vrouw Riek overgedragen hebben aan Ot van Doesburg, procurator klooster van Sint Agatha:
weerd naast gemene straat, de Maas en erf, voorheen van Jef Moellen, waarop Jan Pierlink weerschap heeft, waarvan klooster schade mag verhalen op huis en hofstad ( = bouwkavel) bij erf, voorheen van Jan Deriksz
Origineel (inventarisnr 633)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 410 (inventarisnr 1)

843 1541-02-01.
1541 februari 1
Giesbert Petersz en Jan van Escharen, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Frank Plesen en zijn vrouw Hilleke overgedragen hebben aan Hill Kriefs:
1/2 malder rogge per jaar uit huis en hofstad ( = bouwkavel), naast Gieb Velar / Jan van Kempen / Jan Moninks / en gemene straat, te lossen met hoofdsom van 7 Philipsgulden (met transfix van 5 mei 1551, regestnr 873)
Origineel (inventarisnr 823)
Met zegels schepenen
Gecasseerd

844 1541-02-10.
1541 februari 10
Jan van Escharen en Jan Rolofs, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Gerit Geritsz van Arsen en zijn vrouw Anna overgedragen hebben aan Peter Gaartsz:
perceel land naast erf van klooster van Sint Agatha / Rein Mommers, Jan Stapparts en Rolof Jansz, behoudens 3 malder rogge en 1 schepel per jaar (met transfixen van 10 februari 1543, 12 oktober 1543, 8 juni 1547 en 10 januari 1553, regestnr 850, nr 851, nr 861 en nr 884)
Origineel (inventarisnr 663)
Met zegels schepenen
Op rugzijde: 'van die Gall'

845 1541-03-16.
1541 maart 16
Thonis van Bakel en Jan van Escharen, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Peter Gaartsz overgedragen heeft aan Rolof van den Broek, prior klooster van Sint Agatha:
perceel land in Sint Agatha naast Gobbel Thonisz / Jan Artz / Zeger Peters / en Gaart Peters, behoudens 21/2 malder gerst per jaar en cijns van 2 hoenders
Origineel (inventarisnr 669)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 420 (inventarisnr 1)
Op rugzijde: 'by den Karboys'
In cartularium: 'Een stueck landtz gelegen aen den Kaerboesch wederom geloest want wy dair thynsheren aff waren'

847 1542-03-07.
1542 maart 7
Thonis van Bakel en Jan van Escharen, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Niel Wemmersz en zijn vrouw Beel overgedragen hebben aan Rolof van den Broek, prior klooster van Sint Agatha:
perceel land met recht van poot, naast Jan Geritsz
Origineel (inventarisnr 864)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 467 (inventarisnr 1)
Op rugzijde: 'de prato Niel apud die Oy'

850 1543-02-10.
1543 februari 10
Thonis van Bakel en Jan van Escharen, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Peter Gaartsz overgedragen heeft aan Henrik Lemmen:
schepenakte van 10 februari 1541, waardoor dit transfix gestoken is, over perceel land (zie regestnr 844) (met transfixen van 12 oktober 1543, 8 juni 1547 en 10 januari 1553, regestnr 851, nr 861 en nr 884)
Origineel (inventarisnr 663)
Met zegels schepenen

851 1543-10-12.
1543 oktober 12
Thonis van Bakel en Jan van Escharen, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Henrik Lemmen en zijn vrouw Hes overgedragen hebben aan Jan Artz en zijn vrouw Metgen:
2 schepenakten van 10 februari 1541 en 10 februari 1543, waardoor dit transfix gestoken is, over perceel land (zie regestnr 844 en nr 850) (met transfixen van 8 juni 1547 en 10 januari 1553, regestnr 861 en nr 884)
Origineel (inventarisnr 663)
Met zegels schepenen

852 1543-11-06.
1543 november 6
Giesbert Peterszn en Derik Velar, schepenen van Cuijk, oorkonden dat op verzoek van Rolof van den Broek, prior klooster van Sint Agatha, geattesteerd hebben Herman Wauwel en Art van Holt over voetpad tussen de Wier en de Hoef
Origineel (inventarisnr 601)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 415 (inventarisnr 1)

854 1545-03-15.
1545 maart 15
Thonis van Bakel en Jan van Escharen, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Klaas van Rijn en zijn vrouw IJgen overgedragen hebben aan Jan Verschuren en zijn vrouw Johanna:
perceel erf in Sint Agatha bij de gemeent
Origineel (inventarisnr 671)
Met zegels schepenen

855 1546-01-15.
1546 januari 15
Thunis van Bakel en Jan Rolefs, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Reiner Gaartsz van den Broek overgedragen heeft aan Klaasz van Wetten, priester:
schepenakte van 4 januari 1476, waardoor dit transfix gestoken is, over 3 malder rogge per jaar (zie regestnr 532)
Origineel (inventarisnr 1042)
Met zegel 1e schepen

858 1547-02-06.
1547 februari 6 (Dominica Septuagesima)
Jan van Escharen en Derik Velar, schepenen van Cuijk, oorkonden dat geattesteerd hebben op verzoek van Rolof van den Broek, prior klooster van Sint Agatha, over opgraven steegje tussen klooster en Luisakker:
Thonis Slootmaker, priester, toen Melkraij vijand was van die van Oeffelt en hij vanuit Oeffelt in Cuijk naar school ging / Giesbert Petersz, medeschepen, dat hij hierdoor door de Hoogpoort en Bongaartpoort moest gaan / Jan Kampus en Rein Jansz uit Sint Agatha / Art van Holt
Origineel (inventarisnr 599)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 390 (inventarisnr 1)
Op rugzijde: 'Conscap van dat steechsken dat tussen die nye mur ind die Luysacker geet'

859 1547-03-28.
1547 maart 28 (op Manendach na den Sonnendach Iudica)
Bartholomeus de Klaar en Henrik Pels, schepenen van Nijmegen, oorkonden dat Jacob Jansz Minten, in erfpacht ontvangen heeft van Roelof van den Broek, prior / Zeger Velar, supprior / en Gaard van Gennep, procurator klooster van Sint Agatha:
2 percelen land in Hautert bij de Tyrs en klooster van Sint-Agnes, voor 3 Rijnse gulden per jaar
Origineel (inventarisnr 1008)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 495 (inventarisnr 1)
Op rugzijde: 'utgegeven op Rickzhaeffs recht'
In inventaris cartularium: 'van 't land van Gerit Rogmans'

861 1547-06-08.
1547 juni 8
Giesbert Petersz en Jan van Escharen, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Gerit Jansz en zijn vrouw Metgen overgedragen hebben aan Joerden van den Berg:
3 schepenakten van 10 februari 1541, 10 februari 1543 en 12 oktober 1543, waardoor dit transfix gestoken is, over perceel land (zie regestnr 844, nr 850 en nr 851) (met transfix van 10 januari 1553, regestnr 884)
Origineel (inventarisnr 663)
Met zegel 2e schepen

863 1547-11-18.
1547 november 18
Jan van Escharen en Gerit Henriksz, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Willem Jan Deriksz en zijn vrouw Aafke, overgedragen hebben aan Jochum Geritsz en zijn vrouw Stien:
2 percelen land, te weten: perceel op de Schaar, naast Jan Deriksz / Jan Heijnen / Baax' land / en gemeent en perceel op de Laarakker, naast Willem van den Berg / Jan van Lobbrich / en Peter van den Berg
Origineel (inventarisnr 1035)
Met zegels schepenen

865 1547-12-08.
1547 december 8
Jan van Escharen en Frederik Coeberg, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Gerit Henriksz en zijn vrouw Beel overgedragen hebben aan hun zoon Jochum Geritsz en zijn vrouw Stien, voor zijn verdiend loon:
5 schepenakten van 13 mei 1416, 4 maart 1475, 4 oktober 1483, 29 april 1484 en 5 februari 1527, waardoor dit transfix gestoken is, over huis en hofstad ( = bouwkavel) in Haps (zie regestnr 108, nr 527, nr 594, nr 597 en nr 799)
Origineel (inventarisnr 1028)
Met zegels schepenen

866 1548-03-25.
1548 maart 25
Jan van Escharen en Gerit Geritsz van Arsen, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Klaas van Rijn erkend heeft, dat Jan Verschuren afgelost heeft:
1/2 malder rogge per jaar, aan hem en zijn vrouw IJgen uit diens huis en hofstad ( = bouwkavel) in Sint Agatha in de Hautert
Origineel (inventarisnr 671)
Met zegels schepenen

867 1549-04-04.
1549 april 4
Jan van Escharen en Derik Velar, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Margriet van den Kerkhof, weduwe Henrik Collart, overgedragen heeft aan Rolof van den Broek, prior klooster van Sint Agatha:
1 goudgulden per jaar uit 1/2 veerstad in Katwijk, met huis en hofstad ( = bouwkavel), naast gemeent / Peter van Katwijk / en Koen Willemsz, en uit kamp land Scabbert, naast voorheen Jan van Nijdeggen en de Maas, te lossen met hoofdsom van 25 gulden, waarvoor de heren 2 x per jaar wijn op de refter zullen hebben
Origineel (inventarisnr 876)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 466 (inventarisnr 1)
In inventaris cartularium: 'voer oer jaergetijdt te halden jaerlix op Sint-Margareten dach'

868 1549-12-13.
1549 december 13
Jan van Escharen en Frederik Coeberg, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Gieb Velar / Gieb de Fer / Derik Velar / en Herbart Reinarsz van Triest, op verzoek prior van Sint Agatha, geattesteerd hebben over goederen van Derik Crabout en zijn vrouw Jutgen, te weten huis en hofstad ( = bouwkavel) De Zwaan in Cuijk / deel erf de Keende in Heeswijk, nu behorend aan Thonis Henriks kinderen en eerder van Gerit Hermans / kamp in Herman Smitz Knijdenbos bij land van Derik Velars, waar middelheg uitgeworpen is / kamp aan Galgenberg, naast Gieb de Fer, Dovenakker van Art Noien en heg tussen Herman Smitz kamp, nu behorend aan Peter Heimeriks / morgen land, de Mesmeker, bij de Hautert, binnen erf klooster, nu behorend aan Gerit de Raijmaker
Origineel (inventarisnr 808)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 456 (inventarisnr 1)

869 1550-04-02.
1550 april 2
Jan van Escharen en Frederik Coebrechs, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Herman Artz en zijn vrouw Griet overgedragen hebben aan prior klooster van Sint Agatha:
perceel land naast Jacob Heimeriks, Jan Jansz, gemene weg en Jorden van den Berg
Origineel (inventarisnr 634)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 426 (inventarisnr 1)
In inventaris cartularium de aantekening: van Herman Arntsz die ons bouman was op die Kamer

871 1550-07-16.
1550 juli 16
Jan van Escharen en Frederik Coebrechs, schepenen van Cuijk, oorkonden dat broeder Willem Mannarts, geattesteerd heeft over Heerstraat bij klooster, lopend langs boerderij van Jan de Snijder, nu bewoond door Aagt, vrouw van Thonis, en verder langs Reintje Qwants / Gerlink Raats / Thies Hanen, nu Klaas van Rijn / Kerkhof / Jan Raats / Gennepseweg;
en over perceel land kerkhof met wal en vele schuren in verband met rijden van vrachtwagens
Origineel (inventarisnr 600)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 393 (inventarisnr 1)
Kopie van circa 1633 (inventarisnr 674)
In cartularium: 'Condscap van der rechter Herstraatn neven onsen kerckhoeff hercommende van Met Haanen ind Gaart Lyben aff, offte van den Cuijkse wech ind van de Pap nae den Gennepsen wech'

872 1550-11-24.
1550 november 24
Derik Velar en Frederik Coeberg, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Herbart Reinartszn van Triest en Trui Reinarsdr overgedragen hebben aan Rolof van den Broek, prior klooster van Sint Agatha:
huis en erf, naast Jan van Arsen / gemene straat / en Gerit Thonis, en zaal land, naast Derik Velar / Niel Wemmers / de aanwein / en veldweg, vanwege grote pachtschulden, behoudens 4 Brabantse stuiver per jaar voor kerk van Cuijk, waarbij bepaald wordt dat zij hun leven lang om niet dit huis, erf en de zaal mogen gebruiken, en klooster hen kerkenpacht vergoeden zal in de vorm van een vym schoeff per jaar
Origineel (inventarisnr 825)
Met zegels schepenen
In inventaris cartularium: 'desen brieff is vercoeft, nemelick Derikk Leu, heer Jan Veler ende Herbert van den Schair'

873 1551-05-05.
1551 mei 5
Jan van Escharen en Frederik Coeberg, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Hill Kreeftz overgedragen heeft aan Rolof van den Broek, prior klooster van Sint Agatha:
3 schepenakten van 30 mei 1528, 10 oktober 1538 en 1 februari 1541, met transfix van 18 juni 1534, waardoor dit transfix gestoken is, over 1 Philipsgulden / 1 malder / en 1/2 malder rogge per jaar, onder verplichting tot houden jaargetijden voor Henriks, Jacob Henriks, Hill voornoemd en haar zoon Derik en voor heren op refter een portie van wijn (zie regestnr 803, nr 838, nr 843 en nr 828)
Origineel (inventarisnr 823)
Met zegels schepenen

874 1551-05-18.
1551 mei 18 (des anderen daghes nae den heyligen Pynxtdach)
Jan van Escharen en Frederik Coebrechs, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Henrik Jan de Weverszn en zijn vrouw Hennike overgedragen hebben aan Rolof van den Broek, prior klooster van Sint Agatha:
al hun erfenis, recht en aanspraak op huis in Sint Agatha naast Jelis van Bracht en Hubert Artz
Origineel (inventarisnr 635)
Met zegels schepenen, dat van 2e schepen in bruine was
Kopie cartularium, 400 (inventarisnr 1)

875 1551-06-19.
1551 juni 19
Jan van Escharen en Frederik Coeberg, schepenen van Cuijk, oorkonden dat op verzoek van Rolof van den Broek, prior klooster van Sint Agatha, geattesteerd hebben broeder Lambert van den Berg / Art van Holt / broeder Jan van Aart / en Gaart Pijnappel, priester, in geschil over recht klooster op houtwal naast land van Gaart Peterszn jegens onder meer oude Gaart Lyben
Origineel (inventarisnr 670)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 415 (inventarisnr 1)
Op rugzijde: '... die wall aen Karboys ...'

876 1551-06-28.
1551 juni 28
Giesbert Petersz en Derik Velar, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Thonis Derkszn en zijn vrouw Reintje overgedragen hebben aan Rolof van den Broek, prior klooster van Sint Agatha:
3 delen van huis en erf in Sint Agatha, naast Jelis van Bracht en Hubert Artz, met alle akten daarvan, behoudens 1 malder rogge en cijns van 2 hoenders en 1 plak per jaar
Origineel (inventarisnr 635)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 399 (inventarisnr 1)
In cartularium de aantekening: ... ind Reynken syn huisfrouw, Jan die Wevers dochter ..
In inventaris van cartularium wordt Thonis Dercksoen genoemd Anthonis die Rou

877 1551-06-28.
1551 juni 28
Giesbert Petersz en Derik Velar, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Art Rutgers en zijn vrouw Aleid / en Derik Jen de Weverszn, overgedragen hebben aan Thonis Derikszn en zijn vrouw Reintje:
al hun versterf en recht op huis en erf in Sint Agatha naast Jelis van Bracht en Hubert Artz
Origineel (inventarisnr 635)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 400 (inventarisnr 1)
Op rugzijde: '. . . van Derick ind Arnt syn soen tot behoeff Derick die (Rou?)'
In cartularium: 'Aleid ... Jan die Wevers dochter'
In inventaris cartularium: 'Vertychenis gedaen van Derick ende Arnt, man van Jan die Wevers kijnder, van alsulcken erve als hem toequaem aen huis ende hoff enz aen Thonis die Rou'

879 1551-12-15.
1551 december 15
Derik Velar en Jorden van den Berg, schepenen van Cuijk, oorkonden dat, op verzoek van Rolof van den Broek, prior klooster van Sint Agatha, personen geattesteerd hebben, dat Heren van Haps in voortijden deel van hun peel, gelegen tussen Hapse en Gemene Peel, gegeven hebben aan klooster van Sint Agatha voor steken van turf:
Grit Hanrtksz, oud ongeveer 80 jaar, voor 60 jaar dienaar van de heren van Boxmeer en Haps, verklarende dat hij dit vernomen had van Rut Zibensz, toen ter tijd een oud man, die geregeld turf stak voor de heren van Haps en deze leverde op het Huis in Haps, hetwelk na hem oude Arnt Esselen uit Wanroij deed / als ook van de man van Heil Lobben, bewaarder van Hapse Peel;
Johan Lemmen, oud meer dan 80 jaar, verklarende dat zijn vader Lambert Jansz aldaar turf stak voor de heren van Sint Agatha en hun peel bewaarde, en dat in zijn jonge jaren Bernt, bouwmeester van klooster, maatregelen genomen had tegen Jan Verbeek als bewaarder kloosterpeel, daar de huislieden scheelturf hadden gestoken;
Jorden Henriksz, verklarende als oud man, geboren in Mill, dat hij instemde met voorgaande getuigenissen
Origineel (inventarisnr 885)
Met zegel 2e schepen
Kopie cartularium, 473 (inventarisnr 1)
Gelijktijdige kopie (inventarisnr 887)
Kopie van circa 1570 (inventarisnr 887)

880 1552-03-12.
1552 maart 12
Jan van Escharen en Jan Rolofs, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Ariaan Giebensz en zijn vrouw Stien overgedragen hebben aan Jan Schers en zijn vrouw Merie:
3 malder rogge en 3 Philipsgulden per jaar, te leveren in Grave, uit kamp land bij Klein Linden naast Art Noijen / Niel Wemmers / en Gaart de Cremer, te lossen met hoofdsom van 100 Philipsgulden (met transfix van 10 mei 1561, regestnr 920)
Origineel (inventarisnr 850)
Met zegel 2e schepen
Op rugzijde: 'van den geloisten llI malder ...'

881 1552-03-13.
1552 maart 13
Jan van Escharen en Jan Rolofs, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Jan Schers schuldig is aan Ariaan Gieben:
3 malder rogge en 3 Philipsgulden per jaar uit onderpand volgens inhoud schepenakte, te lossen met hoofdsom van 100 Philipsgulden
Origineel (inventarisnr 850)
Met zegel 1e schepen

882 1552-04-01.
1552 april 1
Schepenen van Gennep oorkonden dat Rodolf van den Broek, prior / en Jacob van Puijflik, procurator klooster van Sint Agatha, met de bloedverwanten en erfgenamen wijlen broeder Gaard Timmerman van Gennep, hun gewezen conventuaal, in der minne gescheiden zijn van zijn goederen, die hij aan klooster gebracht had, en dat aan erfgenamen 225 gulden uitbetaald was;
waarna Baith Minten uit Otrsum, weduwe Wilhelm van Kowwens verklaard heeft, bij verdeling door haar broer Stephan, ziek te zijn geweest, weshalve zij alsnog ontvangt 10 daalder, op voorspraak van rentmeester Engelbert van Katz en Melis van der Linden, onder belofte van afstand van verdere vordering door haar en haar kinderen Jacob de Haan en zijn vrouw Gerritje / Jan Broekheinen en zijn vrouw Peterke / en Wilhelm Minten en zijn vrouw Els
Gevidimeerd kopie in akte van 1 augustus 1570 (inventarisnr 562) (regestnr 932)

883 1552-09-15.
1552 september 15
Jan van Escharen en Derik Velar, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Gobbel Thonisz en zijn vrouw Yken overgedragen hebben aan klooster van Sint Agatha:
perceel land, lang 15 roeden en breed 3 roeden, naast Jan Artz en de Valksteeg
Origineel (inventarisnr 696)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 452 (inventarisnr 1)
Op rugzijde: 'van een stuck lantz opten vech als men gaet nae den Wier ..'
In inventaris cartularium: 'by die Valckstege'

884 1553-01-10.
1553 januari 10
Jan van Escharen en Frederik Coebrechs, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Joerden van den Berg en zijn vrouw Jutta overgedragen hebben aan Peter Rolofs en zijn vrouw Lies:
4 schepenakten van 10 februari 1541, 10 februari 1543, 12 oktober 1543 en 8 juni 1547, waardoor dit transfix gestoken is, over perceel land (zie regestnr 844, nr 850, nr 851 en nr 861)
Origineel (inventarisnr 663)
Met zegels schepenen

886 1553-12-04.
1553 december 4
Jan van Escharen en Derik Velar, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Frans Reinarsz van Triest en zijn vrouw Thomas, overgedragen hebben aan Rolof van den Broek, prior klooster van Sint Agatha:
al hun recht op huis en hofstad ( = bouwkavel) in Cuijk, naast Jan van Arsen / gemene straat / en Gerit Thonisz, en op perceel land in het Hoogveld, naast Derik Velar / Beel Moren / de aanwein / en de veldweg
Origineel (inventarisnr 825)
Met zegels schepenen

888 1554-03-29.
1554 maart 29 (Donderdachs nae Paesschen)
Johan van Groesbeek, heer van Heumen, Malden en Beek, oorkondt dat hij op verzoek van Rolof van den Broek, prior klooster van Sint Agatha, een versleten akte van 5 juni 1423 vernieuwd en wederom bezegeld heeft (zie regestnr 156);
verder geeft hij, met medeweten van zijn vrouw Beerta van Goer, aan klooster de vrije beschikking over de eiken op de kloostergoederen in Malden, onder voorwaarde dat bij verkoop de 20e boom of penning betaald wordt
Origineel (inventarisnr 986)
Met zegel oorkonder
Kopie cartularium, 488 (inventarisnr 1)

889 1554-09-10.
1554 september 10
Derik Velar en Lambert ingen Haaf, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Jan Geritz Janszn en zijn vrouw Anna overgedragen hebben aan Jacob van Puijflik, priester en procurator klooster van Sint Agatha:
perceel erf De weerd van de Papenhees aan de Maas
Origineel (inventarisnr 866)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 513 (inventarisnr 1)
Op rugzijde: '... eenen cleynen weerdt tot Klein Linden ...'

891 1554-10-10.
1554 oktober 10 (up sunte Victoers dach)
Schepenen van Oeffelt oorkonden dat Beele van der Linden, weduwe, Johan Lesier en zijn vrouw Hilleke / en Peter van der Linden en zijn vrouw Metgen, erkend hebben dat:
Rolof van den Broek, prior / en Jacob van Puijflik, procurator van klooster Sint Agatha, de 41/2 Philipsgulden, die zij hebben uit perceel land Vonderakker in Oeffelt, naast de Heiakker en Jan Zegers, mogen lossen met hoofdsom van 75 Philipsgulden
Origineel (inventarisnr 934)
Met schependomszegel.

892 1554-10-23.
1554 oktober 23
Frederik Coeberg en Jorden van den Berge, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Jan Giesen en zijn vrouw Met overgedragen hebben aan Jacob van Puijflik, procurator klooster van Sint Agatha:
1 goudgulden per jaar uit hun huis en hofstad ( = bouwkavel) in Haps
Origineel (inventarisnr 764)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 509 (inventarisnr 1)

895 1555-01-17.
1555 januari 17 (op Donresdach sent Anthonis dach confessoer)
Herman van Bonenberg van Homstein, en Johan Spruit, schepenen van Nijmegen, oorkonden met Johan van Haard, provisor huis celbroeders, als overcijnsmeester, dat Ot Valkenborg, goudsmid, en zijn vrouw Deli, verkocht hebben aan Derik Pels Deriksz:
3 carolus gulden per jaar uit huis en hofstad ( = bouwkavel) in Hezelstraat, naast erven van wijlen Juth Groenen en Elizabeth Hoeft, weduwe, met achter aan de straat, behoudens cijns van 2 gouden schilden per jaar voor de celbroeders, met huis en hofstad als onderpand in de Grotegas, naast erven van Hubert Jansz en wijlen Gerit Willemsz, schoenmaker, behoudens lijftocht van 21/2 Brabantse gulden per jaar voor Alefet ter Kinder, in klooster in Venlo
Origineel (inventarisnr 998)
Met zegels schepenen
In inventaris cartularium: 'Opdracht derselver gulden aen ons convent'

898 1555-04-12.
1555 april 12
Derik Veler en Frederik Coeberg, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Thomas Roelofz en zijn vrouw Henneke overgedragen hebben aan Thijs Henrikszn en zijn vrouw Merie:
perceel land in Klein Linden in het Nederveld, met het recht van poot, gelegen naast klootje van Marten Hanen, nu van klooster, met als onderpand hun huis en hofstad ( = bouwkavel), naast oude Jan van Katwijk / kerkhof in Klein Linden / hofstad van de jonge Jan Geritz / gemene straat / en gemene broek (met transfix van 15 mei 1555, regestnr 901)
Origineel (inventarisnr 861)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 514 (inventarisnr 1)

368 Kruisherenklooster Sint Agatha in Cuijk, 1315 - 1887

Inleiding

Regesten

Delen

Doorsturen per email

Delen via Facebook

Delen via X (Twitter)

Printen

Duurzaam webadres

Mijn Studiezaal

Favoriet of een notitie maken

Stel een vraag of plaats een opmerking op de tijdlijn

Reageren

Stuur een reactie naar Brabants Historisch Informatie Centrum (BHIC)

898

1555-04-12.
1555 april 12
Derik Veler en Frederik Coeberg, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Thomas Roelofz en zijn vrouw Henneke overgedragen hebben aan Thijs Henrikszn en zijn vrouw Merie:
perceel land in Klein Linden in het Nederveld, met het recht van poot, gelegen naast klootje van Marten Hanen, nu van klooster, met als onderpand hun huis en hofstad ( = bouwkavel), naast oude Jan van Katwijk / kerkhof in Klein Linden / hofstad van de jonge Jan Geritz / gemene straat / en gemene broek (met transfix van 15 mei 1555, regestnr 901)
Origineel (inventarisnr 861)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 514 (inventarisnr 1)

Zie ook: